Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 juni 2003
gepubliceerd op 20 juni 2003

Koninklijk besluit tot vaststelling van de bezoldigingsregels van de personeelsleden van de « Centrale Dierengezondheidsvereniging » v.z.w.. aangeworven bij arbeidsovereenkomst in de voorlopige cel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2003022706
pub.
20/06/2003
prom.
09/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/09/2003022706/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bezoldigingsregels van de personeelsleden van de « Centrale Dierengezondheidsvereniging » v.z.w.. aangeworven bij arbeidsovereenkomst in de voorlopige cel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4 gewijzigd bij de programmawet van 24 december 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 maart 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 27 maart 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 27 maart 2003;

Gelet op het protocol van onderhandelingen van 16 april 2003 van het Sectorcomité XII;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen de taken van de Centrale Dierengezondheidsvereniging overneemt; dat hierdoor een harmonieuze overgang van het personeel zich opdringt;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de V.Z.W. « Centrale Dierengezondheidsvereniging » die overgedragen zijn naar de voorlopige cel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

Art. 2.In afwijking van de geldelijke bepalingen die van toepassing zijn op de contractuelen van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, behouden de in artikel 1 vermelde contractuelen de wedde die ze genoten bij de v.z.w. wanneer deze hoger ligt dan de wedde verbonden aan de weddenschaal waarin ze geïntegreerd zijn.

De bruto-jaarwedde wordt als volgt berekend : - het bruto maandloon dat het contractueel personeelslid geniet op het ogenblik van de publicatie van dit besluit, vermenigvuldigd met twaalf; - een toelage ten belope van een maandwedde verminderd met de eindejaarstoelage die op de federale ambtenaren van toepassing is.

Art. 3.Het bedrag van de competentietoelage verbonden aan de competentiemeting 1 wordt in evenredige mate verminderd wanneer het bedrag van de behouden wedde vermeerderd met het bedrag van bedoelde toelage hoger ligt dan het maximumbedrag van de weddenschaal waarin ze geïntegreerd zijn vermeerderd met het bedrag van bedoelde toelage.

Art. 4.Voor de toepassing van artikel 2 wordt de wedde bevestigd door de bedrijfsrevisor van het sociaal secretariaat waarbij de V.Z.W. aangesloten is.

Art. 5.De integratie in een niveau gebeurt na verificatie van het diploma door een ambtenaar van Selor.

Art. 6.Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten, wordt voor de vaststelling van de anciënniteit de diensten verricht in de V.Z.W., alsook de nuttige ervaring erkend door de V.Z.W. in aanmerking genomen.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 juni 2003.

De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER I

^