Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 september 2008
gepubliceerd op 13 november 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013267
pub.
13/11/2008
prom.
09/09/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 SEPTEMBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten".

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Athene, 9 september 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2007 Rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten" (Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2007 onder het nummer 85623/CO/142.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten.

Onder "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke werklieden verstaan.

Art. 2.In toepassing van artikel 6, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005, van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, tot een oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en er de statuten van vastleggend, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit op 16 februari 2006 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 16 mei 2006, gewijzigd door die van 24 juli 2007, worden de volgende aanvullende voordelen toegekend ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten", hierna aangeduid als het fonds : 1° een aanvullende werkloosheidsuitkering;2° een aanvullende sociale uitkering;3° een eindejaarspremie. HOOFDSTUK II. - Aanvullende werkloosheidsuitkering

Art. 3.De bij artikel 1, alinea 2, van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde arbeiders hebben voor elke werkloosheidsdag voorzien in de artikelen 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad op 22 augustus 1978) (schorsing wegens slecht weder en schorsing omwille van economische redenen) recht op de bij artikel 4 van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde uitkering, ten laste van het fonds, met een maximum van 75 dagen per kalenderjaar, voor zover ze de volgende voorwaarden vervullen : - recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen bij toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering; - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst van de werkgever zijn.

Art. 4.Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkering wordt vastgesteld op 5 EUR per werkloosheidsdag. HOOFDSTUK III. - Aanvullende sociale uitkering

Art. 5.De bij artikel 1, van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde arbeiders, die lid zijn van een van de representatieve interprofessionele organisaties welke op nationaal niveau verbonden zijn, hebben recht elk jaar in december op een aanvullende sociale uitkering ten laste van het fonds voor zover zij tijdens de referteperiode ingeschreven zijn in het personeelsregister van een bij hetzelfde artikel § 1 bedoelde werkgever in functie van hun tewerkstelling in het dienstjaar waarop de betaling betrekking heeft.

Art. 6.§ 1. Het bedrag van de bij artikel 5 bedoelde uitkering wordt jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur.

Voor het jaar 2007 werd dit bedrag vastgesteld op 50 EUR. § 2. De arbeiders hebben recht op de bij artikel 5 bedoelde aanvullende sociale uitkering pro rata hun gewerkte maanden of gedeeltelijke maanden tijdens de referteperiode van 1 juli van het voorgaande jaar tot 30 juni van het lopende jaar.

De verplichting tot aansluiting bij een van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties die nationale bonden vormen, is eveneens onderhevig aan dezelfde verhouding.

Art. 7.Deze aanvullende sociale uitkering wordt eveneens toegekend aan arbeiders die tijdens het werkjaar met pensioen gingen alsook aan de erfgenamen van de in datzelfde werkjaar overleden rechthebbenden.

Art. 8.§ 1. Dankzij de database waarover het fonds beschikt op grond van de aansluiting bij de Vereniging van Sectorale Instellingen wordt het voor de uitbetaling van de aanvullende sociale uitkering nodige attest rechtstreeks verzonden door het fonds naar de woonplaats van de arbeider.

Met het oog op administratieve vereenvoudiging zal het fonds de mogelijkheden bestuderen om de attesten voor de uitbetaling van de aanvullende sociale uitkering te verzenden met de attesten voor de eindejaarspremies.

De arbeiders die niet aangesloten zijn bij een representatieve interprofessionele werknemersorganisatie hebben geen recht op de aanvullende sociale uitkering.

Bij voorlegging van het door het sociaal fonds afgeleverde attest vullen de representatieve nationale interprofessionele werknemersorganisaties het attest voor de uitbetaling in waarbij ze de aansluiting van de arbeider bij hun organisatie bevestigen. Ze betalen de aanvullende sociale uitkering uit aan de rechthebbende leden of aan hun wettelijke erfgenamen in geval van overlijden tijdens het werkjaar.

De aanvragen tot terugbetaling van de aanvullende uitkeringen moeten door de werknemersorganisaties bij het secretariaat van het sociaal fonds worden ingediend binnen een termijn van één jaar. Elk door de werknemersorganisatie terdege ingevuld attest voor uitbetaling moet worden gevoegd bij de aanvragen.

De raad van bestuur van het sociaal fonds moet een beslissing nemen in verband met een systeem van voorschotten, die aan de representatieve werknemersorganisaties zouden worden gestort opdat deze de uitbetaling van de aanvullende sociale uitkeringen kunnen waarborgen. § 2. Een financiële evaluatie van het fonds zal verricht worden uiterlijk op 15 juli 2008. Indien na deze evaluatie blijkt dat er voldoende beschikbare financiële middelen bestaan, zal het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van allerlei producten" deze financiële middelen billijk verdelen tussen de bestaande en/of in de sector in te voeren tegemoetkomingen. HOOFDSTUK IV. - Eindejaarspremie

Art. 9.Vanaf het refertejaar 2008 bedraagt het bedrag van de eindejaarspremie 8,33 pct. van het jaarlijks brutoloon aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

De raad van bestuur van het sociaal fonds zal tegen uiterlijk 31 december 2007 een systeem uitwerken om ziektedagen gedeeltelijk gelijk te stellen met gepresteerde dagen.

Vanaf 1 januari 2008 zal elke werkgever een bijdrage ten belope van 12,5 pct. van de brutoloonmassa zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid storten aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Deze bijdrage wordt uitzonderlijk met 4 pct. verhoogd voor de periode gaande van 1 januari 2008 tot 30 september 2008 en zal dus 16,5 pct. van de brutoloonmassa bedragen voor deze periode.

Art. 10.Voor de toepassing van dit hoofdstuk, - dient onder refertejaar 2008 uitzonderlijk te worden verstaan, de periode gaande van 1 oktober 2007 tot en met 30 juni 2008; - is het refertejaar vanaf refertejaar 2009 gelijk aan de periode vanaf 1 juli van het voorgaande jaar tot en met 30 juni van het lopende jaar.

Art. 11.Het in artikel 9 vermelde bedrag, geldt voor alle arbeiders, bedoeld bij artikel 1, alinea 2, die in de sector zijn tewerkgesteld, ongeacht het soort contract, - gedurende een periode van minstens 50 gepresteerde en gelijkgestelde dagen tijdens het refertejaar 2008; - gedurende een periode van minstens 65 gepresteerde en gelijkgestelde dagen tijdens het refertejaar vanaf het refertejaar 2009.

De lijst van de dagen die in de berekening van de gepresteerde en gelijkgestelde dagen in rekening komen zit in bijlage bij de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 12.De tijdens het refertejaar gepensioneerde of op brugpensioen gestelde arbeiders, en rechthebbenden van een in hetzelfde jaar overleden arbeider, genieten de volledige eindejaarspremie zoals vastgesteld bij artikel 9 van deze overeenkomst.

Onder "rechthebbende" wordt verstaan : de fysische persoon die de begrafeniskosten heeft gedragen.

In aanmerking is te nemen het jaarlijks brutoloon dat is geïnd tijdens het refertejaar.

Art. 13.De premie wordt door het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten" betaald vanaf de maand december van het jaar waarop de premie betrekking heeft.

De betaling van de premie geschiedt op grond van een door het fonds opgesteld betalingsmandaat.

De mandaten worden rechtstreeks door het fonds aan de arbeiders verzonden in de loop van de maand december van het betreffende jaar.

Het recht op een premie verjaart na 42 maand te rekenen vanaf het einde van de referteperiode, bedoeld in artikel 10, waarop de eindejaarspremie betrekking heeft.

Elk jaar zal het fonds ervoor zorgen dat de voor de uitbetaling van de eindejaarspremie nodige arbeidersgegevens worden geupdate.

Art. 14.De bepalingen van dit hoofdstuk zijn minimumvoordelen die de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden onverkort laten. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 15.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst zal jaarlijks door de raad van bestuur van het fonds worden geëvalueerd.

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2007 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij vervangt en annuleert die van 29 november 2006 betreffende de rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering van aanvullende vergoedingen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de terugwinning van allerlei producten", geregistreerd op 12 januari 2007 onder het nummer 81589/CO/142.04.

Zij kan worden opgezegd op verzoek van de meest gerede partij, mits een opzegging van drie maanden, gericht bij ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 september 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^