Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 april 2016
gepubliceerd op 14 april 2016

Koninklijk besluit tot bepaling van de nadere regels voor de evaluatie bedoeld in artikel 14 van de wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2016011161
pub.
14/04/2016
prom.
10/04/2016
ELI
eli/besluit/2016/04/10/2016011161/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 APRIL 2016. - Koninklijk besluit tot bepaling van de nadere regels voor de evaluatie bedoeld in artikel 14 van de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013003461 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen sluiten betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013003461 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen sluiten betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen, artikel 14;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën gegeven op 9 december 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 10 december 2015;

Gelet op advies 58.892/2 van de Raad van State, gegeven op 29 februari 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie, de Minister van Financiën en de Minister van Middenstand, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De evaluatie van de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013003461 bron federale overheidsdienst financien Wet betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen sluiten betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen, hierna "de wet" genoemd en van de gedragscode, bevat de volgende aspecten : 1° een onderzoek georganiseerd via een opiniepeiling bij de ondernemingen;2° de cijfers van de Nationale Bank van België inzake de kredieten, bedoeld in artikel 2, 3° van de wet, verleend aan de ondernemingen alsmede de statistieken van de ombudsman in financiële geschillen OMBUDSFIN inzake de voornoemde kredieten;3° een omstandig verslag gemaakt door de Belgische Federatie van de Financiële Sector "FEBELFIN", voor wat betreft de kredietbemiddelaars en kredietgevers;4° een omstandig verslag gemaakt door de FSMA van de vaststellingen gedaan bij de uitoefening van het toezicht bedoeld in artikel 15 van de wet, en de standpunten die daaruit voortvloeien;5° het voorafgaande advies van de FSMA, de Nationale Bank van België, van de ombudsman in financiële geschillen OMBUDSFIN alsmede van organisaties van de middenstand;6° de besluiten die voortvloeien uit de elementen opgenomen in de bepalingen onder1° tot 5°.

Art. 2.De Algemene Directie K.M.O.-beleid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, wordt belast met de evaluatie bedoeld in artikel 14 van de wet. Ze voert het onderzoek, bedoeld in artikel 1, 1°, uit. Ze vraagt de adviezen en verslagen bedoeld in artikel 1 op en ze stelt de besluiten van de evaluatie, bedoeld in artikel 1, 6°, op.

Art. 3.De analyse van de resultaten van de opiniepeiling, bedoeld in artikel 1, 1°, onderscheidt waar mogelijk de volgende populaties : 1° de ondernemingen onderverdeeld in grootteklassen naargelang hun aantal werknemers;2° de kmo-sectoren van de industrie, de handel, de bouwnijverheid, de diensten en de vrije beroepen;3° de ondernemingen die minder dan 4 jaar actief zijn en zij die sinds 4 jaar of langer actief zijn;4° de natuurlijke personen en de rechtspersonen.

Art. 4.De minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Middenstand, W. BORSUS

^