gepubliceerd op 22 november 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende de opleiding en vorming ten voordele van de risicogroepen, ten laste van het « Sociaal Fonds voor de vezelcement »
10 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende de opleiding en vorming ten voordele van de risicogroepen, ten laste van het « Sociaal Fonds voor de vezelcement » (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vezelcement;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende de opleiding en vorming ten voordele van de risicogroepen, ten laste van het "Sociaal Fonds voor de vezelcement".
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 10 augustus 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de vezelcement Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 1993 Opleiding en vorming ten voordele van de risicogroepen, ten laste van het "Sociaal Fonds voor de vezelcement" (Overeenkomst geregistreerd op 16 november 1993 onder het nummer 34169/CO/106.03)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement.
Art. 2.In toepassing van de artikelen 6 en 8bis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 maart 1990 en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 1993, kan in 1993 en 1994, het Sociaal Fonds voor de vezelcement in samenwerking met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (V.D.A.B.), de Brusselse Gewestelijke Dienst Voor Arbeidsbemiddeling (B.G.D.A.) en "Office communautaire et régional de la formation professionnelle et de l'emploi (FOREm)", initiatieven nemen met betrekking tot de opleiding en vorming, scholing en omscholing van risicogroepen.
Art. 3.Onder risicogroepen wordt bedoeld : 1. de risicogroepen zoals omschreven in hoofdstuk XI, afdeling 1, van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen;2. de laaggeschoolde of ongeschoolde werklozen of werklieden die geconfronteerd worden met een collectief ontslag, herstructurering of de invoering van nieuwe technologieën;3. alle ongeschoolde arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement;4. de werklozen, zoals bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 22 september 1992 tussen de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende het begeleidingsplan.
Art. 4.De middelen ten laste van de werkgevers waarover het fonds beschikt ingevolge artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993, betreffende het Protocol van nationaal akkoord voor de jaren 1993-1994, en die jaarlijks ten minste 0,15 pct. van het volledige loon van hun werklieden zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1991 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor de werknemers bedragen, kunnen uitsluitend worden aangewend voor de onder artikel 2 van de huidige overeenkomst bedoelde initiatieven.
Art. 5.De raad van bestuur van bovengenoemd fonds maakt jaarlijks een evaluatieverslag en een financieel overzicht van de ter zake gedane inspanningen.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1993 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1994.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX