7 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van het globaal aantal geneesheren, opgesplitst per Gemeenschap, die toegang hebben tot het verkrijgen van bepaalde bijzondere beroepstitels

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, inzonderheid op artikel 35nonies, § 1, 1°, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op het advies van de Planningscommissie-medisch aanbod, gegeven op 10 februari 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 juli 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de studenten vóór het begin van het academisch jaar 2000-2001 op de hoogte moeten worden gebracht.

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 20 september 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de gezamenlijke voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van het globaal aantal geneesheren, opgesplitst per Gemeenschap, die toegang hebben tot het verkrijgen van bepaalde bijzondere beroepstitels wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art 2bis. § 1. Het aantal kandidaten, die jaarlijks na het bekomen van het diploma bedoeld in artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, toegang hebben tot de opleiding voor de titel van huisarts die het voorwerp uitmaakt van de erkenning bedoeld in artikel 35ter van hetzelfde besluit, is als volgt vastgesteld op : 300 voor het jaar 2004 300 voor het jaar 2005 300 voor het jaar 2006. § 2. Per Gemeenschap is dit aantal vastgelegd op : 1° wat het aantal kandidaten betreft met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap valt : 180 voor het jaar 2004 180 voor het jaar 2005 180 voor het jaar 2006 2° wat het aantal kandidaten betreft met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt : 120 voor het jaar 2004 120 voor het jaar 2005 120 voor het jaar 2006.»

Art. 2.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 2ter.§ 1. Het aantal kandidaten, die jaarlijks na het bekomen van het diploma bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, toegang hebben tot de opleiding voor de titels van specialisten die het voorwerp uitmaken van de erkenning bedoeld in artikel 35ter van hetzelfde besluit, is als volgt vastgesteld op : 400 voor het jaar 2004 350 voor het jaar 2005 300 voor het jaar 2006 § 2. Per Gemeenschap is dit aantal vastgelegd op : 1° wat het aantal kandidaten betreft met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap valt : 240 voor het jaar 2004 210 voor het jaar 2005 180 voor het jaar 2006 2° wat het aantal kandidaten betreft met een einddiploma uitgereikt door een universiteit die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt : 160 voor het jaar 2004 140 voor het jaar 2005 120 voor het jaar 2006.»

Art. 3.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 november 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE