Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 oktober 2014
gepubliceerd op 26 november 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014206313
pub.
26/11/2014
prom.
09/10/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 OKTOBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014 Nationaal akkoord 2013-2014 (Overeenkomst geregistreerd op 28 april 2014 onder het nummer 120814/CO/149.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Kader

Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/1969 pub. 06/04/2007 numac 2007000224 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage. HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid

Art. 3.Indexering van de minimumlonen en effectieve lonen Alle minimumuurlonen en de effectieve uurlonen worden jaarlijks op 1 februari aangepast aan de reële index volgens de formule "sociale index" (= 4-maandelijks gemiddelde) januari van het kalenderjaar tegenover januari van het voorafgaande kalenderjaar.

Art. 4.Sectoraal systeem ecocheques De collectieve arbeidsovereenkomst inzake sectoraal systeem ecocheques van 16 juni 2011, gewijzigd via de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, gesloten voor onbepaalde duur, wordt aangepast rekening houdend met het feit dat enkel ondernemingen die reeds een afwijking op het sectoraal systeem van de ecocheques hebben opnieuw de mogelijkheid krijgen deze afwijking te verlengen indien noodzakelijk.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake sectoraal systeem ecocheques van 16 juni 2011, geregistreerd op 2 september 2011 onder het nummer 105516/CO/149.02, gewijzigd via de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2011, geregistreerd op 3 november 2011 onder het nummer 106627/CO/149.02, dient in die zin te worden aangepast, met ingang van 1 januari 2014, en dit voor onbepaalde duur.

Art. 5.Sociaal fonds § 1. Vanaf 1 februari 2014 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op basis van de reële loonindexeringen op 1 februari 2012 en op 1 februari 2013 (de sociale index van de maand januari van het kalenderjaar wordt vergeleken met de sociale index van de maand januari van het voorgaande kalenderjaar).

Door deze berekening, met name 3,27 pct. op 1 februari 2012 en 2,08 pct. op 1 februari 2013, worden de aanvullende vergoedingen met 5,42 pct. geïndexeerd.

Hierdoor worden de aanvullende vergoedingen vanaf 1 februari 2014 als volgt verhoogd : - Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid : 9,71 EUR per werkloosheidsuitkering en 4,86 EUR per halve werkloosheidsuitkering; - Aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid, voor oudere werklozen en oudere zieken : 6,18 EUR per werkloosheids- en ziekte-uitkering en 3,09 EUR per halve per werkloosheids- en ziekte-uitkering; - Aanvullende vergoeding bij ziekte : 2, 30 EUR per ziekte-uitkering en 1,15 EUR per halve ziekte-uitkering; - Aanvullende vergoeding bij sluiting van onderneming : 299,22 EUR + 15,09 EUR/jaar met een maximum van 986,97 EUR; - Aanvullende vergoeding bij halftijds tijdskrediet : 74,81 EUR. § 2. Sociale partners engageren zich om tegen 30 juni 2014 een onderzoek af te ronden naar een mogelijke herschikking van de bijdragen aan het sociaal fonds in het kader van de syndicale waarborgen en patronale informatie. § 3. De sectorale partners engageren zich om te onderzoeken of inzake anciënniteitsvoorwaarden die toegang geven tot aanvullende vergoedingen voor oudere werklozen, oudere zieken en het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, deze bilateraal kunnen worden toegepast tussen verschillende sectoren. § 4. Indien een arbeider in het kader van een stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag, zijn rechten hieromtrent bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening heeft vastgeklikt, wordt ook de uitbetaling van de aanvullende vergoeding in dit kader bij het sociaal fonds vastgeklikt.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 16 juni 2011, geregistreerd op 2 september 2011 onder het nummer 105517/CO/149.02, gewijzigd via de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 19 juni 2013, geregistreerd op 1 juli 2013 onder het nummer 115889/CO/149.02, zal vanaf 1 januari 2014 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Art. 6.Bijdrage aan het sociaal fonds Vanaf 1 januari 2015 wordt de bijdrage voor het sociaal fonds gebracht op 4,14 pct. § 1. Van hoger vermelde bijdrage wordt 1,9 pct. van de brutolonen van de arbeiders voorbestemd om het sectoraal pensioenstelsel te financieren, zoals opgenomen in artikel 8 van dit akkoord. § 2. Van hoger vermelde bijdrage wordt 0,7 pct. van de brutolonen van de arbeiders voorbestemd om de financiering te verzekeren van initiatieven met betrekking tot vorming en opleiding.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake bijdrage aan het sociaal fonds van 28 september 2011, geregistreerd op 3 november 2011 onder het nummer 106631/CO/149.02, zal vanaf 1 januari 2015 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 16 juni 2011, geregistreerd op 2 september 2011 onder het nummer 105517/CO/149.02, gewijzigd via de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 19 juni 2013, geregistreerd op 1 juli 2013 onder het nummer 115889/CO/149.02, zal vanaf 1 januari 2015 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Art. 7.Eindejaarspremie Binnen artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de eindejaarspremie dient verwezen te worden naar artikel 3 in plaats van naar artikel 4.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake eindejaarspremie van 28 september 2011, geregistreerd op 1 juli 2013 onder het nummer 106625/CO/149.02, zal vanaf 1 januari 2014 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Art. 8.Sectoraal pensioenstelsel Vanaf 1 januari 2015 wordt de bijdrage van 1,8 pct. van de bruto bezoldigingen van de arbeiders voor het sectoraal pensioenstelsel verhoogd tot 1,9 pct..

Voor bepaalde aangeslotenen bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel, vult de inrichter op 1 januari 2015 vanuit haar reserves, de bijdrage bestemd voor de financiering van de individuele pensioenrechten aan.

Deze operatie zal bestaan in de toekenning van een eenmalige bijkomende bijdrage van 50 EUR voor elke arbeider die op 1 april 2014 "actief" is in de sector op voorwaarde dat deze op 31 december 2013 reeds een minimum aansluitingstermijn geniet binnen het sociaal sectoraal pensioenstelsel voor het koetswerk van 12 maanden, al dan niet onderbroken.

De beheerkost van 4,5 pct. - zijnde 2,25 EUR per toegekende éénmalige bijkomende bijdrage -, alsook de bijzondere RSZ bijdrage van 8,86 pct. zullen door de inrichter voldaan worden ten aanzien van respectievelijk de pensioeninstelling en de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel van 28 september 2011, geregistreerd op 3 november 2011 onder het nummer 106632/CO/149.02, zal vanaf 1 januari 2015 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid

Art. 9.Precaire arbeid Binnen artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake meldingsplicht contracten bepaalde duur of duidelijk omschreven werk, uitzendarbeid en onderaanneming van 16 juni 2011, dient § 3 als volgt te worden gewijzigd : "Teneinde oneigenlijk gebruik van uitzendarbeid te weren uit de sector worden uitzendcontracten omwille van tijdelijke vermeerdering van het werk, na een periode van zes maanden door de gebruiker omgezet in een contract van onbepaalde duur".

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake meldingsplicht contracten bepaalde duur of duidelijk omschreven werk, uitzendarbeid en onderaanneming van 16 juni 2011, geregistreerd op 27 juli 2011 onder het nummer 104906/CO/149.02, zal vanaf 1 januari 2014 in die zin worden gewijzigd, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK V. - Vorming en opleiding

Art. 10.Algemene bepalingen De sociale partners engageren zich de nodige maatregelen te treffen inzake vorming en opleiding om de participatiegraad van arbeiders jaarlijks met 5 pct. te verhogen.

Art. 11.Databank en opleidingsCV Vanaf 1 juli 2014 wordt binnen Educam een databank opgericht die elke gevolgde opleiding van elke arbeider registreert.

Vanaf 1 juli 2014 houdt elke onderneming, in het belang van de permanente vorming en van de verworven beroepservaring voor de verdere loopbaan, van elke arbeider een "opleidingsCV" bij.

Dit opleidingsCV is een inventaris van de uitgeoefende functies en gevolgde opleidingen tijdens zijn loopbaan in de betrokken onderneming en de opleidingen op eigen initiatief van de arbeider.

De modaliteiten hiertoe worden vastgelegd binnen de paritaire stuurgroep van Educam.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst zal worden afgesloten met ingang van 1 juli 2014.

Art. 12.Individueel recht op opleiding Het individueel recht op vorming en opleiding wordt verhoogd tot 1 dag opleiding per arbeider per jaar.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding van 28 september 2011, geregistreerd op 3 november 2011 onder het nummer 106630/CO/149.02, zal vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 in die zin worden aangepast. De andere bepalingen blijven gelden voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK VI. - Arbeidstijd en flexibiliteit

Art. 13.Tewerkstellingsbevorderende maatregel De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.

Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.

Art. 14.Flexibiliteit De arbeiders hebben binnen het wettelijk kader de keuzemogelijkheid om de eerste 91 overuren per kalenderjaar in het kader van buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart 1971) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3° van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten) te recupereren of uitbetaald te krijgen. Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake arbeidsorganisatie van 19 juni 2013, geregistreerd op 1 juli 2013 onder het nummer 115890/CO/149.02, wordt met ingang van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2015 in die zin aangepast. HOOFDSTUK VII. - Eengemaakt werknemersstatuut

Art. 15.Partijen engageren zich om een inventarisatie te maken van de loon- en arbeidsvoorwaarden van zowel de arbeiders als de bedienden die actief zijn binnen de ondernemingen die behoren tot het Paritair Subcomité van het koetswerk. Bovendien bevelen zij aan om eenzelfde vergelijkende studie te maken op het vlak van de onderneming.

Art. 16.Bij arbeidsongeschiktheid van de arbeider die toelating heeft om de woonst te verlaten, dient deze zich enkel de eerste 3 werkdagen van de arbeidsongeschiktheid op zijn verblijfplaats ter beschikking te houden voor de controlearts, en dit telkens tussen 10 uur en 14 uur.

Dit betekent niet dat er afbreuk gedaan wordt aan het controlerecht van de werkgever.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst hieromtrent zal met ingang van 1 januari 2014 worden opgemaakt. HOOFDSTUK VIII. - Loopbaanplanning

Art. 17.Stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag § 1. Het recht op het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2013, geregistreerd op 1 juli 2013 onder het nummer 115888/CO/149.02, inzake stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 56 jaar wordt verlengd van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 en zal in die zin worden aangepast.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 16 juni 2011, geregistreerd op 2 september 2011 onder het nummer 105517/CO/149.02, gewijzigd via de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 19 juni 2013, geregistreerd op 1 juli 2013 onder het nummer 115889/CO/149.02, zal vanaf 1 januari 2014 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. § 2. Een stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag voor zware beroepen alsook een medisch stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag zal worden ingevoerd met ingang van 1 januari 2014.

Opmerking Collectieve arbeidsovereenkomsten hieromtrent zullen met ingang van 1 januari 2014 worden opgemaakt.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 16 juni 2011, geregistreerd op 2 september 2011 onder het nummer 105517/CO/149.02, gewijzigd via de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 19 juni 2013, geregistreerd op 1 juli 2013 onder het nummer 115889/CO/149.02, zal vanaf 1 januari 2014 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. § 3. Voor de duur van het akkoord 2013-2014 wordt volgende aanbeveling inzake stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag gedaan : Op vlak van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : ten laatste 1 jaar voor het bereiken van de leeftijd stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag nodigt de werkgever de betrokken arbeider uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde.

Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag als naar opleiding van de vervanger van de betrokkene sluitende afspraken gemaakt worden. Indien de arbeider in kwestie zijn recht op stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag reeds vastklikte bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, zal hij dit melden aan zijn werkgever. Dit onderhoud kan ook plaatsvinden op vraag van de arbeider zelf. HOOFDSTUK IX. - Inspraak en overleg

Art. 18.Werknemersvertegenwoordiging Voor de duur van het sectoraal akkoord 2013-2014 worden de bepalingen inzake de werknemersvertegenwoordiging, voorzien in artikel 19 van het sectoraal akkoord 2009-2010, verlengd.

Concreet betekent dit : in de ondernemingen waar de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de vakbondsafvaardiging niet moet worden hernieuwd ingevolge een daling van het aantal werknemers, kunnen de werknemersafgevaardigden die niet langer beschermd zijn pas worden ontslagen nadat het paritair subcomité op initiatief van de voorzitter, bijeengekomen is en zich, binnen de 30 dagen na de kennisgeving aan de voorzitter, heeft uitgesproken over het ontslag. Deze procedure is niet geldig in geval van ontslag wegens zwaarwichtige redenen. Niet naleving van de procedure wordt gelijkgesteld met willekeurig ontslag. HOOFDSTUK X. - Sectorale projecten 2013-2014

Art. 19.Functieclassificatie Sectorale partners engageren zich om bij collectieve arbeidsovereenkomst, het nieuwe sectorale classificatiesysteem, met inbegrip van het bijhorende ervaringsbarema, af te ronden tegen uiterlijk 31 december 2014.

Art. 20.Werkbare loopbanen, werknemers in moeilijkheden en activeringsbeleid Meer bepaald in het kader van de wet van 26 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013012289 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen sluiten inzake de invoering van een eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden voor de opzegtermijnen en de carenzdag evenals begeleidende maatregelen (Belgisch Staatsblad van 31 december 1013, editie 3), verbinden de sociale partners zich ertoe in de loop van 2014 de mogelijkheid te onderzoeken van een sectoraal beleid in het kader van : - de loopbaanverlenging; - maatregelen voor werknemers in moeilijkheden; - de activering van ontslagen of met ontslag bedreigde werknemers. HOOFDSTUK XI. - Sociale vrede en duurtijd van het akkoord

Art. 21.Sociale vrede Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.

Art. 22.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014, tenzij anders bepaald.

De artikels die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk en aan de ondertekenende organisaties.

De artikels die van toepassing zijn op het sociaal fonds voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014 Premies Vlaamse Gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest namelijk : - zorgkrediet; - opleidingskrediet; - ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^