gepubliceerd op 19 mei 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 januari 1999 tot vaststelling van het percentage van de berekeningsgrondslag zoals bepaald in artikel 2, tweede lid, van de wet van 20 mei 1997 op de financiering van het toezicht op de vennootschappen voor het beheer van auteursrechten en van naburige rechten bepaald in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
9 MEI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 januari 1999 tot vaststelling van het percentage van de berekeningsgrondslag zoals bepaald in artikel 2, tweede lid, van de wet van 20 mei 1997 op de financiering van het toezicht op de vennootschappen voor het beheer van auteursrechten en van naburige rechten bepaald in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 mei 1997 op de financiering van het toezicht op de vennootschappen voor het beheer van auteursrechten en van naburige rechten bepaald in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid op artikel 2, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 1999 tot vaststelling van het percentage van de berekeningsgrondslag zoals bepaald in artikel 2, tweede lid, van de wet van 20 mei 1997 op de financiering van het toezicht op de vennootschappen voor het beheer van auteursrechten en van naburige rechten bepaald in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 juni 2000;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat ingevolge de vertraging opgelopen bij de inning van de bijdrage van de beheersvennootschappen met het oog op de financiering van het toezicht uitgeoefend in 1999, die bijdrage thans spoedig moet worden geïnd;
Overwegende dat in het kader van het streven om de bijdrage van de beheersvennootschappen en de kosten van het toezicht zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, het percentage van de bijdrage bepaald in artikel 1 van voornoemd koninklijk besluit van 22 januari 1999 moet worden verminderd;
Overwegende dat het in voornoemde wet van 20 mei 1997 toegestane minimumpercentage 0,2 % bedraagt en de bijdrage van de beheersvennootschappen op grond van dat percentage ruimschoots volstaat om de kosten van het toezicht te dekken;
Overwegende dat de kosten van het in 1999 uitgeoefende toezicht reeds ruimschoots worden gedekt door dat percentage van 0,2 %, hetgeen de toepassing ervan vanaf 2 februari 1999, datum waarop met het toezicht is begonnen, verantwoordt;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 januari 1999 tot vaststelling van het percentage van de berekeningsgrondslag zoals bepaald in artikel 2, tweede lid, van de wet van 20 mei 1997 op de financiering van het toezicht op de vennootschappen voor het beheer van auteursrechten en van naburige rechten bepaald in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten wordt het percentage « 0,31 % » vervangen door het percentage « 0,2 % ».
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 2 februari 1999.
Art. 3.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 mei 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN