Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 november 2000
gepubliceerd op 22 november 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van de gewaarborgde gezinsbijslag

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022828
pub.
22/11/2000
prom.
07/11/2000
ELI
eli/besluit/2000/11/07/2000022828/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van de gewaarborgde gezinsbijslag


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 1971 tot instelling van de gewaarborgde gezinsbijslag, inzonderheid op de artikelen 1, laatste lid, 2, laatste lid en 4, laatste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, inzonderheid op artikel 8, § 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 juli 1977, 8 mei 1984, 15 april 1985, 31 maart 1987 en bij de wet van 22 december 1989;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor Werknemers, gegeven op 10 juli 1998;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 april 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 26 mei 2000;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 17 augustus 2000;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 8, § 1, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 maart 1987 en gewijzigd bij de wet van 22 december 1989, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. De maandelijkse bedragen van de kinderbijslag zijn de bedragen bedoeld in : 1° de artikelen 40 en 42bis van de samengeordende wetten;2° artikel 50bis van de samengeordende wetten, voor de wees van wie de vader of de moeder aanvrager van de gewaarborgde gezinsbijslag was, voor zover de voorwaarden bepaald door de wet, meer bepaald deze van artikel 3, vervuld waren op het ogenblik van het overlijden. De in het eerste lid, 2° bedoelde kinderbijslag wordt nochtans verleend tegen bij de artikelen 40 en 42bis van de samengeordende wetten bepaalde bedragen, indien de overlevende vader of moeder een huwelijk aangaat of een feitelijk gezin vormt met een persoon die geen bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad.

Het samenwonen van de overlevende ouder met een persoon die geen bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad doet vermoeden tot bewijs van het tegendeel dat er sprake is van een feitelijk gezin.

Het voordeel van het eerste lid, 2° mag opnieuw worden ingeroepen wanneer de in het tweede lid bedoelde oorzaken van uitsluiting opgehouden hebben te bestaan of wanneer het huwelijk van de overlevende ouder, die geen feitelijk gezin vormt, gevolgd is door een scheiding van tafel en bed of door een feitelijke scheiding bekrachtigd door een gerechtelijke beschikking die de echtgenoten machtigt om een afzonderlijk verblijf te houden.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 6 februari 1999.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 november 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^