gepubliceerd op 22 september 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, betreffende de bijdrage en de wijze van inning ter bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen van het "Sociaal Fonds voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector"
10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, betreffende de bijdrage en de wijze van inning ter bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen van het "Sociaal Fonds voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector" (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, betreffende de bijdrage en de wijze van inning ter bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen van het "Sociaal Fonds voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector".
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2014 Bijdrage en wijze van inning ter bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen van het "Sociaal Fonds voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector" (Overeenkomst geregistreerd op 3 maart 2015 onder het nummer 125645/CO/331) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de instellingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Beschikkingen
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werkgevers verbinden er zich toe maatregelen te nemen ter bevordering van de tewerkstelling en de vorming van personen die behoren tot de risicogroepen of op wie een begeleidingsplan van toepassing is. Tot de risicogroepen behoren de personen vermeld in artikelen 3 en 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 betreffende de omschrijving van de risicogroepen (registratienummer 85883/CO/331), gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2013 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 betreffende de omschrijving van de risicogroepen (registratienummer 118280/CO/331), beiden gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector.
Art. 3.De kost van deze initiatieven staat gelijk met de opbrengst tijdens de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016 van een bijdrage van 0,10 pct. op het loon van de werknemers uit de betrokken sector, zoals blijkt uit de aangiften aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
De inning van deze bijdragen gebeurt als volgt : Voor het jaar 2015 wordt geen bijdrage geïnd in het eerste kwartaal, een bijdrage van 0,20 pct. wordt geïnd in het tweede kwartaal en een bijdrage van 0,10 pct. wordt geïnd in het derde en in het vierde kwartaal. Voor het jaar 2016 wordt een bijdrage geïnd van 0,10 pct. voor elk van de vier kwartalen. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten
Art. 4.De partijen komen overeen om de inning van de bijdragen toe te vertrouwen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en dit voor rekening van het "Sociaal Fonds voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector", opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007, gesloten in het Paritair Comité voor Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (registratienummer 85881/CO/331).
Art. 5.De opbrengst van deze bijdrage wordt onder meer gebruikt om tewerkstelling te bevorderen, personeel aan te werven en vormingsinitiatieven te nemen voor risicogroepen die aangeworven zouden kunnen worden in de sector of reeds aangeworven zijn.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2016.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS