gepubliceerd op 17 november 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1998 houdende oprichting enerzijds van de Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen en van de Administratie van de invordering en anderzijds van de graad van auditeur-generaal, dienstchef, en houdende hervorming van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit
8 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1998 houdende oprichting enerzijds van de Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen en van de Administratie van de invordering en anderzijds van de graad van auditeur-generaal, dienstchef, en houdende hervorming van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 1998 houdende oprichting enerzijds van de Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen en van de Administratie van de invordering en anderzijds van de graad van auditeur-generaal, dienstchef, en houdende hervorming van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit, inzonderheid op artikel 10, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juni 1999;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 21 september 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de toekenning van nieuwe bevoegdheden aan de directeur-generaal van de invordering noodzakelijk is om de goede werking van de invorderingsdiensten te verzekeren;
Overwegende dat een juiste en doeltreffende inning van de fiscale ontvangsten die noodzakelijk zijn ter financiering van de Staatsuitgaven een absolute noodzaak is voor het Departement; dat het derhalve past dit besluit zonder verwijl te nemen;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 10 van koninklijk besluit van 18 december 1998 houdende oprichting enerzijds van de Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen en van de Administratie van de invordering en anderzijds van de graad van auditeur-generaal, dienstchef, en houdende hervorming van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 16 juni 1999, wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd : « Onverminderd de in artikel 13, tweede lid, bedoelde prerogatieven van de directeur-generaal van de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit, oefent de directeur-generaal van de Administratie van de invordering de in het eerste lid bedoelde prerogatieven uit over de diensten Personeel, Opleiding, Begroting en Algemene Zaken, Logistiek, informatie en documentatie, en Automatisering van de centrale administratie der directe belastingen en van de centrale administratie van de BTW, registratie en domeinen, sector BTW, alsook over de personeelsleden die tot deze diensten behoren, wat de dossiers met betrekking tot de diensten en het personeel betreft, waarover hij bevoegd is. »
Art. 2.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 oktober 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS