gepubliceerd op 06 april 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel (1)
10 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel (Vlaamse Gemeenschap) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel (Vlaamse Gemeenschap).
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 februari 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp (Vlaamse Gemeenschap) Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998 Toekenning van een sociaal voordeel (Overeenkomst geregistreerd op 27 augustus 1998 onder het nummer 49009/CO/318). HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op het vrouwelijk en mannelijk arbeiders- en bediendenpersoneel en op hun werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en die worden gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. § 2. Zij is eveneens van toepassing op het personeel dat prestaties levert voor een in § 1 bedoelde werkgever in het kader van een bijzonder tewerkstellingsstatuut zoals DAC, GESCO en andere. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten en bedrag
Art. 2.Aan de in artikel 1 bedoelde werknemers wordt ten laste van de werkgevers een sociaal voordeel toegekend.
Art. 3.Het totaal jaarlijks bedrag van het sociaal voordeel wordt toegekend aan de rechthebbenden die op 31 december van het sociaal dienstjaar, lopende van 1 januari tot 31 december, terzelfder tijd en gedurende twaalf maanden : a) lid zijn van één van de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp;b) krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan een in artikel 1 bedoelde werkgever of prestaties leveren voor dergelijke werkgever, zoals bedoeld in artikel 1, § 2.
Art. 4.Aan de rechthebbenden die, gedurende het sociaal dienstjaar, minder dan twaalf maanden voldoen aan de in artikel 3, a) en b) vermelde voorwaarden, wordt het sociaal voordeel verleend op basis van één twaalfde van het totaal jaarlijks bedrag per gepresteerde of gelijkgestelde maand.
Genieten onder dezelfde voorwaarden het sociaal voordeel, de tijdens het sociaal dienstjaar gepensioneerde rechthebbenden, alsook de werknemers die in de loop van het jaar hun ontslag hebben ingediend ingevolge medische redenen.
Art. 5.Hebben geen recht op de premie, zij die in de loop van het dienstjaar zelf hun ontslag hebben ingediend, alsook de werknemers die hun ontslag hebben gekregen door dringende redenen.
Art. 6.Voor de berekening van het sociaal voordeel, bedoeld in de artikelen 3 tot 5, wordt elke begonnen maand gelijkgesteld met een volledig gewerkte maand.
Art. 7.Worden met gewerkte dagen gelijkgesteld, de perioden gedurende dewelke de arbeidsovereenkomst werd geschorst wegens ziekte, arbeidsongeval of werkloosheid, met een maximum van één jaar.
Worden niet met gewerkte dagen gelijkgesteld, de periodes van loopbaanonderbreking.
Art. 8.Het bedrag van het sociaal voordeel wordt vanaf het sociaal dienstjaar 1997 als volgt vastgesteld : - totaal jaarlijks bedrag : 2 500 F - per één twaalfde : 208 F. Het bedrag van het sociaal voordeel wordt vanaf het sociaal dienstjaar 1998 als volgt vastgesteld : - totaal jaarlijks bedrag : 3 500 F - per één twaalfde : 290 F.
Art. 9.Uiterlijk op 15 februari volgend op het sociaal dienstjaar, worden de attesten "sociaal voordeel" in dubbel exemplaar door de werkgevers individueel aan alle werknemers uitgereikt.
Art. 10.Op voorlegging van het door de werkgever afgeleverd attest "sociaal voordeel", betalen de representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, vanaf 1 april het sociaal voordeel aan de rechthebbende werknemers uit.
Indien een rechthebbende op dat ogenblik overleden is, wordt het sociaal voordeel betaald aan de overlevende partner. Het attest "sociaal voordeel" wordt, bij wijze van onderlinge controle, door de representatieve werknemersorganisaties, vertenwoordigd in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, afgestempeld.
Art. 11.De representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, zenden een afrekening van de uitbetaalde bedragen aan de respectievelijke werkgevers die het door de werknemersorganisaties vooruitbetaalde bedrag terugbetalen aan die werknemersorganisaties voor 30 maart volgend op het jaar waarin de operatie "sociaal voordeel" plaatshad.Als administratieve kost wordt 35 F per uitbetaalde premie toegekend aan de representatieve werknemersorganisatie.
Art. 12.In afwijking van de artikelen 9, 10 en 11 zal voor de uitbetaling van het aanvullend gedeelte van het "sociaal voordeel" betreffende het dienstjaar 1997 een betaling plaatsvinden vanaf 1 november 1998 ten bedrage van 1000 F op basis van de reeds afgeleverde attesten. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 november 1992, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 september 1993 (Belgisch Staatsblad van 11 november 1993). Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 februari 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX