gepubliceerd op 18 maart 2003
Koninklijk besluit tot vaststelling van het globaal budget in 2002 van de financiële middelen voor het hele Rijk voor de verstrekkingen inzake de farmaceutische specialiteiten in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging
9 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het globaal budget in 2002 van de financiële middelen voor het hele Rijk voor de verstrekkingen inzake de farmaceutische specialiteiten in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 69, § 5, gewijzigd bij de wetten van 24 december 1999, 2 januari 2001 en 10 augustus 2001, en op artikel 191, 15°quater, § 1, derde lid, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001;
Gelet op het overleg met de Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 21 oktober 2002;
Gelet op het advies van de Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 9 december 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 december 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 19 december 2002;
Gelet op het besluit van de Ministerraad, over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies 34.641/1 van de Raad van State, gegeven op 6 februari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het globaal budget van de financiële middelen voor het hele Rijk voor de verstrekkingen inzake de farmaceutische specialiteiten, bedoeld in artikel 34, 5°, b en c van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, beloopt 2.435,3 miljoen euro voor het jaar 2002.
Art. 2.Het in artikel 1 bedoeld bedrag betreft de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten, waarvan de lijsten als bijlage gaan bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van de farmaceutische specialiteiten, zowel verleend aan in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden als aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, met uitzondering van de radioisotopen voor therapeutisch en diagnostisch gebruik, en vers ingevroren plasma virus geïnactiveerd.
Art. 3.Bij de vastlegging van het in artikel 1 vernoemde budget werd rekening gehouden met de hiernavolgende besparingsmaatregelen voor een totaal bedrag van 217,17 miljoen euro.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.Indien de in artikel 3 bedoelde maatregelen niet of niet volledig worden uitgevoerd of indien ze de beoogde besparing niet realiseren dan wordt het principe van neutralisatie, zoals bepaald in artikel 5, toegepast op het in artikel 1 bedoelde budget.
Art. 5.Teneinde rekening te houden met de in artikel 3 bepaalde elementen die hun invloed niet of niet volledig hebben gehad, gebeurt de neutralisatie van de besparingsmaatregelen als volgt : 1° Neutralisatie in functie van het bedrag.Als een maatregel niet tot een vermindering van de uitgaven heeft geleid zoals vooropgesteld bij het vaststellen van het budget, dan wordt het budget verhoogd met het verschil tussen het vooropgestelde bedrag, enerzijds, en het daadwerkelijk effect, anderzijds. Een dergelijke neutralisatie wordt toegepast als het daadwerkelijke effect van een maatregel op de uitgaven achteraf kan nagerekend worden.
Deze vorm van neutralisatie is van toepassing voor de punten 3, 4, 5, 6, 9, 11 en 12 vermeld in artikel 3. 2° Neutralisatie in functie van de datum van inwerkingtreding.Als een maatregel niet wordt uitgevoerd of wordt uitgevoerd op een latere datum dan de vooropgestelde datum, dan wordt het budget verhoogd met het verschil tussen het vooropgestelde bedrag, enerzijds, en het bedrag verminderd pro rata met de vertraging in de uitvoering. Een dergelijke neutralisatie wordt toegepast als het daadwerkelijke effect van een maatregel op de uitgaven achteraf niet kan nagerekend worden maar als voor de invoering van de maatregel een precies tijdstip kan vastgesteld worden.
Deze vorm van neutralisatie is van toepassing voor de punten 1, 2 en 8 vermeld in artikel 3. 3° De maatregelen vermeld in punt 7 en 10 van artikel 3 zijn niet neutraliseerbaar.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.
Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE