gepubliceerd op 22 november 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de loonvorming
10 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de loonvorming (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de loonvorming.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 augustus 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1999 Loonvorming (Overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2000 onder het nummer 53808/CO/142.01) In uitvoering van artikel 4.1. van het nationaal akkoord 1999-2000. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen.
Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen Sectie 1. - Meerderjarige werklieden.
Art. 2.De minimumuurlonen van de werklieden tewerkgesteld in de bij artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen.
Sectie 2. - Minderjarige werklieden.
Art. 3.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de minderjarige werklieden worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepencategorie waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang de leeftijd volgens de percentages vermeld in navermelde tabel (18 jaar = 100 pct.) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.De beroepencategorie waartoe een minderjarige werkman behoort, wordt vastgesteld volgens de regels bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1991 van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, tot vaststelling van de beroepenclassificatie. HOOFDSTUK III Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 5.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6.Op 1 mei 2000 zullen alle effectieve en baremieke (spanning 100) lonen worden aangepast aan de index, op basis van de formule "sociale index" (4-maandelijks gemiddelde) april 2000 / maart 1999.
Art. 7.Vanaf 2001 zullen alle effectieve en baremieke (spanning 100) lonen jaarlijks op 1 mei aangepast worden aan de index volgens de formule "sociale index" (= 4-maandelijks gemiddelde) april lopende jaar / april voorafgaand jaar.
Art. 8.Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt tot het hogere honderdste afgerond. HOOFDSTUK IV. - Loonspanningen
Art. 9.Volgende loonspanningen, overeenstemmend met de beroepenclassificatie, zijn van toepassing : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De verhogingen of aanpassingen worden op het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100) toegepast en schommelen voor de andere categorieën volgens voormelde loonspanningen. HOOFDSTUK V. - Bijzondere bepalingen
Art. 10.Alle loonsverhogingen en indexaanpassingen van de lonen worden berekend, rekening houdend met de tweede decimaal.
De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt tot op de dichtst bijgelegen eenheid afgerond. ...,01 BEF tot en met ...,49 BEF wordt afgerond naar de lagere eenheid; ...,50 BEF of meer wordt afgerond naar de hogere eenheid.
Art. 11.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de verhoging eerst toegepast.
Art. 12.Onverminderd bestaande afrondingsregels worden, voor de omrekening in Euro, alle bedragen uitgedrukt met 2 decimalen na de eenheid. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 22 mei 1991 loonvorming, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 11 oktober 1991 (Belgisch Staatsblad van 30 november 1991).
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 16 juni 1999 en geldt voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX