gepubliceerd op 09 september 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het tijdskrediet
10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het tijdskrediet (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het tijdskrediet.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2014 Tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 15 mei 2014 onder het nummer 121185/CO/109)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en op de arbeid(st)ers die zij tewerkstellen.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd afgesloten. Zij treedt in werking op 1 april 2014 en kan, met een opzeggingstermijn van drie maanden, per aangetekend schrijven, aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en aan de in dit paritair comité vertegenwoordigde organisaties, door één van de partijen worden opgezegd.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt met ingang van 1 april 2014 de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010 betreffende het tijdskrediet (registratienummer 99176/CO/109), gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst verwijst naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 van de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen.
Zij bevat de sectorale invulling van verschillende bepalingen van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 voor de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 4.§ 1. Op voorwaarde dat de werkgever hiermee akkoord gaat kan het bijkomend recht op voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering met motief tot maximaal 36 maanden bedoeld in artikel 4, § 1, 1° van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 worden opgenomen door de werknemers bedoeld in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. In afwijking van § 1 kunnen de arbeid(st)ers met een functie behorend tot loongroep 6 en hoger, bedoeld in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1991 betreffende de functieclassificatie, die via een akkoord op het vlak van de onderneming, in toepassing van voornoemd artikel 4, § 1, 1° voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering met motief opnemen, dit vanaf het tweede jaar slechts doen per minimumperiode van één jaar. § 3. Op voorwaarde dat de werkgever hiermee akkoord gaat wordt de leeftijd van 55 jaar, bedoeld in artikel 8 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, verlaagd tot 50 jaar, overeenkomstig de regels voorzien in artikel 8, § 3 en § 4 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103.
Art. 5.De drempel van 5 pct., bedoeld in artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 is gelijk aan 10 pct..
Deze drempel van 10 pct. vormt geen beletsel voor de arbeid(st)ers die de leeftijd van 54 jaar of ouder hebben bereikt om het recht op een 1/5de loopbaanvermindering aan te vragen of uit te oefenen op grond van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. Voor deze arbeid(st)ers geldt nochtans wel de regel bepaald in artikel 6 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst evenals de regels bepaald in artikel 14 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr.103.
Voor de berekening van deze grens worden de bepalingen van artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 toegepast, met dien verstande dat in § 3 van dit artikel de leeftijd van 55 jaar en ouder dient te worden gelezen als : de leeftijd van 54 jaar en ouder.
Op ondernemingsvlak kan deze grens worden verhoogd mits akkoord van de werkgever en rekening houdend met de mogelijkheden op het vlak van de arbeidsorganisatie en met de eventuele noodzaak tot vervanging van de arbeid(st)ers die zich wensen te beroepen op de bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst.
De ondernemingen kunnen binnen de grens van 10 pct., bedoeld in onderhavig artikel, een passende verdeling maken tussen verschillende cat-gorieën rechthebbenden.
De toepassing van de nieuwe modaliteiten van onderhavig artikel kan, in ondernemingen waar reeds een bedrijfsakkoord bestaat, onderhandeld worden.
Art. 6.Arbeid(st)ers met een functie behorend tot loongroep 6 en hoger, bedoeld in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1991 betreffende de functieclassificatie worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103.
Van deze regel kan worden afgeweken op het vlak van de individuele onderneming, na bespreking van de arbeidsorganisatorische noodwendigheden.
De werkgever kan recht op uitstel inroepen wanneer vervanging noodzakelijk is.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS