gepubliceerd op 12 september 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 tot uitvoering van het protocolakkoord van 14 mei 1997, betreffende de financiële tegemoetkoming van de werkgever in de prijs van het vervoer van werknemers
7 MEI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 tot uitvoering van het protocolakkoord van 14 mei 1997, betreffende de financiële tegemoetkoming van de werkgever in de prijs van het vervoer van werknemers (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 tot uitvoering van het protocolakkoord van 14 mei 1997, betreffende de financiële tegemoetkoming van de werkgever in de prijs van het vervoer van werknemers.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 mei 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het hotelbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2012 Wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 tot uitvoering van het protocolakkoord van 14 mei 1997, betreffende de financiële tegemoetkoming van de werkgever in de prijs van het vervoer van werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 24 september 2012 onder het nummer 111208/CO/302) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers. HOOFDSTUK II. - Bijdrage van de werkgevers
Art. 2.Onverminderd de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies, gesloten op 20 februari 2009 in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, wordt de bijdrage van de werkgevers in de kosten van het vervoer van de werknemers vastgesteld als volgt : a) Vervoer per spoorwegen (Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen) De tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs wordt berekend op basis van de tabel met forfaitaire bedragen opgenomen in collectieve arbeidsovereenkomst nr.19octies gesloten in de Nationale Arbeidsraad. b) Gemeenschappelijk openbaar vervoer Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer zal, voor zover de afgelegde afstand volgens de kortste weg tussen de vertrekhalte en de aankomsthalte gelijk is aan of 1 kilometer overschrijdt, de bijdrage van de werkgever in de prijs van de treinkaarten vastgesteld worden als volgt : Wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de tabel vermeld in artikel 2, a) van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zonder evenwel 75 pct.van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden.
Wanneer de prijs een éénheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8 pct. van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst berekend op basis van de in artikel 2, a) van deze collectieve arbeidsovereenkomst vermelde tabel met forfaitaire bedragen voor een afstand van 7 km te overschrijden. c) Vervoer per fiets Voor de verplaatsingen afgelegd per fiets tussen hun verblijfplaats en hun plaats van tewerkstelling, en omgekeerd, betaalt de werkgever aan de werknemer een vergoeding van 0,21 EUR per afgelegde kilometer.d) Andere wijze van verplaatsing Voor zover de afgelegde afstand volgens de kortste weg tussen de vertrekhalte en de aankomsthalte gelijk is aan of 1 kilometer overschrijdt, is de bijdrage van de werkgever vastgesteld op 70 pct. van de prijs van de treinkaart in tweede klasse voor een overeenstemmende afstand.
Bij achtereenvolgend gebruik van verschillende verplaatsingsmiddelen waarvan hierboven sprake, is de bijdrage van de werkgever respectievelijk op elke van de afgelegde afstand van toepassing.
Art. 3.Indien de werknemer gebruik maakt van het eigen vervoermiddel of gebruik maakt van één of meer rittenkaart van het gemeenschappelijk openbaar vervoer en niet gedurende de gehele maand heeft gewerkt, dan heeft hij recht op een vergoeding van 1/21,66 van de voorziene maandelijkse tussenkomst per effectief gewerkte dag in de loop van de kalendermaand. De werknemer kan echter nooit meer dan de voorziene maandelijkse tussenkomst ontvangen zoals bepaald in artikel 2, a), b) en d).
Art. 4.De financiële bijdrage waarvan sprake in artikel 2 wordt beperkt tot de effectieve verplaatsingen tussen de wettelijke verblijfplaats en de onderneming, voor de werknemers die door de werkgever worden gehuisvest.
Art. 5.De werknemers die volgens hun dienstregeling gebruik maken van het vervoer dat door de werkgever wordt georganiseerd zijn uitgesloten van de financiële bijdrage waarvan sprake in artikel 2.
Art. 6.De werknemers die in de loop van de arbeidsdag, overeenkomstig hun uurrooster, onderbroken arbeidsprestaties leveren en die tussen twee arbeidsperioden niet onder het gezag staan van hun werkgever en waarvan de onderbreking niet kan beschouwd worden als een rusttijd of luchtpauze, hebben recht op een dubbele bijdrage van de werkgever in de vervoerkosten zoals bepaald in artikel 2.
De werknemers, met onderbroken arbeidsprestaties zoals bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst en die voor hun dubbele verplaatsingen van en naar het werk uitsluitend gebruik maken van een abonnement op het openbaar vervoer dat recht geeft op meerdere verplaatsingen per dag, hebben geen recht op de dubbele bijdrage zoals voorzien in het eerste lid.
Art. 7.De gelegenheidswerknemers (extra's) genieten de financiële bijdrage onder de voorwaarden vermeld in artikel 2 ten belope van 1/6 van de voorziene wekelijkse tussenkomst, per verplaatsing van en naar de plaats van het werk.
Art. 8.Betreffende het berekenen van de afgelegde afstand, hetzij per spoorweg (NMBS), hetzij per ander gemeenschappelijk openbaar vervoer, moet het aantal kilometers in aanmerking worden genomen dat vermeld is op de abonnementskaart afgeleverd door de betrokken maatschappijen.
Wanneer de werknemer moet gebruik maken van de meerdere vervoermiddelen (NMBS en/of gemeenschappelijk openbaar vervoer), volstaat het de kilometers samen te tellen die vermeld staan op de abonnementen afgeleverd door de respectievelijke vervoermaatschappijen. HOOFDSTUK III. - Terugbetalingstijdstip
Art. 9.Om de terugbetaling te bekomen van de vervoerkosten waarvan sprake in artikelen 2 tot en met 8, overhandigt de begunstigde werknemer op uitdrukkelijke vraag van de werkgever, de bewijsstukken zodra deze in zijn bezit zijn.
Indien de werknemer moet betalen om het bewijsstuk te bekomen, zal de werkgever deze onkosten vergoeden.
Op verzoek van de werkgever moet de werknemer een verklaring op eer afleggen, vermeldend het aantal verplaatsingen dat hij per week heeft afgelegd naar en van de plaats van zijn werk. Om zijn recht op een dubbele bijdrage te laten gelden, zoals voorzien in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, dient de werknemer steeds een schriftelijke verklaring op eer af te leggen, vermeldend het aantal verplaatsingen dat hij in de loop van de arbeidsdag heeft afgelegd en van de plaats van zijn werk.
Misbruiken van de werknemer tot verkrijgen van de dubbele bijdragen worden gesanctioneerd volgens de bepalingen vermeld in het arbeidsreglement.
De financiële bijdrage waarvan sprake in het artikel 2, c) en d) wordt berekend in functie van het aantal verplaatsingen vermeld in de verklaring op eer.
De werkgever heeft het recht om op elk ogenblik de waarheid van deze verklaring op eer na te gaan. De werknemer moet binnen de drie dagen elke wijziging van deze situatie mededelen.
Art. 10.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 2 tot en met 7, blijven de gunstigere toestanden inzake vervoer en terugbetaling van de vervoerkosten op het vlak van de onderneming behouden. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, tot uitvoering van het protocolakkoord van 14 mei 1997, betreffende de financiële tegemoetkoming van de werkgever in de prijs van het vervoer van werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 mei 1999, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 27 augustus 2001, van 23 oktober 2007, van 8 juli 2009 en 20 september 2011, wordt gewijzigd en gecoördineerd overeenkomstig de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 en alle wijzigingen worden vervangen door deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2012 en is gesloten voor een onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden met een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf en de daarin vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK