8 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot oprichting van paritaire comités bij de naamloze vennootschap van publiek recht « Brussels International Airport Company » en Belgocontrol

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 30;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1998 tot hervorming van de beheersstructuren van de luchthaven Brussel-Nationaal, inzonderheid op de artikelen 8, 5° en 31, 5°;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid wegens de omstandigheid dat de bestuursorganen van de naamloze vennootschap van publiek recht « Brussels International Airport Company » en Belgocontrol op korte termijn maatregelen dienen te nemen waarover het paritair comité bij elk van deze ondernemingen vooraf moet worden geraadpleegd; dat de paritaire comités bij deze ondernemingen derhalve zo spoedig mogelijk moeten worden opgericht;

Gelet op de gecoördineerde wetten van de Raad van State, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Er wordt een paritair comité opgericht respectievelijk bij de naamloze vennootschap van publiek recht « Brussels International Airport Company » en bij Belgocontrol.

Elk van voornoemde paritaire comités telt 12 leden.

Art. 2.Binnen 15 dagen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit en bij wijze van overgangsmaatregel, is de vakbondsvertegenwoordiging in het paritair comité, op initiatief van de voorzitter van de raad van bestuur, voorlopig samengesteld uit twee leden van elk van de drie vakorganisaties die representatief zijn voor de personeelsleden van deze onderneming bij het Comité van Sector VI. Te dien einde delen voornoemde vakorganisaties hem vooraf de namen van twee personeelsleden en van twee plaatsvervangende leden mee.

In afwachting van de definitieve vaststelling van de samenstelling van het paritair comité worden zijn bevoegdheden beperkt tot deze bedoeld in artikel 30, § 2, 1°, 3° et 4°, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

Art. 3.§ 1. Binnen 15 dagen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, verzoekt de voorzitter van de commissie bedoeld in artikel 14, § 1, van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, bij een ter post aangetekende brief, de vakorganisaties die representatief zijn voor de personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf bij het Comité van Sector VI, om een volledige lijst van haar bijdrageplichtige leden per 31 oktober 1998.

Binnen 15 dagen na het aangetekend verzenden van genoemde brief, maken de voornoemde vakorganisaties de lijst van de leden over aan de voorzitter van de commissie bedoeld in het eerste lid. § 2. De voorzitter van de commissie bedoeld in § 1, eerste lid, gaat zo spoedig mogelijk tot de telling over teneinde de verhouding vast te stellen van de bijdrageplichtige leden van elke vakorganisatie tot het totaal aantal personeelsleden van het autonoom overheidsbedrijf die bij een vakorganisatie zijn aangesloten.

Art. 4.De voorzitter van de commissie bedoeld in artikel 14, § 1, van voornoemde wet van 19 december 1974, deelt de voorzitter van de raad van bestuur van het autonoom overheidsbedrijf, bij een ter post aangetekende brief binnen acht dagen na het beëindigen van de telling, het procentueel aandeel mee van de vakbondsvertegenwoordiging in het paritair comité waarop elke representatieve vakorganisatie aanspraak kan maken.

Art. 5.Binnen acht dagen na het verzenden van de brief bedoeld in artikel 4, deelt de voorzitter van de raad van bestuur van het autonoom overheidsbedrijf aan elke representatieve vakorganisatie, bij een ter post aangetekende brief, het aantal leden mede die haar in het paritair comité zullen vertegenwoordigen.

Dit aantal wordt bepaald overeenkomstig artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 15 juli 1991 tot oprichting van paritaire comités bij de Regie der Luchtwegen, de Regie der Posterijen en de Regie van Telegrafie en Telefonie.

Het college van commissarissen van het autonoom overheidsbedrijf bevestigt de rekenkundige juistheid van de uitgevoerde berekeningen.

Art. 6.Binnen acht dagen na het verzenden van de brief bedoeld in artikel 5, delen de representatieve vakorganisaties aan de voorzitter van de raad van bestuur van het autonoom overheidsbedrijf, bij een ter post aangetekende brief, de namen mee van de vertegenwoordigers die zij als personeelsleden en als plaatsvervangende leden van het paritair comité voordragen.

Binnen dertig dagen na de aangetekende zending van de brief bedoeld in het eerste lid, gaat de raad van bestuur van het autonoom overheidsbedrijf over tot de overeenkomstige aanpassing van de samenstelling van het paritair comité, zoals voorlopig samengesteld overeenkomstig artikel 2.

Art. 7.De vakorganisaties zijn ertoe gehouden aan de commissie bedoeld in artikel 14, § 1, van voornoemde wet van 19 december 1974, binnen de termijnen bepaald door deze laatste of door dit besluit en op straffe van uitsluiting van de telling die naderhand plaatsvindt, alle inlichtingen mee te delen die nodig zijn voor het volbrengen van haar opdracht.

Art. 8.De kosten van de verrichtingen bedoeld in dit besluit zijn ten laste van het betrokken autonoom overheidsbedrijf.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 november 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN