gepubliceerd op 17 december 2020
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek
10 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 14 januari 1993 en gewijzigd bij de wet van 24 maart 2000;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro, inzonderheid op artikel 14;
Gelet op de wet van 30 oktober 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/10/1998 pub. 10/11/1998 numac 1998021437 bron diensten van de eerste minister Wet betreffende de euro sluiten betreffende de euro, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op de wet van 26 juni 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2000 pub. 29/07/2000 numac 2000003440 bron ministerie van financien Wet betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, inzonderheid op artikel 5, 3° ;
Gelet op de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie, inzonderheid op artikel 14, § 1;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 14 januari 1993 en gewijzigd bij de wet van 24 maart 2000, een formule voorschrijft voor de jaarlijkse aanpassing van de bedragen die niet voor beslag vatbaar zijn aan het indexcijfer van de consumptieprijzen;
Overwegende dat artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, in werking voor de wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid, bepaalde dat met ingang van 1 januari 1994 in wettelijke en reglementaire bepalingen evenals in de bepalingen van individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten die voorzien in een koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, in aanmerking wordt genomen de prijsindex die daartoe berekend en benoemd wordt;
Overwegende dat artikel 3 bis van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, ingevoegd bij de wet van 23 april 2015 tot verbetering van de werkgelegenheid, bepaalt dat in alle wettelijke en reglementaire bepalingen, in alle bepalingen van individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten, in alle andere akkoorden tussen werkgever en werknemer en in alle eenzijdige beslissingen van de werkgever die voorzien in een koppeling voor de lonen, de wedden, de sociale uitkeringen, de toelagen, de premies en de vergoedingen, aan een prijsindex, de afgevlakte gezondheidsindex in aanmerking moet worden genomen;
Overwegende dat de formule het indexcijfer vermeldt van de maand november van het jaar waarin de aanpassing wordt verricht;
Overwegende de conversiecoëfficiënten gepubliceerd door de Federale overheidsdienst Economie;
Overwegende dat artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek eveneens voorschrijft dat de aangepaste bedragen die niet in beslag mogen worden genomen binnen de eerste vijftien dagen van de maand december van elk jaar in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt;
Overwegende derhalve dat dit besluit zo spoedig mogelijk moet worden genomen en bekendgemaakt;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bedragen die worden vermeld in artikel 1409, § 1, eerste tot derde lid, en § 1bis, eerste tot derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden met de volgende formule aangepast, rekening houdend met de afgevlakte gezondheidsindex van de maand november 2020: 1. (27.000: 40,3399) x 178,58/104,03 = 1.148,951070 EUR 2. (29.000: 40,3399) x 178,58/104,03 = 1.234,061100 EUR 3. (32.000: 40,3399) x 178,58/104,03 = 1.361,726144 EUR 4. (35.000: 40,3399) x 178,58/104,03 = 1.489,391189 EUR
Art. 2.Het bedrag dat wordt vermeld in artikel 1409, § 1, vierde lid, en § 1bis, vierde lid, van hetzelfde Wetboek wordt met de volgende formule aangepast, rekening houdend met de afgevlakte gezondheidsindex van de maand november 2020: 50 x 148,12/105,21 = 70,392548 EUR
Art. 3.De bedragen vermeld in de artikelen 1 en 2 worden afgerond op de hogere euro als volgt: 1.149 EUR, 1.235 EUR, 1.362 EUR, 1.490 EUR, 71 EUR.
Art. 4.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 december 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Overeenkomstig artikel 1409, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek worden de nieuwe bedragen van kracht vanaf 1 januari volgend op hun aanpassing, zijnde 1 januari 2021.