Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 januari 2000
gepubliceerd op 26 februari 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de te volgen procedure inzake aflevering van het individueel document aan de uitzendkrachten in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en in de autocarondernemingen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012002
pub.
26/02/2000
prom.
09/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/09/2000012002/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de te volgen procedure inzake aflevering van het individueel document aan de uitzendkrachten in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en in de autocarondernemingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de te volgen procedure inzake aflevering van het individueel document aan de uitzendkrachten in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en in de autocarondernemingen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996 Te volgen procedure inzake aflevering van het individueel document aan de uitzendkrachten in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en in de autocarondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 1997 onder het nummer 46480/CO/140.01.02.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van het geregeld vervoer, van het bijzonder geregeld vervoer en van het ongeregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en op hun werklieden.

Onder werklieden, wordt bedoeld : 1° de werklieden en werksters;2° de personen verbonden door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan de arbeidsovereenkomst werd gegeven;3° de personen bedoeld in artikel 3, 5°bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 betreffende de sociale zekerheid van de loontrekkenden. HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving

Art. 2.Onder "individueel document" wordt bedoeld het document waarvan de aflevering geregeld is door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996 betreffende het individueel document in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 november 1997 (Belgisch Staatsblad van 12 december 1997).

Art. 3.Onder "sociaal fonds" wordt bedoeld het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de Ondernemingen der Openbare en Speciale Autobusdiensten en Autocardiensten". HOOFDSTUK III. - Procedure

Art. 4.Indien een uitzendbureau een uitzendkracht ter beschikking stelt van een in artikel 1 bedoelde werkgever, is het er toe gehouden de procedures na te leven die door deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaald is.

Art. 5.De door deze overeenkomst bepaalde procedure vervangt, ten aanzien van de uitzendkrachten, deze bepaald door voornoemde overeenkomst van 26 juni 1996.

Art. 6.Ten laatste op het ogenblik dat de uitzendkracht tewerkgesteld wordt, deelt het uitzendbureau per fax aan het sociaal fonds de volgende inlichtingen mede, en dit voor iedere uitzendkracht : 1° Identificatiegegevens van het uitzendbureau : - maatschappelijke benaming; - adres; - inschrijvingsnummer bij de R.S.Z. 2° Identificatiegegevens betreffende de gebruiker : - naam en voornaam of maatschappelijke benaming; - adres; - inschrijvingsnummer bij de R.S.Z.; - het bevoegd paritair subcomité. 3° gegevens betreffende de uitzendkracht : - naam en voornaam; - geboorteplaats en geboortedatum; - adres; - rijksregisternummer; - nationaliteit. 4° Gegevens betreffende het begin en het einde van de tewerkstelling : - eerste dag van de tewerkstelling bij de gebruiker; - einddatum van de overeenkomst. 5° Gegevens betreffende de arbeidsvoorwaarden van de uitzendkracht : - dagelijkse arbeidsduur; - wekelijkse arbeidsduur; - functie gebruikmakend van de volgende afkortingen : - B voor de buschauffeurs; - C voor de chauffeurs van autocars; - S voor de buschauffeurs van de speciale diensten; - M voor het personeel tewerkgesteld in de garage en onderhoudspersoneel; - tewerkstellingsplaats; - voorziene tewerkstellingsduur. HOOFDSTUK IV. - Rol van het sociaal fonds

Art. 7.In het kader van deze overeenkomst vervult het sociaal fonds de opdrachten voorzien door de voornoemde overeenkomst van 26 juni 1996.

Art. 8.Om de drie maanden levert het sociaal fonds een verslag af aan het beperkt comité. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 9.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang op 1 januari 1997 en is voor onbepaalde duur gesloten. § 2. Zij kan door iedere ondertekenende partij opgezegd worden mits betekening per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, van een opzeggingstermijn van zes maanden.

Voor de betekening van de in het vorig lid bedoelde opzeggingstermijn, is de partij die overweegt deze overeenkomst op te zeggen ertoe gehouden aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en aan de andere partijen deze bedoeling alsook de beweegredenen ervan mede te delen.

Binnen de maand vanaf de ontvangst van de betekening van de bedoeling om over te gaan tot opzegging van deze overeenkomst, is de voorzitter er toe gehouden het verzoeningsbureau bevoegd voor de in artikel 1 bedoelde werkgevers bijeen te roepen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^