8 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende het aanvragen en het verlenen van aanvullende beschermingscertificaten voor gewasbeschermingsmiddelen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de verordening (EG) Nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, gewijzigd door de wet van 9 maart 1995 en de wet van 28 januari 1997;

Gelet op de wet van 5 juli 1998 betreffende het aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzaak gerechtvaardigd is door de datum van rechtstreekse inwerkingtreding van voornoemde verordening, te weten 8 februari 1997, sinds die datum bestaat er een verplichting om aanvullende beschermingscertificaten af te leveren voor de gewasbeschermingsmiddelen;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : - Verordening : de verordening (EG) Nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen; - Certificaat : het aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen; - Vergunning : de in de Gemeenschap bekomen machtiging voor het in de handel brengen van een produkt als gewasbeschermingsmiddel overeenkomstig richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen inzonderheid gewijzigd door de richtlijn 94/37/EG van de Commissie van 22 juli 1994, en in laatste instantie door de richtlijn 96/68/EG van de Commissie van 21 oktober 1996, of overeenkomstig een gelijkwaardige bepaling in nationaal recht; - Dienst : de Dienst voor de industriële eigendom bij het Ministerie van Economische Zaken; - Minister : de Minister die de industriële eigendom onder zijn bevoegdheid heeft; - Register : het register van aanvullende beschermingscertificaten voor gewasbeschermingsmiddelen.

Voor de toepassing van dit besluit moeten de termen "gewasbeschermingsmiddelen", "produkt" en "basisoctrooi" verstaan worden in de zin bedoeld door de verordening (EG) Nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen.

Art. 2.§ 1. De aanvraag voor een certificaat moet bij de Dienst worden ingediend en moet volgende stukken bevatten : 1° een door de aanvrager ondertekend verzoek om afgifte van het certificaat, ingediend in tweevoud bij wege van een formulier dat door de Dienst wordt ter beschikking gesteld, waarvan de Minister het model vaststelt, en waarin ten minste worden vermeld : a) de naam en het adres van de aanvrager;b) in voorkomend geval, de naam en het adres van de gemachtigde;c) het nummer van het basisoctrooi en de titel van de uitvinding;d) het nummer en de datum van afgifte van de eerste vergunning in België;e) zo de onder d) genoemde vergunning niet de eerste vergunning is voor het in de handel brengen in de Gemeenschap, bovendien het nummer en de datum van laatstbedoelde vergunning;f) een verklaring dat niet eerder een certificaat voor het produkt werd verkregen, en dat de onder d) genoemde vergunning de eerste Belgische vergunning is voor het in de handel brengen van het produkt als gewasbeschermingsmiddel; 2° Een afschrift van de in België geleverde vergunning, waarin het produkt geïdentificeerd is en die ten minste het nummer en de datum van de vergunning bevat, alsook een samenvatting van de kenmerken van het produkt, opgesteld zoals bepaald in bijlage II, deel A.1 (punten 1 tot en met 7) of B.1 (punten 1 tot en met 7) van Richtlijn 91/414/EEG of in overeenkomstige bepalingen in de wetgeving van de Lid-Staat waar de aanvraag wordt ingediend; 3° indien de onder 2° bedoelde vergunning niet de eerste vergunning voor het in de handel brengen van het produkt als gewasbeschermingsmiddel in de Gemeenschap is, de vermelding van de chemische aanduiding van het produkt waarvoor aldus vergunning is verleend, en van de wettelijke bepaling krachtens welke deze vergunningsprocedure heeft plaatsgehad, alsmede een afschrift van de bekendmaking van de vergunning in het daartoe aangewezen officiële orgaan of, bij ontstentenis van een dergelijke publikatie, van enig ander document dat het bewijs levert van de afgifte van de vergunning, de datum ervan en de identiteit van het aldus toegelaten produkt. § 2. Als datum van de indiening van een aanvraag voor een certificaat geldt de datum waarop de aanvrager documenten overlegt die bevatten : 1° een verklaring dat een certificaat wordt aangevraagd;2° gegevens waaruit de identiteit van de aanvrager blijkt;3° gegevens op grond waarvan het basisoctrooi kan worden bepaald.

Art. 3.Een bekendmaking van de aanvraag voor een certificaat wordt door de Dienst in het register gepubliceerd. Deze bekendmaking bevat ten minste de volgende gegevens : 1° naam en adres van de aanvrager;2° nummer van het basisoctrooi;3° titel van de uitvinding;4° nummer en datum van de vergunning voor het in de handel brengen in België alsmede het door de vergunning geïdentificeerde produkt;5° indien van toepassing, nummer en datum van de eerste vergunning voor het in de handel brengen in de Gemeenschap.

Art. 4.§ 1. Indien de aanvraag voor het certificaat en het produkt waarop de aanvraag betrekking heeft voldoen aan de voorwaarden vervat in artikel 3 van de verordening en in artikel 2 van dit besluit, levert de Dienst het certificaat af. § 2. Onverminderd het bepaalde in § 3 wordt de aanvraag verworpen, indien deze laatste of het produkt waarop zij betrekking heeft, niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in § 1. § 3. Indien de aanvraag niet aan de in artikel 2, § 1, genoemde vereisten voldoet, verzoekt de Dienst de aanvrager om de vastgestelde gebreken te herstellen binnen de termijn van twee maanden vanaf de kennisgeving van dit verzoek. Op een met redenen omkleed verzoek kan de Dienst de termijn met twee maanden verlengen. Indien binnen de gegeven termijn de vastgestelde gebreken niet zijn hersteld wordt de aanvraag verworpen.

Art. 5.§ 1. Een bekendmaking van de verlening van het certificaat wordt in het Register gepubliceerd. Deze bekendmaking bevat ten minste de volgende gegevens : 1° naam en adres van de houder van het certificaat;2° nummer van het basisoctrooi;3° titel van de uitvinding;4° nummer en datum van de vergunning voor België, alsmede het in die vergunning geïdentificeerde produkt;5° indien van toepassing, nummer en datum van de eerste vergunning voor het in de handel brengen in de Gemeenschap;6° duur van het certificaat. § 2. Een bekendmaking van de verwerping van de aanvraag voor een certificaat wordt in het Register gepubliceerd. Deze bekendmaking bevat ten minste de in artikel 3 van dit besluit genoemde gegevens.

Art. 6.Het verval van het certificaat krachtens artikel 14, onder b) van de verordening, evenals de nietigheid van het certificaat overeenkomstig artikel 15 van de verordening, worden in het Register ingeschreven onder vermelding van : 1° naam en adres van de houder van het certificaat;2° nummer van het basisoctrooi;3° titel van de uitvinding.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 november 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO