9 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor het begrotingsjaar 2001, van de uitzonderlijke of bijzondere uitgaven waarmee geen rekening wordt gehouden in de berekeningsbasis voor de toepassing van de maximumgroeinorm, ter uitvoering van artikel 40, § 1, vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 40, § 1, vierde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1996, en gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999;

Gelet op het advies van de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 27 november 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 maart 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 18 april 2001;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat met toepassing van artikel 40, § 1, eerste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, de globale begrotingsdoelstelling 2001 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging is vastgesteld op een bedrag van 542 800,0 miljoen BEF; dat met toepassing van artikel 40, § 1, derde lid, dat bedrag had moeten zijn vastgesteld op 519 759,2 miljoen BEF en dat het bedrag dus 23 040,8 miljoen BEF boven de wettelijke norm ligt; dat het dus krachtens artikel 40, § 1, vierde lid, noodzakelijk is de in aanmerking genomen uitzonderlijke of bijzondere uitgaven omstandig te vermelden en dit besluit zo snel mogelijk te nemen en bekend te maken;

Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 21 juni 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, uitgebracht op 8 juni 2001, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De uitzonderlijke of bijzondere uitgaven die worden gevoegd bij het bedrag dat voortvloeit uit de reële maximumgroeinorm, bedoeld in artikel 40, § 1, derde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedragen 23 040,8 miljoen BEF voor het dienstjaar 2001.

Art. 2.Het bedrag, bedoeld in artikel 1, is samengesteld als volgt : 1. Vernieuwd geneesmiddelenbeleid : 8 482,5 miljoen BEF.2. Geïntegreerde zorgverstrekking voor chronisch zieken : 1 566,6 miljoen BEF.3. Palliatief beleid : 900,0 miljoen BEF.4. Geriatrisch beleid : 1 911,0 miljoen BEF.5. Medische honoraria, ondermeer de uitbreiding van het globaal medisch dossier en de herwaardering van de intellectuele acten : 1 450,0 miljoen BEF.6. Geestelijke gezondheidszorg, inzonderheid voor kwetsbare groepen : 204,2 miljoen BEF.7. Reorganisatie van de oncologische zorgverstrekking : 500,0 miljoen BEF.8. Ondersteunen van nieuwe medische technologieën : 300,0 miljoen BEF.9. Leefbaarheid, kwaliteit en mensenlijkheid van ziekenhuiszorg : 1 723,0 miljoen BEF.10. Uitvoering van het sociaal akkoord : 3 300,0 miljoen BEF.11. Verbetering van de toegankelijkheid van de gezondheidszorg : 1 400,0 miljoen BEF.12. Andere projecten, onder meer : borstkankerscreening, abortuscentra, logopedie, prothesen, endoscopisch en viscerosynthesemateriaal, coördinerend geneesheer in RVT, anciënniteit buiten ziekenhuizen, ondersteuning multidisciplinaire eerstelijnszorg : 1 303,5 miljoen BEF.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE