Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 oktober 2003
gepubliceerd op 19 november 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2003 en 2004

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003201134
pub.
19/11/2003
prom.
09/10/2003
ELI
eli/besluit/2003/10/09/2003201134/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2003 en 2004 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2003 en 2004.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2003 en 2004 (Overeenkomst geregistreerd op 20 juni 2003 onder het nummer 66590/CO/116)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003, van artikel 11, § 2, van het nationaal akkoord 2003-2004 gesloten op 26 februari 2003 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en van de overeenkomstig het voornoemd interprofessioneel akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003 bekend te maken wet.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is alleen maar van toepassing op de ondernemingen die hiermede op hun niveau instemmen, hetzij onder de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst hetzij onder de vorm van een toetredingsakte tot deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de inrichting, voor een duur beperkt tot de periode die zich strekt van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004 en overeenkomstig de modaliteiten voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is, overeenkomstig artikel 1 hierboven, toepasselijk op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Met « arbeiders », wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.

Art. 3.De toetredingsprocedure tot huidige collectieve arbeidsovereenkomst wordt als volgt vastgesteld : A. Indien de toetreding gebeurt via een collectieve arbeidsovereenkomst dient deze collectieve arbeidsovereenkomst te vermelden dat hij gesloten is in uitvoering van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst; hij wordt voor neerlegging verzonden naar de Griffie van de Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Een afschrift van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt ter kennisgeving verzonden naar de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van deze collectieve arbeidsovereenkomst van in kennis brengt;

B. Indien de toetreding via toetredingsakte gebeurt is de procedure als volgt : de toetreding gebeurt door de betekening van een toetredingsakte, waarvan een model in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt toegevoegd; deze toetredingsakte dient door de werkgever aan elke arbeider schriftelijk te worden meegedeeld. Gedurende acht dagen vanaf die schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de arbeiders waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven; deze toetredingsakte dient te vermelden dat zij opgemaakt is in uitvoering van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst. Zij wordt na de hierboven vermelde termijn van acht dagen en samen met het register voor neerlegging verzonden naar de Griffie van de Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; een afschrift van deze toetredingsakte evenals van het voornoemd register, wordt ter kennisgeving verzonden naar de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van in kennis brengt.

Art. 4.De in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde regeling van aanvullende vergoeding wordt voorzien voor de arbeiders die : 1o de leeftijd van 56 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en uiterlijk op 31 december 2004; 2o voldoen aan de ter zake geldende wettelijke voorwaarden : bijgevolg zullen de betrokken arbeiders een beroepsverleden als loontrekkende van 33 jaar moeten kunnen rechtvaardigen evenals minimaal 20 jaar gewerkt te hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 in de Nationale Arbeidsraad. Bovendien zullen de betrokken arbeiders ten minste 5 jaar anciënniteit in de onderneming moeten bewijzen; de collectieve arbeidsovereenkomst of de toetredingsakte kan deze anciënniteitsvoorwaarde in de onderneming brengen op maximaal 20 jaar; 3o ontslagen worden, behoudens wegens dringende reden zoals bedoeld in de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten.

De betrokken arbeiders zullen desgevallend door de werkgever uitgenodigd worden tot een onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Er zal, desgevallend, tot de ontslagprocedure worden overgegaan.

Art. 5.Voor de betrokken arbeiders gelden dezelfde voorwaarden en procedures als deze bepaald in de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zal berekend worden zoals bepaald in de artikelen 6 en 7 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

Bijgevolg zal deze aanvullende vergoeding gelijk zijn aan 50 pct. van het verschil tussen de werkloosheidsuitkering en het netto referteloon van de arbeiders. Voor de berekening van het voornoemd netto referteloon tot bepaling van de bovenvermelde aanvullende vergoeding zal evenwel, vanaf 1 januari 2004, de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage van de arbeiders berekend worden op 100 pct. in plaats van 108 pct. van hun begrensd bruto maandloon.

Art. 6.De in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad toegekend.

Art. 7.De in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Zijn bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad : - gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen; - herzien overeenkomstig de herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale Arbeidsraad jaarlijks vastgesteld, in functie van de evolutie van de regelingslonen.

Art. 8.De betrokken bruggepensioneerde arbeiders verbinden zich ertoe hun laatste werkgever onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit hernemen. Hernemen zij een andere activiteit dan deze die aan de bruggepensioneerden door de wetgeving toegelaten is, dan wordt de uitbetaling van de in artikel 4 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvullende vergoeding opgeschort.

In elk geval zullen zij om de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2003 en eindigt op 31 december 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2003 en 2004 Model van toetredingsakte overeenkomstig artikel 3, B. van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst Conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2003 en 2004 voor de arbeiders met 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende en minimaal 20 jaar prestaties in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad evenals minstens 5 jaar anciënniteit (1) in de onderneming.

I. Identiteit van de onderneming 1.1. Naam en voornaam of firmanaam . . . . . 1.2. Woonplaats of sociale zetel straat/laan . . . . . nr. . . . . . postnummer . . . . . gemeente . . . . . 1.3. Zetel technische bedrijfseenheid (exploitatiezetel straat/laan . . . . . nr. . . . . . postnummer . . . . . gemeente . . . . . 1.4. Telefoon . . . . . Fax : . . . . . 1.5. Identiteit van de ondertekenaar . . . . . functie . . . . . 1.6. Nr. paritair comité . . . . . 1.7. Inschrijvingsnummer bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid . . . . . (1) Deze anciënniteit van 5 jaar in de onderneming mag door de werkgever, mits een uitdrukkelijke vermelding door de werkgever in punt II van deze toetredingsakte, tot maximum 20 jaar worden gebracht. Indien de werkgever de toegang tot dit conventioneel brugpensioen afhankelijk wenst te maken van supplementaire voorwaarden dient hij ze eveneens uitdrukkelijk te vermelden in punt II van deze toetredingsakte.

II. Toetredingsverklaring Deze toetredingsakte wordt onderschreven in uitvoering van artikel 3, B. van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar in 2003 en 2004, gesloten op 7 mei 2003 in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en waarvan een kopij bijgevoegd is bij deze toetredingsakte.

De ondergetekende werkgever verklaart toe te treden bij voornoemde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 7 mei 2003 in de schoot van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid en die de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004 dekt.

III. Verbintenissen De ondergetekende werkgever bevestigt dat deze toetredingsakte ter raadpleging aan de arbeiders werd voorgelegd overeenkomstig de bepalingen van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst.

IV. Procedure Een exemplaar van deze toetredingsakte wordt, na de in punt III hierboven vermelde raadpleging, samen met het register vermeld in artikel 3, B. van de bovenvermelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, voor neerlegging verzonden naar de griffie van de Administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Een afschrift van deze toetredingsakte wordt, samen met een afschrift van het voornoemd register, ter kennisgeving verzonden naar de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid die er de ondertekenaars van deze sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van in kennis brengt.

Opgemaakte te . . . . . , op . . . . . (ondertekening, identiteit en functie van de ondertekenaar) Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^