9 FEBRUARI 2022. - Koninklijk besluit tot opheffing van de artikelen 41 tot 43 van het koninklijk besluit van 29 juli 1970 houdende organiek reglement van het Hoog Comité van Toezicht

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikelen 37 en 107, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juli 1970 houdende organiek reglement van het Hoog Comité van Toezicht;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 mei 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 19 oktober 2021;

Gelet op advies nr. 70.539/2 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2021;

Overwegende dat artikel 13, § 4 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 stelt dat de bepalingen betreffende het Hoog Comité van Toezicht van toepassing zijn op de Gemeenschap en het Gewest;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 23 januari 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/01/1998 pub. 27/01/1998 numac 1998009061 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1997 houdende diverse bepalingen betreffende de reorganisatie van het Ministerie van Ambtenarenzaken sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juli 1997 houdende diverse bepalingen betreffende de reorganisatie van het Ministerie van Ambtenarenzaken de personeelsleden van de dienst enquêtes (bevoegdheid van gerechtelijke politie) van het Hoog Comité van Toezicht heeft overgeplaatst naar het Ministerie van Justitie;

Overwegende dat de structuur van de Centrale Dienst voor bestrijding van corruptie een sectie "Overheidsopdrachten" omvat, waarvan de opdrachten onder andere beschreven staan in artikel 9, § 3 van het koninklijk besluit van 17 februari 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/02/1998 pub. 19/02/1998 numac 1998009131 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende het commissariaat-generaal, de raad van bestuur en de raad van overleg van de gerechtelijke politie bij de parketten sluiten betreffende het commissariaat-generaal raad van bestuur en de raad van overleg van de gerechtelijke politie bij de parketten;

Overwegende dat het dus deze sectie is die voortaan belast is met de taak om informatie en documenten te verzamelen die ze nodig acht voor de opdracht van de sectie "Overheidsopdrachten";

Overwegende dat artikel 13, § 4 van de voormelde bijzondere wet vooraf dient te worden gewijzigd om het Comité af te schaffen, zoals aangegeven door de Raad van State in zijn advies nr. 27.175/2 van 9 december 1997; Hoewel dat artikel namelijk geen afbreuk doet aan de bevoegdheid van de gewone wetgever of van de Koning om de wetsbepalingen betreffende het Hoog Comité van Toezicht te wijzigen, wordt door het zo maar afschaffen ervan artikel 13, § 4, uitgehold en dus impliciet opgeheven. Zulk een impliciete opheffing van een bepaling van een bijzondere wet door de gewone wetgever zou een schending betekenen van de regels die vastgesteld zijn om de respectieve bevoegdheden van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten te bepalen;

Overwegende dat de Gewesten en Gemeenschappen gespaard moeten blijven van de dubbele verzending van documenten, zowel naar de Centrale Dienst voor bestrijding van corruptie als naar de Federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, opvolger van het Ministerie van Ambtenarenzaken;

Op de voordracht van de minister van Ambtenarenzaken en van de minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De artikelen 41 tot 43 van het koninklijk besluit van 29 juli 1970 houdende organiek reglement van het Hoog Comité van Toezicht worden afgeschaft.

Art. 2.Onze ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 februari 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken P. DE SUTTER, De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE