Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 september 2003
gepubliceerd op 15 december 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de loonvormingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012655
pub.
15/12/2003
prom.
07/09/2003
ELI
eli/besluit/2003/09/07/2003012655/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de loonvormingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de loonvormingen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROECKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2001 Loonvormingen (Overeenkomst geregistreerdop 19 december 2001 onder het nummer 60369/CO/149.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen Afdeling 1. - Meerderjarige werklieden

Art. 2.De minimumuurlonen van de werklieden tewerkgesteld in de bij artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair Subcomité voor het koetswerk. Afdeling 2. - Jonge werklieden

Art. 3.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de jonge werklieden worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepscategorie waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang de leeftijd volgens de percentages vermeld in navermelde tabel (18 jaar = 100 pct.).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De verhogingen dewelke voortvloeien uit de in de bovenstaande tabel vermelde doorschuiving, worden verleend : - op 1 januari en op 1 juli voor de werklieden geboren tussen 1 oktober en 31 maart; - op 1 juli en op 1 januari voor de werklieden geboren tussen 1 april en 30 september.

Art. 4.De beroepscategorie waartoe een jonge werkman behoort, wordt vastgesteld volgens de regels bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 1991 van het Paritair Subcomité voor het koetswerk, tot vaststelling van de beroepenclassificatie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 januari 1992 (Belgisch Staatsblad van 28 februari 1992). HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 5.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt tot het hogere honderdste afgerond.

Art. 6.Vanaf 2001 en de volgende jaren worden alle effectieve en baremieke (spanning 100) lonen telkens op 1 mei aangepast aan de reële index. De aanpassing wordt dan berekend op basis van de formule "sociale index" (= 4 maandelijks gemiddelde) april van het lopende jaar/april voorafgaand jaar. HOOFDSTUK IV. - Afrondingsregels Afdeling 1. - Afrondingsregels in Belgische frank

Art. 7.Alle verhogingen of aanpassingen van de lonen worden berekend, rekening houdend met de tweede decimaal.

De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt tot op de dichtst bijgelegen eenheid afgerond.

Voorbeeld : ...,01 BEF tot en met ...,49 BEF wordt afgerond naar de lagere eenheid; ...,50 BEF of meer wordt afgerond naar de hogere eenheid. Afdeling 2. - Afrondingsregels in euro

Art. 8.Overeenkomstig in uitvoering van : - advies nummer 1210 van 17 december 1997 dat samen met de Centrale Raad voor het bedrijfsleven werd uitgebracht; - de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van barema's, premies, vergoedingen en voordelen; - de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 70 van 15 december 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de andere bedragen dan die welke zijn bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van barema's, premies, vergoedingen en voordelen; - de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 78 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969); - de aanbeveling nummer 13 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro, worden alle verhogingen of aanpassingen van de lonen berekend, rekening houdend met de vierde decimaal.

De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt afgerond tot op de dichtst bijgelegen eurocent.

Voorbeeld : - ...,0001 EUR tot en met ...,0049 EUR wordt afgerond naar de lagere eurocent; - ...,0050 EUR tot en met ...,0099 EUR wordt afgerond naar de hogere eurocent. HOOFDSTUK V. - Bijzondere bepalingen

Art. 9.Alle verhogingen of aanpassingen van de minimumuurlonen worden op het minimum uurloon van de hulpwerkman (spanning 100) toegepast en schommelen voor de andere categorieën volgens de hierna bepaalde loonspanning : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 10.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de verhoging eerst toegepast.

Art. 11.De loonsverhogingen en loonaanpassingen voorzien in 2001, zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de uurlonen van 4 juli 2001, worden berekend in Belgische frank waarna de spanning wordt berekend. Daarna gebeurt de omzetting naar euro (aan spanning 100), waarna opnieuw de spanning wordt berekend.

Vanaf 1 januari 2002 zullen de loonsverhogingen en loonaanpassingen worden berekend in euro waarna de spanning wordt berekend. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en geldt voor een onbepaalde tijd.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, geregistreerd onder het nummer 55560/CO/149.02 op 15 september 2000.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden met een opzeg van drie maand, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 september 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROECKE

^