9 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, ter bepaling van de regels en organisatiewijzen van het recht op een vermindering van de beroepsloopbaan met een dag per week of gelijkwaardiging de arbeidsstelsels in ploegen of cycli (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, ter bepaling van de regels en organisatiewijzen van het recht op een vermindering van de beroepsloopbaan met een dag per week of gelijkwaardiging de arbeidsstelsels in ploegen of cycli.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2006 Bepaling van de regels en organisatiewijzen van het recht op een vermindering van de beroepsloopbaan met een dag per week of gelijkwaardiging de arbeidsstelsels in ploegen of cycli (Overeenkomst geregistreerd op 23 maart 2006 onder het nummer 79107/CO/102.09) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt voor alle werkgevers, arbeiders en arbeidsters die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk vallen.

Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als voorwerp de uitvoering van artikelen 6, § 2, en 9, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001.

Algemeen verbindend verklaring

Art. 3.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst zo spoedig mogelijk algemeen geldend verklaard zou worden bij koninklijk besluit.

Organisatieregels a) Algemene regel Art.4. Voor de toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis - in het bijzonder artikel 15 - en van deze collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingen met meerdere zetels wordt het bedrijf bepaald als de productiesite. b) Organisatieregels voor het recht op vermindering van de beroepsloopbaan met 1/5 voor de arbeiders die tewerkgesteld zijn in ploegen of cycli in een vijf- of meerdaags arbeidsstelsel Art.5. De arbeiders die in een over vijf of meer dagen gespreid ploegen- of cyclistelsel tewerkgesteld zijn, kunnen het recht op vermindering van de beroepsloopbaan met 1/5 laten gelden onder volgende voorwaarden en toepassingswijzen : - de uitoefening van het recht op tijdskrediet door de arbeiders van het bedrijf die in die arbeidsstelsels tewerkgesteld zijn, wordt beperkt tot één arbeider per groep ploegen die opeenvolgen of in een continustelsel in dezelfde cyclus en met een zelfde doel een werk uitvoeren (bijvoorbeeld winning, breken, ovens, mechanisch onderhoud, enz.). De werkgever bepaalt plaatselijk, in overleg met de vakbondsafvaardiging, voormelde groepen ploegen. Eventuele aanvragen tot afwijking worden door de meest gerede partij aan het paritair subcomité voorgelegd en door het paritair subcomité onderzocht met inachtneming van de hiernavolgende voorwaarde; - de bestaande arbeidsorganisatie moet kunnen gehandhaafd blijven. Dat wil zeggen dat de toepassing van de arbeidscycli en ploegenstelsels moet verzekerd blijven.

Art. 6.De herverdeling van de arbeidsprestaties tot een 4/5-tijdsstelsel in het raam van het toepasselijk arbeidsrooster in ploegen of cycli wordt vastgesteld in overleg tussen de werkgever en de betrokken werknemer en met inachtneming van volgende voorwaarden : - de vermindering van de beroepsloopbaan wordt minstens genomen per aaneensluitende periode van een volle week of, wanneer de cyclus niet in weken georganiseerd wordt, per aaneensluitende periode van een duur die overeenkomst met het aantal rustdagen dat gewoonlijk voorzien is in de cyclus; - in geval van tewerkstelling in een stelsel van beurtelingse ploegen worden de uit te voeren arbeidsprestaties evenwichtig verdeeld tussen de drie ploegen.

Art. 7.Voor wat de in een niet-aaneensluitend ploegenstelsel tewerkgestelde arbeiders betreft, kan de vermindering met 1/5, mits akkoord van de werkgever en inachtneming van artikel 5 hierboven, gebeuren volgens van artikel 6 afwijkende organisatieregels. In geval van onenigheid tussen werkgever en werknemer mag deze zich laten bijstaan door een vakbondsafgevaardigde. Bij gebrek aan een akkoord op bedrijfsvlak wordt de in artikel 6 vastgestelde arbeidsorganisatieregel van toepassing.

Uitvoering

Art. 8.De ondernemingsraad of, bij gebrek aan ondernemingsraad, de vakbondsafvaardiging wordt geregeld op de hoogte gehouden van de toepassing van het tijdskrediet in het bedrijf.

Art. 9.De verschillende herverdelingen van arbeidsprestaties tot 4/5-tijdsstelsels in het raam van arbeidsroosters in ploegen of cycli worden door de ondernemingsraad of, bij ontbreken daarvan, volgens de wettelijke procedure toegevoegd aan de in het arbeidsreglement bepaalde arbeidsroosters.

Geldigheidsduur van de overeenkomst

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2006 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN