gepubliceerd op 03 maart 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking
9 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2002 Stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking (Overeenkomst geregistreerd op 18 februari 2003 onder het nummer 65472/CO/152)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna "werknemers" genoemd, van de onderwijsinstellingen en internaten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.
Art. 2.In uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, en van de wet van 10 augustus 2001 (Belgisch Staatsblad van 15 september 2001) betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven, inzonderheid hoofdstuk IV, wordt onder de specifieke voorwaarden zoals hierna bepaald, overeengekomen dat er een recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking wordt ingesteld.
Art. 3.Voorwaarden voor het tijdskrediet. § 1. Het recht om in het kader van het tijdskrediet de arbeidsprestaties volledig te schorsen of tot een halftijdse betrekking te verminderen, geldt voor werknemers met een minimumanciënniteit van één jaar bij de werkgever die hen tewerkstelt gedurende vijftien maanden voorafgaand aan de aanvraag. Om de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking te verminderen moet de werknemer ten minste ten belope van 3/4 van een voltijdse betrekking tewerkgesteld geweest zijn in het jaar dat voorafgaat aan de schriftelijke kennisgeving. § 2. Het recht op tijdskrediet geldt voor een maximumperiode van 5 jaar over de gehele loopbaan. § 3. Het tijdskrediet moet vanaf het tweede jaar opgenomen worden per periode van minimum één jaar. § 4. De definitieve keuze van de periode waarin men het tijdskrediet opneemt, wordt in onderling overleg tussen werkgever en werknemer bepaald, in functie van de wensen en de noden van de werknemer en rekening houdend met de behoeften van de dienst of dienstverlening.
Eventueel uitstel van de uitoefening van het recht op tijdskrediet gebeurt overeenkomstig de voorschriften zoals bepaald in artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad. § 5. Wat betreft de toestemming van de werkgever inzake de opname van tijdskrediet wordt verwezen naar de bepalingen van artikel 11, § 4 en § 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Art. 4.Voorwaarden voor de 1/5de loopbaanvermindering. § 1. Het recht op 1/5de loopbaanvermindering geldt voor werknemers die voltijds gewerkt hebben tijdens het jaar dat voorafgaat aan de schriftelijke kennisgeving en met een minimumanciënniteit van vijf jaar bij de werkgever. De vermindering bedraagt 1 dag of 2 halve dagen per week. § 2. Het recht op 1/5e loopbaanvermindering geldt voor een maximumperiode van 5 jaar over de hele loopbaan. § 3. Het recht op 1/5e loopbaanvermindering wordt uitgeoefend per periode van minimum 6 maanden. § 4. De definitieve keuze van de periode waarin men het recht op 1/5e loopbaanvermindering opneemt, wordt in onderling overleg tussen werkgever en werknemer bepaald, in functie van de wensen en de noden van de werknemer en rekening houdend met de behoeften van de dienst of dienstverlening. Eventueel uitstel of intrekking van de uitoefening van het recht op loopbaanvermindering gebeurt overeenkomstig de voorschriften zoals bepaald in artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Art. 5.Voorwaarden voor de vermindering van arbeidsprestaties voor onbeperkte duur voor werknemers van 50 jaar en ouder. § 1. Het recht op 1/5e loopbaanvermindering geldt voor werknemers van 50 jaar en ouder die minimum 80 pct. van een voltijdse betrekking werken op het moment van de schriftelijke kennisgeving, een minimumanciënniteit van 5 jaar hebben bij de werkgever en een totale anciënniteit van 20 jaar hebben op het moment van de schriftelijke kennisgeving. De vermindering bedraagt 1 dag of 2 halve dagen per week. § 2. Het recht op vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking geldt voor werknemers van 50 jaar en ouder die minimum 75 pct. van een voltijdse betrekking gewerkt hebben gedurende het jaar voorafgaand aan de schriftelijke kennisgeving, een minimumanciënniteit van 5 jaar hebben bij de werkgever en een totale anciënniteit van 20 jaar hebben. § 3. De rechten zoals geformuleerd in de paragrafen 1 en 2 van dit artikel gelden voor de werknemers van 50 jaar en ouder en dit zonder maximumduur. Ze worden uitgeoefend per periode van minimum zes maanden. § 4. De definitieve keuze van het tijdstip waarin men het recht op loopbaanvermindering opneemt, wordt in onderling overleg tussen werkgever en werknemer bepaald, in functie van de wensen en de noden van de werknemer en rekening houdend met de behoeften van de dienst of dienstverlening. Eventueel uitstel of intrekking van de uitoefening van het recht op loopbaanvermindering gebeurt overeenkomstig de voorschriften zoals bepaald in artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Art. 6.Het totaal aantal werknemers dat gelijktijdig kan genieten van de rechten in het kader van het tijdskrediet, 1/5de loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt beperkt tot 5 pct. van het personeel, gerekend in voltijdse equivalenten.
Afrondingen naar een halve of volle eenheid worden naar boven toegepast. Bij werkgevers met minder dan 20 werknemers zal de 5 pct. in één voltijds equivalent omgezet worden.
Werknemers die in het kader van een uitgroeibaan, dit wil zeggen hun loopbaan vanaf de leeftijd van 50 jaar verminderen tot een halftijdse betrekking met het oog op pensioen en/of brugpensioen, komen in aanmerking voor de berekening van de drempel van 5 pct. van het personeel, maar worden niet meegeteld voor de invulling ervan.
Art. 7.De werknemer die het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking wenst uit te oefenen, brengt de werkgever hier 3 maanden vooraf schriftelijk op de hoogte. Bij werkgevers met ten hoogste 20 werknemers moet dit 6 maanden vooraf gebeuren.
Art. 8.Gunstigere lokale afspraken inzake het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking kunnen gemaakt worden in zover ze passen binnen de nationale reglementering.
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002. Zij is gesloten voor onbepaalde duur en kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzeggingstermijn van zes maanden en een per post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2005.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE