gepubliceerd op 21 november 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de instelling van het halftijds brugpensioen op 56 jaar
9 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de instelling van het halftijds brugpensioen op 56 jaar (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de instelling van het halftijds brugpensioen op 56 jaar.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 oktober 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003 Halftijds brugpensioen vanaf 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2003 onder het nummer 66745/CO/120.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters, hierna « werklieden » genaamd, die in een voltijdse arbeidsregeling zijn tewerkgesteld ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, alsook op de werkgevers die hen tewerkstellen en die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen.
Onder « voltijdse arbeidsregeling », moet worden verstaan : de arbeidsregeling bedoeld in hoofdstuk III, arbeids- en rusttijden, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971). HOOFDSTUK II. - Draagwijdte van de overeenkomst
Art. 2.De aanvullende vergoeding ingesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad wordt toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werklieden op voorwaarde dat zij op het ogenblik van de vermindering van hun arbeidsprestaties zij minstens 56 jaar oud zijn of worden.
Voor deze regeling komen in aanmerking de werklieden die met hun werkgever een akkoord bereiken om hun arbeidsprestaties te halveren.
Dit akkoord wordt schriftelijk vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978). HOOFDSTUK III. - Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende vergoeding
Art. 3.De in artikel 2 van deze overeenkomst genoemde werklieden hebben recht op de aanvullende vergoeding op voorwaarde dat : - zij de werkloosheidsuitkering genieten die de reglementering inzake werkloosheidsverzekering voor deze categorie van werknemers voorziet; - zij tijdens de 12 maanden, te rekenen van datum tot datum, die onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van hun arbeidsprestaties, bij dezelfde onderneming hebben gewerkt in een voltijdse arbeidsregeling, zoals bepaald in artikel 1 van deze overeenkomst; - het aantal arbeidsuren van de deeltijds arbeidsregeling, na vermindering, per arbeidscyclus gemiddeld gelijk is aan de helft van het aantal arbeidsuren van een normale voltijdse arbeidsregeling in de onderneming. HOOFDSTUK IV. - Bedrag en betaling van de aanvullende vergoeding
Art. 4.De aanvullende vergoeding wordt berekend en aangepast zoals bepaald in de artikelen 5 tot en met 10 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad.
Art. 5.De betaling van de aanvullende vergoeding en van de eventuele kapitatieve bijdrage valt ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen". De administratieve richtlijnen van de raad van beheer van het fonds moeten nageleefd worden.
De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van de huidige overeenkomst worden door de raad van beheer van het fonds vastgelegd. HOOFDSTUK V. - Overgang naar het voltijds brugpensioen
Art. 6.De betrokken werklieden hebben recht op de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, van zodra zij voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgelegd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003 betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werklieden indien zij worden ontslagen.
Indien zij op het ogenblik van het ontslag de leeftijd van het voltijds brugpensioen niet hebben bereikt, kan de opzegging pas ingaan op de eerste dag van de maand volgend op die tijdens dewelke zij die leeftijd hebben bereikt.
Art. 7.Ingeval de werklieden de bepalingen van artikel 6 kunnen genieten, wordt de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, berekend alsof zij hun arbeidsprestaties niet hadden verminderd.
Daartoe wordt het brutoloon dat de werklieden voor hun halftijdse prestaties ontvangen, vermenigvuldigd met twee. HOOFDSTUK VI. Eindbepalingen
Art. 8.Moeilijkheden inzake de algemene interpretatie van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst worden door de raad van beheer van het fonds beslecht in de geest van en verwijzend naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad.
Art. 9.Deze overeenkomst is gesloten in het raam van de wet betreffende het Belgisch actieplan voor werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999). Ze treedt in werking op 1 januari 2003 en is gesloten voor de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE