gepubliceerd op 10 februari 2016
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen
8 JANUARI 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 januari 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2015 Invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2015 onder het nummer 128156/CO/113)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen.
Met "werknemers" worden de werklieden en werksters bedoeld.
Art. 2.In toepassing van de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, wordt het principe van de toepassing van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegestaan in deze sector voor het personeel dat voor deze formule opteert en ontslagen is tijdens de geldigheidsperiode van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en de leeftijd van 60 jaar bereikt heeft uiterlijk op het einde van de arbeidsovereenkomst (namelijk op de laatste effectieve werkdag) en : - voor de mannen : tussen 1 januari 2015 en 31 december 2017, een beroepsverleden van ten minste 40 jaar kunnen bewijzen; - voor de vrouwen : - tussen 1 januari 2015 en 31 december 2015, een beroepsverleden van ten minste 31 jaar kunnen bewijzen; - tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016, een beroepsverleden van ten minste 32 jaar kunnen bewijzen; - tussen 1 januari 2017 en 31 december 2017, een beroepsverleden van ten minste 33 jaar kunnen bewijzen.
Art. 3.De bedrijfstoeslag ingesteld in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, is een brutobedrag, vóór sociale en/of fiscale afhoudingen.
De aftrek van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen voor de berekening van de bedrijfstoeslag van de werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt berekend op 100 pct. van het brutoloon.
Art. 4.a) Voor de werknemers die gebruik maken van het recht op landingsbaan zoals bepaald in artikelen 8 en 22 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 en overstappen van een landingsbaan naar werkloosheid met bedrijfstoeslag, zal de bedrijfstoeslag berekend worden op basis van een voltijdse arbeidsprestatie. b) De werknemers van 50 jaar of ouder die gebruik hebben gemaakt van een recht op vermindering van prestaties zoals voorzien in artikel 9, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.77bis blijven verder genieten van de toepassing van deze paragraaf.
Art. 5.Het bedrag van de bedrijfstoeslag wordt gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de toepassingsmodaliteiten inzake de werkloosheidsuitkeringen, zoals is bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Art. 6.De werknemer die geniet van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zal vervangen worden volgens de wettelijke bepalingen.
Art. 7.Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag is facultatief.
De werkgever verbindt er zich toe om te zijner tijd het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor te stellen aan de werknemer die er recht op heeft.
Art. 8.Het vertrek in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag onder de hierboven omschreven voorwaarden impliceert voor de werknemer de verplichting om te werken tijdens zijn opzeggingstermijn.
Art. 9.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
Het recht op bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op bedrijfstoeslag zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.
In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee of meer stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag cumuleren.
Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om verscheidene stelsels van werkloosheid met bedrijfs-toeslag te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel).
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2017.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft op en vervangt vanaf 1 januari 2015 de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 27 mei 2013 in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, geregistreerd onder nummer 115586/CO/113.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS