Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 april 2015
gepubliceerd op 20 mei 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de betaling van een eindejaarspremie aan de werknemers en werkneemsters die hoofdzakelijk handarbeid verrichten tewerkgesteld in de subsector voor verhuisondernemingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015200388
pub.
20/05/2015
prom.
10/04/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de betaling van een eindejaarspremie aan de werknemers en werkneemsters die hoofdzakelijk handarbeid verrichten tewerkgesteld in de subsector voor verhuisondernemingen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2014, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de betaling van een eindejaarspremie aan de werknemers en werkneemsters die hoofdzakelijk handarbeid verrichten tewerkgesteld in de subsector voor verhuisondernemingen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2014 Betaling van een eindejaarspremie aan de werknemers en werkneemsters die hoofdzakelijk handarbeid verrichten tewerkgesteld in de subsector voor verhuisondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 19 augustus 2014 onder het nummer 123059/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die behoren tot het paritair subcomité voor de verhuizing. § 2. Het paritair subcomité voor de verhuizing is bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en hun werkgevers, te weten voor ondernemingen die voor rekening van derden verhuisactiviteiten uitoefenen.

Onder "voor rekening van derden" wordt verstaan : het uitvoeren van verhuisactiviteiten voor andere natuurlijke of rechtspersonen en onder voorwaarde dat de ondernemingen die voor rekening van derden verhuisactiviteiten uitoefenen op geen enkel ogenblik eigenaar van de betrokken goederen worden.

Onder "verhuisactiviteiten" wordt verstaan : elke verplaatsing van goederen andere dan handelsgoederen die bestemd zijn of gebruikt worden voor meubilering, inrichting of uitrusting van private of professionele ruimten met daar onder andere inbegrepen : specifieke handelingen zoals beschermen, inpakken, uitpakken, demonteren, laden, lossen, monteren, bewaren, installeren of opstellen, indien nodig met behulp van hef- of hijsmiddelen van allerlei aard.

Het paritair subcomité voor de verhuizing is niet bevoegd voor ondernemingen die verhuisactiviteiten uitoefenen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, het Paritair Comité voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn en het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt per 1 januari 2014 de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2009 (94383) en wordt gesloten in uitvoering van het protocolakkoord van 30 april 2014 met betrekking tot de jaren 2013-2014. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten

Art. 3.De betaling van een eindejaarspremie wordt toegekend aan de werknemers bedoeld in artikel 1, § 2.

Het bedrag van de eindejaarspremie wordt vanaf het jaar 2010 vastgesteld op 170 maal het werkelijk betaald uurloon van de maand december van het betrokken kalenderjaar, gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden arbeidsprestatie tijdens het betrokken kalenderjaar.

Dit werkelijk betaald uurloon moet ten minste gelijk zijn aan het conventioneel basisuurloon.

Elke maand in de loop waarvan 14 kalenderdagen arbeidsprestatie wordt geleverd, wordt als een volledige maand beschouwd.

Het totaal bedrag kan met 1,24 EUR worden verminderd per dag ongerechtvaardigde afwezigheid.

De dagen verlof en de dag gedeeltelijke werkloosheid worden met dagen arbeidsprestaties gelijkgesteld.

De betaling wordt uiterlijk verricht op de laatste werkdag van de maand december van het betrokken kalenderjaar.

Art. 4.De werkgever is deze betaling van de eindejaarspremie verschuldigd aan de werknemers bedoeld in artikel 1, § 2 die aan volgende voorwaarden voldoen : 1) op de datum van de betaling, werkelijk tewerkgesteld zijn in de onderneming;2) op het ogenblik van de betaling, minstens zes maanden anciënniteit hebben in de onderneming.

Art. 5.Hebben eveneens recht op dit voordeel ten laste van de werkgever en binnen de perken vastgesteld in de artikelen 3 en 4, 2) : 1) de betrokken werknemers die tijdens het betrokken kalenderjaar het brugpensioen hebben bekomen of werden gepensioneerd;2) de rechthebbenden van de betrokken werknemers overleden in het betrokken kalenderjaar;3) de betrokken werknemers die werden ontslagen om elke andere reden dan in deze vermeld in 2) van artikel 6;4) de betrokken werknemers waarvan er een einde komt aan de arbeidsovereenkomst door overmacht.Als referteperiode en prorata basis wordt het laatste kalenderjaar genomen waarin er effectieve prestaties zijn geweest.

Art. 6.Hebben geen recht op dit voordeel, de werknemers die : 1) vrijwillig de onderneming hebben verlaten;2) in het betrokken kalenderjaar werden ontslagen zonder opzegging en dit om dringende reden;3) ziek zijnde gedurende meer dan zes maanden, de totaliteit hebben genoten van de vergoedingen welke het "Sociaal Fonds voor ondernemingen van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten" voor eenzelfde ziekte heeft voorzien.

Art. 7.De toekenning van een dertiende maand of eindejaarspremie, voordeliger dan deze vastgesteld door deze collectieve arbeidsovereenkomst blijft behouden, maar kan niet samen met de verschuldigde bedragen in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden genoten. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^