gepubliceerd op 15 februari 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
10 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 1, gewijzigd door de wetten van 20 december 1995 en 24 december 1999 en door het koninklijk besluit van 16 april 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole van 12 september 2001;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van 3 september 2001;
Gelet op het advies van de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging van 17 september 2001;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 28 september 2001;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 26 oktober 2001;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wijzigingen welke met dit koninklijk besluit worden aangebracht, voortvloeien uit de wijzigingen die met het koninklijk besluit van 10 juni 2001 zijn aangebracht in artikel 1, § 4ter, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Dit besluit moet dus op dezelfde datum in werking treden als het koninklijk besluit tot wijziging van de voornoemde nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, namelijk op 1 juli 2001. Bijgevolg moet dit besluit zo spoedig mogelijk worden genomen en bekendgemaakt;
Gelet op het advies nr. 32.522/1 van de Raad van State, gegeven op 12 november 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen wordt een artikel 4ter ingevoegd, luidende : «
Art. 4ter.§ 1. Voor de rechthebbende op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming waarin is voorzien in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt het persoonlijk aandeel voor de verstrekking 101032, bedoeld in artikel 1, tweede lid, beperkt tot 75 % van het daarin vastgesteld bedrag, indien ze verricht is door een stagedoende geneesheer onder de voorwaarden die zijn bedoeld in artikel 1, § 4ter, 2, c), tweede lid, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. § 2. Voor de rechthebbende op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming waarin is voorzien in artikel 37, §§ 1 en 19, van de voormelde wet gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt het persoonlijk aandeel voor de verstrekkingen 103132, 103412, 103434, 103515, 103530, 103552 en 104230 bedoeld in artikel 2, § 1, derde lid, en de in artikel 2, § 1, vierde lid, bedoelde verstrekkingen 103913, 103935 en 103950, beperkt tot 75 % van de bedragen die zijn vastgesteld op basis van de voornoemde bepalingen, indien ze verricht zijn door een stagedoende geneesheer onder de voorwaarden die zijn bedoeld in artikel 1, § 4ter, 2, c), tweede lid, van de bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 14 september 1984. § 3. Voor de rechthebbende op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming waarin is voorzien in artikel 37, §§ 1 en 19, van de voormelde wet gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt het persoonlijk aandeel voor de verstrekkingen 102410, 102432, 104215, 104252, 104274, 104296, 104311, 104333 en 104355, bedoeld in artikel 2, § 2, beperkt tot 75 % van de daarin vastgestelde bedragen indien ze verricht zijn door een stagedoende geneesheer onder de voorwaarden die zijn bedoeld in artikel 1, § 4ter, 2, c), tweede lid, van de bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 14 september 1984 ».
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2001.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE