gepubliceerd op 14 juni 2007
Koninklijk besluit betreffende de premiedifferentiatie inzake arbeidsongevallen
8 MEI 2007. - Koninklijk besluit betreffende de premiedifferentiatie inzake arbeidsongevallen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op artikel 49, vervangen bij de wet van 30 december 1992 en gewijzigd bij de wetten van 22 februari 1998, 19 juli 2001, 10 augustus 2001 en 27 december 2006, en op artikel 49quater, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006;
Gelet op de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 178;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen, gegeven op 19 februari 2007;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 maart 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 maart 2007;
Gelet op het advies 42.619/1 van de Raad van State, gegeven op 19 april 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971;2° het Fonds : het Fonds voor arbeidsongevallen;3° de verzekeringsonderneming : de verzekeringsonderneming bedoeld in artikel 49 van de wet.
Art. 2.De jaarlijkse verhoging of de verlaging van de premievoet bedoeld in artikel 49quater van de wet gebeurt op grond van de volgende formule : Trn = Txn . Tr1/Tx1 waarin Tr1 = de onderhandelde premievoet bij het afsluiten of de herziening van de verzekeringsovereenkomst na toepassing van Tx1;
Trn = de toe te passen premievoet voor een daaropvolgend jaar n;
Tx1 = de geloofwaardigheidsformule Tx bij het afsluiten of de herziening van de verzekeringsovereenkomst;
Txn = de geloofwaardigheidsformule Tx voor een daaropvolgend jaar n;
Tx = Td. ITE/ITM. (1- alpha) + Td. alpha waarin Td = het premietarief voor het beroepsrisico arbeiders dat de verzekeringsonderneming vrij vaststelt voor de categorie van bedrijven waartoe de verzekerde onderneming behoort, met inbegrip van de kosten en commissielonen;
ITE = het lastenpercentage van de betrokken onderneming voor de vergoeding van de tijdelijke ongeschiktheden en de medische en diverse kosten van de arbeidsongevallen alsook de externe regelingskosten, in verhouding tot de loonmassa LM, gemeten voor het beroepsrisico arbeiders over drie jaar;
ITM = het lastenpercentage voor de categorie van bedrijven waartoe de verzekerde onderneming behoort, voor de vergoeding van de tijdelijke ongeschiktheden en de medische en diverse kosten van de arbeidsongevallen alsook de externe regelingskosten, in verhouding tot de loonmassa LM, gemeten door een instantie aangeduid in gemeen overleg door de verzekeringsondernemingen voor het beroepsrisico arbeiders over drie jaar; (1 - alpha) = de mate van betrouwbaarheid van de eigen statistiek van de onderneming; alpha is gedefinieerd als (1 - LM/ss);
LM is gedefinieerd als de verzekerde loonmassa in het voorbije jaar voor het beroepsrisico arbeiders; ss is gedefinieerd als 252 maal het loonplafond bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de wet.
De toepassing van de formule moet een verhoging van de premievoet tot gevolg hebben die tot 30 % boven de basispremievoet gaat en tot 10 % onder de basispremievoet volgens de schadestatistiek van de onderneming.
Een bijkomende vermindering van de premievoet ten bedrage van 5 % wordt toegekend aan ondernemingen die een ITE hebben die hooguit één vijfde bedraagt van de ITM. De vermindering kan meer dan 15 % van het premietarief (Td) bedragen voor de ondernemingen die het voorgaande jaar een totale verzekerde loonmassa arbeiders hebben die meer bedraagt dan 25,2 keer het loonplafond bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de wet.
De verzekeringsonderneming mag een andere formule gebruiken, indien deze minstens leidt tot dezelfde verhoging of dezelfde verlaging van de premievoet bij dezelfde schadestatistiek als de verhoging of verlaging waartoe bovenstaande formule aanleiding geeft.
Indien de premievoet ingevolge de toepassing van de formule met minder dan 1 % van de lopende premievoet zou wijzigen, wordt de wijziging van de premievoet niet doorgevoerd.
Art. 3.De verzekeringsonderneming houdt voor elke verzekeringsovereenkomst een statistiek bij die de evolutie van het resultaat weergeeft. In die statistiek worden afzonderlijk en per jaar, voor ten minste de laatste drie jaren vermeld : - de naam van de verzekeringsonderneming en eventueel van de vorige verzekeringsondernemingen; - het nummer van de lopende verzekeringsovereenkomst - de naam van de verzekerde onderneming; - de tariefcode(s); in geval van meervoudige risico's moet de opsplitsing van de loonmassa arbeiders volgens de code meegedeeld worden; - de loonmassa; - de bedragen van de premies; - de uitgaven die toelaten de factor ITE te berekenen.
Binnen een termijn van 15 werkdagen na de ontvangst van de schriftelijke aanvraag zal de houdende verzekeringsonderneming de statistiek meedelen aan de verzekeringnemer of zijn lasthebber. Deze verplichting geldt eveneens, indien de verzekeringsonderneming op eigen initiatief de verzekeringsovereenkomst opzegt. De statistiek wordt dan verstuurd op hetzelfde ogenblik als de opzeggingsbrief.
De verzekeringsonderneming bewaart de statistieken toegezonden door de vorige verzekeringsonderneming, zolang dit noodzakelijk is voor de naleving van dit besluit.
Art. 4.De formule bedoeld in artikel 2 is van toepassing zo de verzekerde loonmassa van de arbeiders in dienst in het voorbije jaar niet meer bedraagt dan 144 keer het loonplafond bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de wet.
De formule bedoeld in artikel 2 is niet van toepassing indien de onderneming sedert minder dan 36 maanden arbeiders in dienst heeft.
Art. 5.De verzekeringsonderneming notificeert aan de verzekeringnemer de aanpassing van de premievoet bedoeld in artikel 2 voor het lopend dienstjaar samen met de premieafrekening van het vorig dienstjaar en uiterlijk op 30 juni behalve indien de verzekeringsonderneming op die datum nog niet beschikt over de noodzakelijke bruikbare gegevens.
Art. 6.Het Beheerscomité van het Fonds evalueert jaarlijks het effect van de premiedifferentiatie op de preventie van de arbeidsongevallen, analyseert de vastgestelde situaties van niet-verzekering en onderzoekt hoeveel werkgevers zich verhoudingsgewijs bevinden binnen elk percentage van premievermindering en premieverhoging.
Het Fonds en de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bepalen in het protocol bedoeld in artikel 87bis van de wet welke informatie en vaststellingen zullen uitgewisseld worden met het oog op de toepassing van het eerste lid.
Art. 7.De artikelen 176 en 177 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen treden in werking op 1 januari 2009.
De verzekeringsonderneming berekent de aanpassing van de premievoet, toe te passen voor het dienstjaar 2009, op basis van de schadestatistiek met betrekking tot de jaren 2006, 2007 en 2008 en notificeert de premievoet aan de werkgever samen met de premieafrekening van het jaar 2008 en uiterlijk op 30 juni 2009.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.
Art. 9.Onze Minister bevoegd voor werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 mei 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN