Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 oktober 2004
gepubliceerd op 22 november 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, inzake specifieke maatregelen betreffende deeltijdse arbeid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004202826
pub.
22/11/2004
prom.
08/10/2004
ELI
eli/besluit/2004/10/08/2004202826/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, inzake specifieke maatregelen betreffende deeltijdse arbeid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de programmawet van 22 december 1989, inzonderheid op de artikelen 182 en 189;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, inzake specifieke maatregelen betreffende deeltijdse arbeid.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 oktober 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Programmawet van 22 december 1989, Belgisch Staatsblad van 30 december 1989.

Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 2003 Specifieke maatregelen betreffende deeltijdse arbeid (Overeenkomst geregistreerd op 4 september 2003 onder het nummer 67338/CO/303.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen, die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van de bioscoopzalen, bepaald in artikel 2. HOOFDSTUK II. - Afwijkingen op de arbeidsduur

Art. 2.Deze arbeidsovereenkomst houdt een afwijking in op de bepalingen van de programmawet van 22 december 1989 (Belgisch Staatsblad van 30 december 1989) voor de werknemers, die de functie vervullen van kassier, operateur en onthaalpersoneel.

Art. 3.Zij vult de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 2003, tot vaststelling van de arbeids- en loonsvoorwaarden van sommige werknemers aan.

Art. 4.Bij toepassing van artikel 182 van de programmawet van 22 december 1989, mag de wekelijkse arbeidsduur van de deeltijds tewerkgestelde werknemer die in de arbeidsovereenkomst is overeengekomen, lager liggen dan één derde van de wekelijkse arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers, die in de onderneming tot dezelfde categorie behoren.

Bij ontstentenis van voltijds tewerkgestelde werknemers die in de onderneming tot dezelfde categorie behoren, moet men zich houden aan de arbeidsduur die in dezelfde bedrijfssector van toepassing is.

De gemiddelde arbeidsduur van de in paragraaf 1 van het huidig artikel genoemde contracten wordt vastgesteld op jaarbasis en zulks per bedrijf naargelang de behoeften, waarbij een arbeidsduur van 50 uren op jaarbasis gewaarborgd blijft.

Het loon is verschuldigd op basis van de in de overeenkomst vastgelegde wekelijkse arbeidsduur.

Bij toepassing van artikel 189 van de programmawet van 22 december 1989, mag, in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, elke werkperiode korter zijn dan drie uren, zonder minder dan één niet onderbroken uur te bedragen. HOOFDSTUK III. - Toeslag bij bijkomende prestaties

Art. 5.Overeenkomstig het artikel 6 van het koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijds tewerkgestelde werknemers met overwerk en in afwijking op artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit, bij toepassing van een vast of een variabel werkrooster maar met inachtneming van een vaste wekelijkse arbeidsduur, moeten alle bijkomende prestaties die in de loop van een maand worden verricht, worden betaald met een toeslag met uitzondering van de eerste twintig uren per kalendermaand, op voorwaarde dat de volgende voorwaarden worden gerespecteerd : - de toestemming van de werknemer; - aanwezigheid van een syndicale afvaardiging; - controle door en info aan de syndicale afvaardiging.

Als die voorwaarden niet worden gerespecteerd, is de overurentoeslag verschuldigd voor bijkomende prestaties die een krediet van 12 uur per kalendermaand overschrijden, overeenkomstig het artikel 3 van het koninklijk besluit waarvan sprake hierboven. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1992 (koninklijk besluit van 5 maart 1993 - Belgisch Staatsblad van 24 juni 1993), gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, inzake specifieke maatregelen betreffende deeltijdse arbeid in het kader van de programmawet van 22 december 1989.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2003.

Zij is gesloten voor een onbepaalde duur.

Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden herzien of opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden. Deze opzegging moet per aangetekende brief worden gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen en aan de ondertekenende partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 oktober 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^