gepubliceerd op 25 augustus 2015
Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2015 van de verhoging van het bedrag van de alternatieve financiering met het oog op de financiering van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers
10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2015 van de verhoging van het bedrag van de alternatieve financiering met het oog op de financiering van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikel 66, § 1, elfde lid, en § 2, 12°, ingevoegd bij de wet van 3 juli 2005;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de sociale zekerheid gegeven op 6 maart 2015;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 30 maart 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting d.d. 11 juni 2015;
Gelet op het artikel 8 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het een formele beslissing betreft;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het bedrag, bedoeld in artikel 66, § 1, elfde lid, van de programmawet van 2 januari 2001, van de verhoging van het bedrag van de alternatieve financiering met het oog op de financiering van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, wordt voor het jaar 2015 vastgesteld op 3.483 duizend euro.
Art. 2.Het bedrag wordt gestort aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers.
Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk, K. PEETERS De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. M. DE BLOCK