gepubliceerd op 13 april 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de vaststelling, voor 1999, van de modaliteiten van financiering van de bijdrage van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" in de cursussen voor beroepsopleiding van de sector
7 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de vaststelling, voor 1999, van de modaliteiten van financiering van de bijdrage van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" in de cursussen voor beroepsopleiding van de sector (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 mei 1981, inzonderheid op artikel 3, 2°, van de statuten;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de vaststelling, voor 1999, van de modaliteiten van financiering van de bijdrage van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" in de cursussen voor beroepsopleiding van de sector.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 november 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINKX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 4 mei 1981, Belgisch Staatsblad van 23 mei 1981.
Bijlage Paritair Comité voor de warenhuizen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999 Vaststelling, voor 1999, van de modaliteiten van financiering van de bijdrage van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" in de cursussen voor beroepsopleiding van de sector (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nummer 51587/CO/312) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de warenhuizen. HOOFDSTUK II. - Beroepsopleiding, financiering
Art. 2.Voor de financiering van de activiteiten inzake beroepsopleiding van het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" in toepassing van de artikelen 12 en 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 mei 1981, wordt de bijdrage van de werkgevers te storten aan voornoemd sociaal fonds vastgesteld op 40 BEF per werknemer, die op datum van 30 september 1998 in de onderneming is tewerkgesteld.
De aangifte die bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid werd ingediend voor het derde kwartaal 1998 geldt als basis voor de berekening van het personeelsbestand per 30 september 1998. HOOFDSTUK III. - Inning van de bijdragen van de werkgevers
Art. 3.De inning van de bijdragen van de werkgevers berekend overeenkomstig artikel 2, gebeurt door het sociaal fonds in de loop van de maand mei.
De werkgevers storten de aan het sociaal fonds verschuldigde sommen uiterlijk op 31 mei. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 november 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINKX.