8 APRIL 2002. - Koninklijk besluit ter wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Wij hebben de eer U ter ondertekening het ontwerp van koninklijk besluit voor te leggen teneinde het koninklijk besluit van 20 juli 2001 te wijzigen met het oog op het bereiken van verschillende doelstellingen : In de eerste plaats gaat het om het aanbrengen van verbeteringen aan de tekst van het koninklijk besluit, namelijk door het verbeteren van de bewoording van artikel 25, § 1, die aanleiding geeft tot verwarring.

Vervolgens gaat het om het laten vooruitgaan van e-government en de administratieve vereenvoudiging door het opstarten van een project voor het inschrijven van voertuigen via elektronische weg: schrappen van de voorafgaandelijke betaling waarin artikel 26 voorziet.

Gelet op het vastgestelde gebrek aan informatie betreffende de nieuwe verplichting om de voorzijde van het voertuig uit te rusten met de reproductie van een retroflecterende kentekenplaat, wordt voorzien om het van kracht worden van deze verplichting van 1 januari 2002 naar 1 oktober 2002 te verplaatsten.

Het advies van de Raad van State werd gevolgd voor wat betreft de herziening van artikel 4 van het ontwerp.

In tegenstelling tot de opmerking geuit door de Raad van State voor wat betreft de betrokkenheid van de gewesten, dient te worden opgemerkt dat het huidig ontwerp niet enkel voor advies werd voorgelegd tijdens de vergadering van ministers bevoegd voor het Vervoer maar eveneens tijdens de vergadering van het Overlegcomité tussen de federale overheid en de gemeenschaps- en gewestregeringen.

Rekening houdend met deze verduidelijking, met een unaniem akkoord dat behoorlijk werd vastgesteld en met de dringendheid wordt er geen gevolg gegeven aan deze opmerking.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer trouwe dienaars, De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Financiën, D. REYNDERS

8 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 20 juli 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 januari 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 24 januari 2002;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 25 januari 2002 over het verzoek van de Raad van State om advies te geven binnen de termijn van drie dagen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 22 februari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de dringende noodzaak om met name bij het uitstellen van de datum van de inwerkingtreding, de rechtszekerheid te waarborgen in verband met de verplichting te beschikken over een retroflecterende reproductie van de kentekenplaat;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 25, § 1, eerste en tweede lid, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen worden vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. Een gewone kentekenplaat mag met instemming van de houder ervan worden overgedragen op naam van de echtgenoot, van de wettelijke samenwonende, of van één van de kinderen van de houder, indien het voertuig van de houder of een ander voertuig tegelijkertijd wordt ingeschreven onder het nummer van die kentekenplaat.

Indien de houder overleden is mag diens gewone kentekenplaat eveneens worden overgedragen op naam van de overlevende echtgenoot, van de wettelijke samenwonende of van één van zijn kinderen indien het voertuig van de houder of een ander voertuig tegelijkertijd wordt ingeschreven onder het nummer van die kentekenplaat. »

Art. 2.In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt de volgende wijziging aangebracht : In de eerste zin wordt het woord « voorafgaandelijk » geschrapt.

Art. 3.In artikel 41, § 1, 2°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « 1 januari 2002 » vervangen door « 1 oktober 2002 ».

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag wanneer het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt, behalve artikel 3, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2002.

Art. 5.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat haar of hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Financiën, D. REYNDERS