gepubliceerd op 15 mei 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
8 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 53, gewijzigd door de wetten van 22 februari 1998, 25 januari 1999, 24 december 1999 en 14 januari 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 159bis , ingevoegd door het koninklijk besluit van 22 februari 1998 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de sociale identiteitskaart en gewijzigd door het koninklijk besluit van 8 december 1998;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 27 januari 2003;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van begroting van 27 maart 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat vanaf het ogenblik dat de praktische modaliteiten van het uitreiken van een beroepskaart geneeskundige verzorging op punt staan, deze kaarten door de zorgverstrekkers moeten kunnen worden aangevraagd. Het is daarom van belang dat de volgens derdebetalersregeling in rekening gebrachte prestaties, verstrekt door deze zorgverstrekkers, in het geval van lezing van de sociale identiteitskaart en facturatie met magnetische drager, zo snel mogelijk eveneens gedekt worden door een betalingsverbintenis van de verzekeringsinstelling.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het eerste lid van het artikel 159bis, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 1998, wordt aangevuld met de volgende zin : « - de verstrekkingen verleend door andere zorgverleners dan de hiervoor genoemde, aan wie op hun verzoek een beroepskaart voor geneeskundige verzorging uitgereikt werd. ».
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2003.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE