Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 augustus 1997
gepubliceerd op 04 september 1997

Koninklijk besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en tot wijziging van sommige bepalingen inzake werknemerspensioenen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022618
pub.
04/09/1997
prom.
08/08/1997
ELI
eli/besluit/1997/08/08/1997022618/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, en tot wijziging van sommige bepalingen inzake werknemerspensioenen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 juli 1973 tot verbetering van de toestand van de bezoldigde moeder die tijdelijk ophoudt onderworpen te zijn aan de maatschappelijke zekerheid in sommige regelingen van de maatschappelijke zekerheid;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;

Gelet op de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;

Gelet op artikel 54, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 juni 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 juni 1997;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat het onontbeerlijk is voor de toepassing van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, dat in werking treedt op 1 juli 1997, dat in de bepalingen van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en in sommige koninklijke besluiten inzake werknemerspensioenen, wordt verwezen naar vermeld koninklijk besluit van 23 december 1996, opdat de Rijksdienst voor pensioenen de gepensioneerden tijdig in kennis zou kunnen stellen van hun recht;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 juli 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en van Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Blijven van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 juli 1997 ingaan, onverminderd de toepassing van afwijkende bepalingen van dit besluit : 1° het koninklijk besluit van 7 maart 1975 tot uitvoering van het artikel 1 van de wet van 11 juli 1973 tot verbetering van de toestand van de bezoldigde moeder die tijdelijk ophoudt onderworpen te zijn aan de maatschappelijke zekerheid in sommige regelingen van de maatschappelijke zekerheid;2° het koninklijk besluit van 22 september 1980, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 februari 1981, 20 september 1984, 17 november 1988 en 4 december 1990 tot uitvoering van de artikelen 152, 153 en 155 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;3° het koninklijk besluit van 17 februari 1981, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 september 1984, 17 november 1988 en 4 december 1990 tot uitvoering van de artikelen 33 en 34 van de herstelwet van 10 februari 1981 inzake pensioenen van de sociale sector;4° artikel 6 van het koninklijk besluit van 29 april 1981, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 februari 1982 en 18 november 1992 tot uitvoering van de artikelen 10 en 25 van het koninklijk besluit nr.50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; 5° het koninklijk besluit van 14 oktober 1983, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 mei 1987 en 14 november 1991, tot uitvoering van artikel 10bis van het koninklijk besluit nr.50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers. HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1975

Art. 2.In het opschrift van het koninklijk besluit van 7 maart 1975 tot uitvoering van artikel 1 van de wet van 11 juli 1973 tot verbetering van de toestand van de bezoldigde moeder die tijdelijk ophoudt onderworpen te zijn aan de maatschappelijke zekerheid in sommige sectoren van de maatschappelijke zekerheid, wordt het woord« moeder » vervangen door het woord « ouder ».

Art. 3.In artikel 1 van hetzelfde besluit wordt het woord « moeder » vervangen door het woord « ouder ». HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 29 april 1981

Art. 4.In artikel 6 van het koninklijk besluit van 29 april 1981, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 februari 1982 en 18 november 1992, tot uitvoering van de artikelen 10 en 25 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, worden de woorden « of van artikel 5 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels » ingevoegd tussen de woorden « het algemeen welzijn » en « , worden toegelaten ». HOOFDSTUK IV. - Wijziging aan het koninklijk besluit van 14 oktober 1983

Art. 5.In artikel 2, 1, eerste lid van het koninklijk besluit van 14 oktober 1983 tot uitvoering van artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 november 1991, worden de woorden « of van artikel 5, 5, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artike-len 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels » ingevoegd tussen de woorden « het algemeen welzijn » en « worden toegekend ». HOOFDSTUK V. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 21 december 1967

Art. 6.In artikel 3, zesde lid, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 mei 1991 worden de woorden « en van artikel 2, 2, 1°, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels hierna « het koninklijk besluit van 23 december 1996 » genoemd ingevoegd tussen de woorden « genoemd » en « met ondergrondse mijnwerkers ».

Art. 7.In artikel 3bis, 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de woorden « en het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990, » en « valt de werknemer ».

Art. 8.In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de woorden « of van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « zonder dat de voorwaarde ».

Art. 9.Aan artikel 5, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 maart 1990, 4 december 1990 en 31 december 1992, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1, eerste lid, worden de woorden « of van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « op voorwaarde dat »;2° in 2, eerste lid, worden de woorden « koninklijk besluit nr.50 of de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « koninklijk besluit nr. 50, van de wet van 20 juli 1990 of van het koninklijk besluit van 23 december 1996 ».

Art. 10.Aan artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1, eerste lid, worden de woorden « of van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « voor de hierna vermelde perioden », 2° in 2, worden de woorden « of van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « blijven genieten », 3° in 3, worden de woorden « of van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « voor de duur der inactiviteit »;4° in 3bis, worden de woorden « of van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « blijven genieten » Art.11. Aan artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 december 1990, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1, eerste lid, worden de woorden « of bij het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « op voorwaarde dat »;2° in 1, eerste lid, worden de woorden « of van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « uit hoofde van de tewerkstelling ».

Art. 12.In artikel 23, vierde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « of bij artikel 5, 6, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « te voldoen ».

Art. 13.In artikel 25, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « of de bij artikel 5, 7, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » worden ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « bedoelde werknemer »;2° de woorden « van dezelfde wet » worden vervangen door de woorden « van de wet van 20 juli 1990 of de bij artikel 7, 6, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 ».

Art. 14.In artikel 32, 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de woorden « of in artikel 5, 7, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « bedoelde hoedanigheid ».

Art. 15.In artikel 35, 1, eerste lid, inleidende zin, en littera N, tweede lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de woorden « 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « 20 juli 1990 en bij de artikelen 2 en 5 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 ».

Art. 16.In artikel 36, 1, eerste lid van hetzelfde besluit, inleidende zin, worden de woorden « 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « 20 juli 1990 en bij de artikelen 2 en 5 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 ».

Art. 17.In artikel 39, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de woorden « en van artikel 5 5, derde lid van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « beschouwd als bijkomende arbeid ».

Art. 18.Aan artikel 52, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 mei 1991 worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 2, worden de woorden « en het overlevingspensioen toegekend krachtens het koninklijk besluit van 23 december 1996 dat werd verhoogd met het bedrag van het supplement bij toepassing van artikel 7, 1, vijfde lid, of dat werd berekend op grond van een bij toepassing van artikel 5, 6, van hetzelfde besluit, met het bedrag van het supplement verhoogd rustpensioen » ingevoegd tussen de woorden « met het bedrag van het supplement verhoogd rustpensioen » en « kan evenmin worden gecumuleerd »;2° in 5, worden de woorden « of bij artikel 5, 7, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « bedoelde werknemer ».

Art. 19.In artikel 52bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de woorden « of het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « verminderd met het bedrag ».

Art. 20.In artikel 55, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 mei 1991, worden de woorden « of in artikel 7, 3, eerste lid van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « beoogde bedrag van het rustpensioen ».

Art. 21.Aan artikel 57, derde lid, van hetzelfde besluit, laatst vervangen bij koninklijk besluit van 4 december 1990 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 mei 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers » worden vervangen door « Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsuitkering »;2° de woorden « en in artikel 5, 6, of in artikel 7, 1, vijfde lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » worden ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « hebben recht op ».

Art. 22.Aan artikel 64, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 oktober 1992, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1, worden de woorden « en 5 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « dient onder beroepsarbeid verstaan »;2° in 3, vierde lid, worden de woorden « of 5, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « bedoelde brutolonen »;3° in 4, derde lid, worden de woorden « of 5 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « bedoelde brutolonen ».

Art. 23.In artikel 64ter van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 oktober 1992, worden de woorden « en arti-kel 5, 5, 6 en 7 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « wordt het invaliditeitspensioen ».

Art. 24.Aan artikel 65 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 februari 1970, 17 november 1980, 20 september 1984 en 4 december 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1, eerste en tweede lid, worden de woorden « of bij het koninklijk besluit van 23 december 1996 » telkens ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « is voorzien »;2° in 2, vijfde lid, worden de woorden « en bij het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « is voorzien ».

Art. 25.In artikel 66, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 maart 1990 en 4 december 1990, worden de woorden « of bij het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « worden door de Rijksdienst voor pensioenen ».

Art. 26.Artikel 69, van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepalingen : «

Artikel 69.Het pensioen wordt niet uitbetaald wanneer de bij artikel 3, 5, van de wet van 20 juli 1990 of bij artikel 5, 5, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 bedoelde werknemer nalaat of weigert zijn rechten te laten gelden.

Onverminderd de bepalingen van artikel 3, 5, tweede lid, van voornoemde wet of van artikel 5, 5, tweede en derde lid, van het voornoemd besluit, wordt de uitbetaling ten titel van voorschot met terugwerkende kracht hervat zodra de aanvraag wordt ingediend. »

Art. 27.Aan artikel 74 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 mei 1991, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 3, B, eerste lid, worden de woorden « of van artikel 5, 8, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « worden toegepast »;2° in 3, B, tweede lid, worden de woorden « of bij artikel 5, 8, tweede lid, van het koninkIijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « wordt toegepast ». HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 4 december 1990

Art. 28.Aan het artikel 3, van het koninklijk besluit van 4 december 1990 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn, en tot wijziging van sommige bepalingen inzake werknemerspensioenen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « of in artikel 5, 6, tweede lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « is gelijk aan »;2° in het eerste lid, a), worden de woorden « of in artikel 5, 6, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « bedoelde werknemer »;3° in het eerste lid, b), worden de woorden « of in artikel 5, 1, eerste lid, a) of b), van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « van het resultaat ».

Art. 29.Aan artikel 4 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1, worden de woorden « of in artikel 5, 5, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « moet worden ingediend »;2° in 2, worden de woorden : a) « of in artikel 5, 6, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « moet door de bij die bepalingen »;b) « in artikel 3, 1, eerste lid, a), van dezelfde wet » worden vervangen door de woorden « in de artikelen 3, 1, eerste lid, a), van dezelfde wet en 5, 1, eerste lid, a) van hetzelfde besluit »;3° in 3, eerste lid, worden de woorden « of in artikel 5, 7, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « moet door de bij die bepalingen »;4° in 3, tweede lid : a) worden de woorden « of in artikel 5, 7, van hetzelfde besluit » ingevoegd tussen de woorden « van dezelfde wet » en « wordt rekening gehouden met »;b) worden de woorden « bij voormeld artikel 3, 7 » vervangen door de woorden « bij voormelde artikelen 3, 7 of 5, 7 ».

Art. 30.Aan artikel 5 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° 1 wordt vervangen als volgt : « 1.De aanvraag tot het verkrijgen van het overlevingspensioen als bedoeld bij artikel 4, 1, vijfde lid, van de wet van 20 juli 1990 of bij artikel 7, 1, vijfde lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 moet door de langstlevende echtgenoot van de bij artikel 3, 6, van dezelfde wet of de bij artikel 5, 6, van hetzelfde besluit bedoelde werknemer worden ingediend ofwel na ofwel samen met de aanvraag van de overlevingspensioenen of als dusdanig geldende uitkeringen waarop hij krachtens een of meer van de bij artikel 3, 1, eerste lid, a), van dezelfde wet of bij artikel 5, 1, eerste lid, a), van hetzelfde besluit bedoelde regelingen aanspraak kan maken. »; 2° in 2, eerste lid, worden de woorden : a) « of bij artikel 7, 6, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » ingevoegd tussen de woorden « 20 juli 1990 » en « moet door de langstlevende echtgenoot »;b) « of bij artikel 5, 7, van hetzelfde besluit » ingevoegd tussen de woorden « van dezelfde wet » en « bedoelde werknemer »;c) « bij voormeld artikel 3, 7, » vervangen door de woorden « bij voormelde artikelen 3, 7 of 5, 7 »;3° in 2, tweede lid worden de woorden : a) « of bij artikel 7, 6, van hetzelfde besluit » ingevoegd tussen de woorden « van dezelfde wet » en « wordt rekening gehouden »;b) « bij voormeld artikel 3, 7, » vervangen door de woorden « bij voormelde artikelen 3, 7 of 5, 7 ». HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 3 november 1969

Art. 31.Het opschrift van het koninklijk besluit van 3 november 1969 houdende vaststelling voor het vliegend personeel van de burgerlijke luchtvaart, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het pensioenrecht en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, wordt aangevuld met de woorden « , van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. ».

Art. 32.Artikel 1, 1, eerste lid, gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 december 1990, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.1. Voor de toepassing van dit besluit, moet worden verstaan onder : 1° « het koninklijk besluit nr 50 » : het koninklijk besluit nr.50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; 2° « de wet van 20 juli 1990 » : de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn;3° « het koninklijk besluit van 23 december 1996 » : het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;4° « het koninklijk besluit van 15 april 1965 » : het koninklijk besluit van 15 april 1965 tot vaststelling, voor het vliegend personeel van de burgerlijke luchtvaart, van regelen die afwijken van de rust- en overlevingspensioenregeling voor bedienden;5° « het koninklijk besluit van 21 december 1967 » : het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;6° « werkgever » : elke onderneming die het commercieel luchtverkeer of de bouw, het nazicht of het herstel van vliegtuigen tot hoofddoel heeft en waarvan de hoofdbedrijfszetel in België is gevestigd;7° « lid van het vliegend personeel » : elk lid van het vliegend personeel, testpiloot inbegrepen, dat door een arbeidsovereenkomst voor bedienden verbonden is met een werkgever als bedoeldonder 6.».

Art. 33.In artikel 3 worden de woorden « artikel 2, 1 en 2, 1° van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « de artikelen 2, 1, 3, 4, 1 en 4, eerste en tweede lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 ».

Art. 34.In artikel 5, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 1, eerste lid, worden de woorden « artikel 3, 1, eerste lid, a en b, van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « arti-kel 5, 1, eerste lid, a) en b), van het koninklijk besluit van 23 december 1996 »;2° In 1, tweede lid, ingevoegd bij koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de woorden"artikel 3, 1, eerste lid, a, van de wet van 20 juli 1990 » en de woorden « artikel 3, 1, eerste lid, a, en van arti-kel 3, 1, eerste lid, b, van de voornoemde wet van 20 juli 1990 » respectievelijk vervangen door de woorden « artikel 5, 1, eerste lid, a), van het koninklijk besluit van 23 december 1996 » en door de woorden « artikel 5, 1, eerste lid, a), en van artikel 5, 1, eerste lid, b), van het voornoemd koninklijk besluit van 23 december 1996 »;3° In 4, worden de woorden « 20 juli 1990 is voorzien, kunnen de toepassing bekomen van artikel 3, 3, van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden : « 20 juli 1990 en bij het koninklijk besluit van 23 december 1996 is voorzien, kunnen de toepassing bekomen van artikel 5, 3, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 »;4° In 5, worden de woorden « artikel 3, 1, van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « artikel 5, 1, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 ».

Art. 35.Aan artikel 8, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1, eerste lid, worden de woorden « artikel 4, 1, van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « artikel 7, 1, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 »;2° in 1, tweede lid, worden de woorden « artikel 4, 1, derde lid, van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « artikel 7, 1, derde lid, en 7, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 »;3° in 2, worden de woorden « artikel 4, 1, tweede lid, van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « artikel 7, 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 »;4° in 3, worden de woorden « artikel 4, 1, achtste lid, van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « artikel 7, 1, achtste lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 »;5° in 3bis, eerste lid, worden de woorden « artikel 4, 1, tiende lid, van de wet van 20 april 1990 » vervangen door de woorden « artikel 7, 1, tiende lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 »;6° in 3bis, tweede lid, worden de woorden « artikel 4, 1, elfde lid, van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « artikel 7, 1, elfde lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 »;7° in 4, worden de woorden « artikel 4, 2, van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « artikel 7, 2, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 »;8° in 5, worden de woorden « artikel 4, 3, eerste lid, van de wet van 20 juli 1990 » vervangen door de woorden « artikel 7, 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 ».

Art. 36.Artikel 13, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 december 1990, wordt aangevuld met volgende alinea : « Voor de berekening van de pensioenen krachtens dit besluit, die daadwerkelijk en voor de eerste maal ingaan vanaf 1 juli 1997 geschiedt de herwaardering overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van het koninklijk besluit van 23 december 1996. ».

Art. 37.In artikel 14, eerste lid, b), laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 december 1990 worden de woorden « L, M, N en O » vervangen door de woorden « L, M, N, O, P en Q ».

Art. 38.Aan artikel 18, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden « en bij het koninklijk besluit van.... » ingevoegd na de woorden « 11 april 1973 »; 2° in het tweede lid, worden de woorden « en bij het koninklijk besluit van..... » ingevoegd na de woorden « 11 april 1973 »; 3° in het derde lid, worden de woorden « en bij het koninklijk besluit van... » ingevoegd na de woorden « 11 april 1973 ». HOOFDSTUK VIII. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 27 juli 1971

Art. 39.Het opschrift van het koninklijk besluit van 27 juli 1971 tot vaststelling voor de beroepsjournalisten, van de bijzondere regelen betreffende het ingaan van het recht op pensioen en van de bijzondere toepassingsmodaliteiten van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, wordt aangevuld met de woorden « , van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn en van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. »

Art. 40.Het artikel 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° « de wet van 3 april 1962 » : de wet van 3 april 1962 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor arbeiders en bedienden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 maart 1964, bij de wetten van 10 maart 1965 en 13 juni 1966 en bij het koninklijk besluit nr.50 van 24 oktober 1967; 2° « het koninklijk besluit nr.50 » : het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers; 3° « de wet van 20 juli 1990 » : de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn;4° « het koninklijk besluit van 23 december 1996 » : het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;5° « het koninklijk besluit van 21 december 1967 » : het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;6° « werkgever » : elke onderneming waarvan de zetel in België is gevestigd en die één of meer personen zoals bedoeld in 7° in dienst heeft;7° « beroepsjournalist » : ieder werknemer in de zin van het koninklijk besluit nr.50 voor zover hij toegelaten is tot het dragen van de titel van beroepsjournalist of, wanneer het perioden betreft van tewerkstelling voor de inwerkingtreding van de wet van 30 december 1963 betreffende de erkenning en de bescherming van de titel van beroepsjournalist, voor zover hij de voorwaarden vervult bepaald in artikel 1, eerste lid, van genoemde wet. » HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 41.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1997.

Art. 42.Onze Minister van Pensioenen en van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 augustus 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en van Pensioenen, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^