gepubliceerd op 12 december 1997
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid en de inbraakpreventie
8 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid en de inbraakpreventie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 29 van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid en de inbraakpreventie;
Gelet op de wetten van de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende sociale bepalingen, gewijzigd door de koninklijke besluiten nr 474 van 28 october 1986 en 502 van 31 december 1986 en door de wetten van 7 november 1987, 22 december 1989, 20 juli 1991, 30 maart 1994 en 21 december 1994;
Gelet op de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, gewijzigd door de wet van 21 december 1994, inzonderheid op de artikelen 69 tot en met 72;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve- en begrotingscontrole;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 1968 tot inrichting en coördinatie van de controles op de toekenning en op de aanwendig van de toelagen;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 juli 1994 tot vaststelling van de modaliteiten van de controle bij het toekennen van een financiële tussenkomst aan de gemeenten bij het afsluiten van een veiligheidscontract of bij het aanwerven van bijkomend personeel in het kader van hun politiedienst;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 10 juli 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1, § 1 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de gemeenten bepaalde financiële hulp van de Staat kunnen krijgen op het vlak van de veiligheid en de inbraakpreventie, wordt als volgt gewijzigd : het bedrag "100 miljoen frank" wordt vervangen door : het bedrag "32.511.200 frank".
Art. 2.In artikel 2, van hetzelfde besluit, wordt een 4°, luidend als volgt, ingevoegd : « 4° de gemeente dient reeds een contract tot toekenning van financiële hulp in het kader van de inbraakpreventie te hebben afgesloten. »
Art. 3.§ 1. Artikel 3, § 1, wordt als volgt gewijzigd : - de bepaling "de geregistreerde criminaliteitscijfers zoals ze bekend zijn gemaakt door de Rijkswacht en de Gerechtelijke Politie voor het jaar 1993" wordt vervangen door : "de geregistreerde criminaliteitscijfers zoals ze bekend zijn gemaakt door de Algemene Politiesteundienst voor het jaar 1995"; - de bepaling "de morfologie van de politiediensten 1993 van de Algemene Politiesteundienst" wordt vervangen door : "de morfologie van de politiediensten 1995 van de Algemene Politiesteundienst". § 2. In artikel 3, van hetzelfde besluit, wordt een § 3, luidend als volgt, ingevoegd : « § 3. Bij de verdeling van de beschikbare kredieten wordt rekening gehouden met de besteding van de middelen toegekend door het in artikel 2, 4° vermelde contract.
Volgende wegingscoëfficient wordt gehanteerd : 0,25 voor de gemeenten die minder dan 10% van het toegekende budget hebben besteed; 0,50 voor de gemeenten die tussen de 10% en de 50% van het toegekende budget hebben besteed; 1 voor de gemeenten die meer dan 50% van het toegekende budget hebben besteed. »
Art. 4.De verdeling van de middelen aan de gemeenten die hiervoor in aanmerking komen, is opgenomen in bijlage bij dit besluit.
Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 september 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE Bijlage Verdeling van de federale middelen voor premies voor technopreventie (1997-1998) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 september 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE