Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 januari 2022
gepubliceerd op 24 februari 2022

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de vastlegging van het sociaal begeleidingsplan voor het rijdend personeel dat vraagafhankelijk vervoer verricht voor rekening van de Vlaamse Vervoermaatschappij (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021205823
pub.
24/02/2022
prom.
10/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de vastlegging van het sociaal begeleidingsplan voor het rijdend personeel dat vraagafhankelijk vervoer verricht voor rekening van de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM-De Lijn) (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de vastlegging van het sociaal begeleidingsplan voor het rijdend personeel dat vraagafhankelijk vervoer verricht voor rekening van de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM-De Lijn).

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 januari 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2021 Vastlegging van het sociaal begeleidingsplan voor het rijdend personeel dat vraagafhankelijk vervoer verricht voor rekening van de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM-De Lijn) (Overeenkomst geregistreerd op 11 oktober 2021 onder het nummer 167548/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek behorend tot de subsector van het gemeenschappelijk personenvervoer over de weg en wiens activiteit bestaat uit het verzekeren van geregeld vervoer in opdracht van de Vlaamse Vervoermaatschappij alsook op de leden van hun rijdend personeel die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen. § 2. Onder "geregeld vervoer" wordt verstaan : het personenvervoer verricht voor rekening van de VVM en de SRWT-TEC, ongeacht de capaciteit van het voertuig en ongeacht het soort aandrijving van de gebruikte vervoermiddelen. Dit vervoer wordt verricht volgens de volgende criteria : een welbepaald traject en een welbepaald, geregeld uurrooster. De passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten. Dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien, in voorkomend geval, het verplicht is de reis vooraf te reserveren. § 3. Met "rijdend personeel" worden zowel de vrouwelijke als de mannelijke leden van het rijdend personeel bedoeld. § 4. Onder "rijdend personeel vraagafhankelijk vervoer" wordt verstaan : het rijdend personeel als dusdanig aangeduid op basis van de methodologie opgenomen in artikel 3, § 2 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. § 5. Onder "sociaal fonds" wordt verstaan : het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten", waarvan de statuten zijn vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 tot vaststelling van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten", zoals gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2008. HOOFDSTUK II. - Context

Art. 2.Naar aanleiding van de implementatie van basisbereikbaarheid, de daaraan gekoppelde stopzetting van de contracten vraagafhankelijk vervoer (belbus) in opdracht van De Lijn en de hiermee gepaard gaande negatieve sociale gevolgen voor het rijdend personeel dat dit vraagafhankelijk vervoer verricht, engageren de werkgevers vermeld in artikel 1, § 1 en de representatieve vakbondsorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars zich ertoe om alle maatregelen te nemen die naakte ontslagen moeten vermijden dit met het oog op het behoud van een maximale tewerkstelling. HOOFDSTUK III. - Maatregelen met het oog op maximaal jobbehoud

Art. 3.§ 1. In elk betrokken bedrijf wordt overleg georganiseerd met betrekking tot de opstelling van een personeelsplanning met de vertegenwoordigers van het personeel en in het bijzonder met de syndicale delegatie. In de bedrijven waar geen syndicale delegatie bestaat of werd opgericht, wordt het overleg georganiseerd met de vakbondssecretarissen (cfr. de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007 betreffende het recht op tussenkomst vanwege de representatieve werknemersorganisaties). Een exemplaar van deze personeelsplanning wordt bezorgd aan het sociaal fonds. § 2. Alvorens over te gaan tot het overleg waarvan sprake in § 3, worden de betrokken chauffeurs vraagafhankelijk vervoer als volgt aangeduid : a. Berekening van het aantal betrokken VTE's op basis van belbusprestaties in Q1 + Q2/2021 b.Betrokken chauffeurs : i. Chauffeurs met 100 pct.belbusprestaties; ii. Chauffeurs met gemengde prestaties (belbus/gewoon geregeld vervoer) : 1. Berekening van het aandeel van belbusprestaties ten opzichte van de totale prestaties in uren in Q1/2021;2. Chauffeurs met het grootste aandeel belbusprestaties tot het aantal berekende VTE's is bereikt. § 3. De werkgevers vermeld in artikel 1, § 1 en de representatieve vakbondsorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de autobussen en autocars verbinden zich ertoe om de gesprekken op te starten over de hierna volgende acties en maatregelen, die het maximaal jobbehoud moeten kunnen garanderen. § 4. De maatregelen moeten eerst verplicht en in de opgesomde volgorde worden uitgeput. Uiteraard is een combinatie van maatregelen mogelijk § 5. Alle afspraken op bedrijfsniveau worden gemaakt met respect van de geldende collectieve arbeidsovereenkomsten (waaronder de sectorale). § 6. Over de volgende maatregelen zal overleg worden gepleegd : ? De leden van het rijdend personeel tewerkgesteld in het vraagafhankelijk vervoer, die in aanmerking komen voor de sectorale regeling werkloosheid met bedrijfstoeslag (op de dag van ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst 62 jaar en 40/37 jaar loopbaan als werknemer tot 31 december 2021; 59 jaar en 40 jaar loopbaan als werknemer tot 30 juni 2021) kunnen hier facultatief gebruik van maken. De vrijstelling van de vervangingsplicht zal worden aangevraagd (enkel voor SWT lange loopbaan). ? Via arbeidsherverdelende maatregelen zal het werk onder alle leden van het rijdend personeel herverdeeld worden. Dit gebeurt op de volgende manieren : - de verplichte herverdeling van het aantal uren tussen de leden van het rijdend personeel die overuren presteren enerzijds en diegenen die vraagafhankelijk vervoer verrichten anderzijds met behoud van het gewaarborgd loon; - de verplichte benutting van alle mogelijkheden om uitstaande overuren te recupereren; - de vrijwillige invoering van deeltijdse arbeid, tijdskrediet,...; - oproep naar de leden van het rijdend personeel/vrijwilligers om in te stappen in een systeem van korte dagelijkse prestaties van maximum 4 uur; - de tijdelijke werkloosheid kan worden ingevoerd. De werkgever betaalt gedurende 6 maanden een aanvullende uitkering bovenop de werkloosheidsuitkering van een nog nader te bepalen bedrag van minimum 8 EUR/dag. HOOFDSTUK IV. - Maatregelen in geval van ontslag

Art. 4.§ 1. Indien ondanks overleg en bovenstaande maatregelen naakte ontslagen toch onvermijdelijk zijn, wordt het principe van "last in, first out" gehanteerd, tenzij in het akkoord met de vakbonden anders wordt bepaald. Het principe van "last in, first out" wordt toegepast binnen de rol waarin het rijdend personeel vraagafhankelijk vervoer werkt. § 2. De werkgever vraagt binnen een termijn van 14 dagen na het ontslag aan het sociaal fonds om de leden van het rijdend personeel in de pool, opgericht in de schoot van het fonds en opgenomen in de algemene voorwaarden geregeld vervoer voor rekening van De Lijn, op te nemen. § 3. De leden van het rijdend personeel dienen aan te geven in welke regio zij wensen tewerkgesteld te worden. § 4. De werkgevers uit deze regio, die aanwervingen plannen, zijn verplicht te putten uit deze pool. De werkgever die een werknemer uit de pool aanwerft, zorgt voor de nodige begeleiding en opleiding om de diensten in het geregeld vervoer in opdracht van De Lijn te kunnen uitvoeren. § 5. De leden van het rijdend personeel uit de pool worden aangeworven met behoud van anciënniteit. § 6. De Lijn zal geen badges afleveren zonder instemming van het sociaal fonds. § 7. De werkgever vermeld in artikel 1, § 1, biedt de ontslagen leden van het rijdend personeel die op basis van de toepasselijke wetgeving hiervoor in aanmerking komen, een outplacementbegeleiding aan.

De sociale partners onderzoeken hoe de ontslagen leden van het rijdend personeel die niet in aanmerking komen voor outplacement, door middel van sectorale opleidingen of initiatieven kunnen geheroriënteerd worden naar een andere functie binnen de sector van het collectief personenvervoer per autobus en autocar. § 8. De werkgever vermeld in artikel 1, § 1 betaalt aan de ontslagen leden van het rijdend personeel in de pool gedurende de werkloosheidsperiode en met een maximum van 6 maanden een aanvullende uitkering bovenop de werkloosheidsuitkering ten bedrage van 200 EUR/maand. HOOFDSTUK V. - Overleg

Art. 5.§ 1. Over de toepassing van de maatregelen opgenomen in de hoofdstukken III en IV zal overleg gepleegd worden met de vertegenwoordigers van het personeel en in het bijzonder met de syndicale delegatie. § 2. In de bedrijven waar geen syndicale delegatie bestaat of werd opgericht, wordt het sociaal plan besproken met de vakbondssecretarissen (cfr. de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007 betreffende het recht op tussenkomst vanwege de representatieve werknemersorganisaties). HOOFDSTUK VI. - Rol van het sociaal fonds

Art. 6.Binnen de schoot van het sociaal fonds wordt een procedure uitgewerkt met het oog op de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Inwerkingtreding en duur

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2021 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2023.

Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 januari 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^