9 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 april 1970 betreffende de aanneming van de werkplaatsen van de diamantnijverheid (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 30 december 1950 tot regeling der diamantnijverheid, artikel 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 april 1970 betreffende de aanneming van de werkplaatsen van de diamantnijverheid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 februari 1974, 7 juli 1978, 30 november 1983, 21 mei 1987, 10 april 1991 en 30 september 1994;

Gelet op het advies van het Nationaal Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, gegeven op 10 september 2019;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 23 december 2020;

Gelet op advies nr. 70144/1 van de Raad van State, gegeven op 7 oktober 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 17 april 1970 betreffende de aanneming van de werkplaatsen van de diamantnijverheid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) 1° wordt vervangen als volgt: « 1° onder « werkplaats voor eigenlijk bewerken van diamant »: de werkplaats waarin het bewerken van diamant door de onder 3° bedoelde arbeiders wordt verricht.Worden inzonderheid als dusdanig beschouwd, het kloven, het zagen, het snijden, het slijpen, het verstellen van diamant en het schijvenschuren; »; 2) 3°, a), wordt vervangen als volgt: « de werknemers die door een arbeidsovereenkomst gebonden zijn;»; 3) 3°, b), wordt vervangen door de volgende bepaling: "b) de personen die, anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, onder het gezag van een ander persoon tewerkgesteld zijn aan de onder 1° vermelde handelingen van het bewerken van diamant;".

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) § 1, 1°, wordt opgeheven;2) § 1, 2°, wordt opgeheven;3) § 1, 4°, wordt vervangen door de volgende bepaling: « 4° wat de hierna vermelde werkplaatsen betreft, respectievelijk met minimum één bruikbare machine uitgerust zijn, bedoeld voor het eigenlijk bewerken van diamant;»; 4) § 1, 5°, wordt opgeheven;5) § 1, 8°, wordt vervangen door de volgende bepaling: « 8° voldoen aan de door de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, aan de door de Codex over het welzijn op het werk en aan de door de overige uitvoeringsbesluiten van de voormelde wet, vastgestelde voorwaarden; »; 6) § 2 wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 10 april 1991, wordt opgeheven.

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling: « De werkplaatsen in opbouw op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit alsmede deze waarin op deze datum een wijziging aan de technische uitrusting of aan de ruimte der gebouwen in uitvoering is, moeten aan de in artikel 2 gestelde eisen voldoen. ».

Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 26 februari 1974, wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « de eigenaar van de werkplaats » vervangen door de woorden « de werkgever ».

Art. 7.Artikel 9, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt opgeheven.

Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1) in het tweede lid worden de woorden "de eigenaar van het gebouw of de eigenaar, de huurder of één van de huurders van de werkplaats" vervangen door de woorden "de werkgever";2) het derde lid wordt opgeheven.

Art. 9.In artikel 12 van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming » vervangen door de woorden « de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, de Codex over het welzijn op het werk en de overige uitvoeringsbesluiten van de voormelde wet ».

Art. 10.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 april 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 30 december 1950, Belgisch Staatsblad van 31 december 1950. Koninklijk besluit van 26 februari 1974, Belgisch Staatsblad van 14 maart 1974.

Koninklijk besluit van 7 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 31 augustus 1978.

Koninklijk besluit van 30 november 1983, Belgisch Staatsblad van 22 december 1983.

Koninklijk besluit van 21 mei 1987, Belgisch Staatsblad van 19 juni 1987.

Koninklijk besluit van 10 april 1991, Belgisch Staatsblad van 17 mei 1991.

Koninklijk besluit van 30 september 1994, Belgisch Staatsblad van 18 oktober 1994.