gepubliceerd op 29 augustus 2000
Koninklijk besluit tot goedkeuring van de statuten van het Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening
7 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de statuten van het Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid op artikel 7, § 2;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde statuten van de vereniging zonder winstoogmerk « Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening », gewijzigd door de algemene vergadering op 22 april 1999, worden goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 22 april 1999.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 7 mei 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET
Bijlage Statuten van de v.z.w. « Fonds voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening » Ter uitvoering van artikel 7 van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende medische hulpverlening vormen de verzekeringsondernemingen die in België werkzaam zijn en die toegelaten zijn voor de dekking : - van het risico « burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen » bedoeld onder tak 10 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, georganiseerd door de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte verzekering van dat risico; - van het risico « arbeidsongevallen en ongevallen op de weg naar en van het werk » bedoeld door de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971; - van het risico « ongevallen » bedoeld onder tak 1 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen; - van het risico « ziekte » bedoeld onder tak 2 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen; - van het risico « algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid » bedoeld onder tak 13 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen; - van het risico « leven » bedoeld onder tak 21 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen; een V.Z.W. onder de volgende voorwaarden : Definitie : « de Wet » : de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening en de koninklijke uitvoeringsbesluiten.
I. Benaming, zetel, doel, duur
Artikel 1.De vereniging draagt de naam « Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening ».
Zij is speciaal door de Koning erkend krachtens artikel 7, § 2, al. 1 van de Wet.
Art. 2.De zetel van de vereniging is gevestigd te Brussel; met die term worden al de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedoeld.
De zetel is momenteel gevestigd de Meeûsplantsoen 29, 1000 Brussel.
Art. 3.De vereniging heeft tot doel : 1° de kosten te betalen, volgens de bepalingen van artikel 8, 1°, van de Wet, voortspruitende uit de tussenkomst van de geneesheer die opgeëist wordt krachtens artikel 4 van de Wet;2° de betaling te waarborgen, volgens de bepalingen van artikel 8, 2°, van de Wet, van de kosten voortspruitende uit de tussenkomst van de functies « mobiele urgentiegroep » en van de ambulancediensten opgeëist krachtens respectievelijk de artikelen 4bis en 5 van de Wet.
Art. 4.De vereniging is voor een onbepaalde duur opgericht.
Zij kan, te allen tijde, ontbonden worden in de vorm waarin voor de statutenwijzigingen is voorzien, mits de bepalingen van artikel 15 van deze statuten na te leven. Zij zal nochtans geacht worden voort te bestaan voor de vereffening van de op het ogenblik van de ontbinding nog lopende verbintenissen.
II. Leden, toetredingen, uittredingen, verbintenissen
Art. 5.Het aantal leden is onbeperkt zonder lager te mogen zijn dan tien.
Art. 6.Lid is : 1° elke verzekeringsonderneming die toegelaten is voor de dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen bedoeld onder tak 10 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen bedoeld door de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte motorrijtuigverzekering;2° elke verzekeringsonderneming toegelaten voor de dekking van het risico « arbeidsongevallen en ongevallen op de weg naar en van het werk » bedoeld door de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 tot invoering van de verplichte verzekering van dat risico;3° elke verzekeringsonderneming toegelaten voor de dekking van het risico « ongevallen » bedoeld onder tak 1 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen;4° elke verzekeringsonderneming gemachtigd voor de dekking van het risico « ziekte » bedoeld onder tak 2 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen;5° elke verzekeringsonderneming gemachtigd voor de dekking van het risico « algemene burgerrechtelijke aansprakelijkheid » bedoeld onder tak 13 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen;6° elke verzekeringsonderneming gemachtigd voor de dekking van het risico « leven » bedoeld onder tak 21 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen. De hoedanigheid van lid wordt toegekend per verzekeringstak wanneer eenzelfde onderneming voor verschillende takken is toegelaten.
De verzekeringsonderneming waarvan de toelating ingetrokken wordt, verliest de hoedanigheid van lid.
Art. 7.Het uittredende lid moet zijn verplichtingen blijven nakomen tot het verstrijken van een termijn van één jaar volgende op de volledige uitvoering van al zijn verbintenissen. Het heeft geen enkel recht op het kapitaal van de vereniging. Het mag noch het bedrag van de door hem gestorte bijdragen terugvorderen, noch een rekeningopgave of rekeningenverantwoording, een inventaris of een verzegeling aanvragen.
III. Inkomsten
Art. 8.1° De bijdrage van de aangesloten leden mag niet meer dan honderd frank per jaar bedragen. 2° Het Fonds wordt anderzijds gefinancierd door : a) Een toelage ten laste van iedere aangesloten verzekeringsonderneming waarvan het bedrag jaarlijks wordt vastgesteld door de raad van bestuur die, bij aanwezigheid van ten minste drie vierde van zijn leden, bij meerderheid van drie vierde van de stemmen, beslist met inachtneming van de tijdens het afgelopen dienstjaar gedane uitgaven. Ingeval die beslissing niet kan worden genomen omdat het eerste bovenvermelde quorum niet bereikt is, komt de raad van bestuur binnen de veertien dagen opnieuw bijeen. In dat geval beraadslaagt hij op geldige wijze in aanwezigheid van de meerderheid van de leden en beslist hij bij meerderheid van drie vierde van de aanwezige leden.
Uiterlijk op de dag van de statutaire algemene vergadering volgend op het afsluiten van ieder boekjaar, bepaalt de raad van bestuur het totaalbedrag van de toelagen van de verzekeringsondernemingen vereist om twee derde van de in alinea 1 bedoelde uitgaven te dekken en stelt hij de modaliteiten van hun verdeling vast naar verhouding van het premie- of bijdrage-inkomen van ieder lid tijdens het boekjaar dat het afgelopen boekjaar voorafgaat. b) Een jaarlijkse subsidie van de Staat gelijk aan de helft van de hierboven in a) bedoelde toelagen. De raad van bestuur stelt de data vast voor de vereffening van de bijdragen en de toelage aan het Fonds.
IV. Organen, administratie en werking
Art. 9.De vereniging wordt vertegenwoordigd door : 1° de algemene vergadering;2° de raad van bestuur. A. Algemene vergadering
Art. 10.De algemene vergadering is de hoogste macht van de vereniging.
Onder haar bevoegdheid vallen in het bijzonder : 1° de wijziging van de statuten, onder voorbehoud van's Konings goedkeuring;2° de benoeming en de afzetting van de leden van de raad van bestuur, in de gevallen waarin dit haar toebehoort;3° de goedkeuring van de rekeningen;4° de ontbinding van de vereniging, onder voorbehoud van 's Konings goedkeuring;5° de afkondiging van het verlies van de hoedanigheid van lid.
Art. 11.De vereniging komt ten minste één keer per jaar tijdens de tweede helft van de maand april volgende op de afsluiting van het boekjaar in gewone algemene vergadering bijeen.
Zij wordt buitengewoon bijeengeroepen bij beslissing van de raad van bestuur of indien een vijfde van de leden erom verzoekt.
De vergadering wordt gehouden op de dag, het uur en de plaats die in de oproepingsbrief vermeld zijn.
De mededelingen, verslagen, balansen en rekeningen zullen ter beschikking van de verenigingsleden gesteld worden ten minste vijftien dagen voor de datum die voor de algemene vergadering werd vastgesteld.
Art. 12.De oproepingen geschieden bij gewone brief toegestuurd aan ieder van de leden ten minste vijftien dagen voor de datum die voor de algemene vergadering werd vastgesteld. Zij moeten de agenda vermelden.
De vergadering mag beraadslagen over punten die niet op deze agenda vermeld staan met het eenparig akkoord van de aanwezige bestuurders.
Art. 13.De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van bestuur of, bij diens ontstentenis door de vice-voorzitter gekozen onder de door de algemene vergadering benoemde bestuurders.
Art. 14.Al de verenigingsleden hebben een gelijk stemrecht, waarbij ieder van hen beschikt over één stem. Zij dienen op de algemene vergadering vertegenwoordigd te worden door elke persoon die statutair of bij volmacht gemachtigd is om in hun naam verbintenissen aan te gaan.
Art. 15.De vergadering is geldig samengesteld wat ook het aantal van de aanwezige of vertegenwoordigde leden mag zijn.
Haar beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van de stemmen der aanwezige of vertegenwoordigde leden. De vertegenwoordigers moeten in het bezit zijn van een regelmatige volmacht die nauwkeurig het vertegenwoordigde lid of de vertegenwoordigde leden vermeldt.
Bij staking van stemmen is die van de voorzitter of die van de persoon die hem vervangt doorslaggevend. In afwijking van al. 2 hierboven kunnen de beslissingen van de algemene vergadering die een wijziging van de statuten of de ontbinding van de vereniging inhouden respectievelijk slechts genomen worden met nakoming van de bepalingen van de artikels 8 en 20 van de wet van 27 juni 1921 waarbij de rechtspersoonlijkheid verleend wordt aan V.Z.W.'s en aan instellingen van openbaar nut. Elke beslissing betreffende de wijziging van de statuten of de ontbinding van de vereniging vereist daarenboven de goedkeuring van de Koning.
Art. 16.De beslissingen van de algemene vergadering worden opgetekend in een register van de verenigingsakten in de vorm van procesverbalen door de voorzitter en de twee vice-voorzitters ondertekend.
Het register wordt bewaard op de zetel van de vereniging waar al de verenigingsleden er kennis kunnen van nemen zonder verplaatsing van het vernoemde register. Uittreksels ervan kunnen afgegeven worden aan ieder verenigingslid of aan elke derde persoon die er om verzoekt en zijn gewettigd belang rechtvaardigt. Deze uittreksels worden ondertekend door de voorzitter van de raad van bestuur of, bij diens ontstentenis door een van de vice-voorzitters.
B. Raad van Bestuur
Art. 17.De vereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur. Deze laatste wordt gevormd door vijf leden door de algemene vergadering onder de verenigingsleden benoemd en door een gelijk aantal bestuurders door de Koning aangewezen krachtens artikel 7, § 2 van de Wet.
Art. 18.De duur van het mandaat van de bestuurders door de algemene vergadering benoemd bedraagt zes jaar; dit mandaat is hernieuwbaar.
Art. 19.De raad van bestuur verkiest in zijn midden met de toestemming van de Minister die de Volksgezondheid in zijn bevoegdheden heeft, een voorzitter en twee vice-voorzitters, die deze hoedanigheid voor de duur van hun mandaat behouden en herkiesbaar zijn.
De voorzitter en één van de vice-voorzitters zijn door de algemene vergadering benoemde bestuurders.
De andere vice-voorzitter is een door de Koning benoemde bestuurder.
Art. 20.De raad van bestuur beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden wat het beheer en het bestuur van de vereniging alsmede wat de verwezenlijking van haar doelstelling, zoals ze in artikel 5 van deze statuten omschreven is, betreft.
Hij benoemt en ontslaat in 't bijzonder een directeur belast met het dagelijks beheer; hij bepaalt diens bevoegdheden, machten en bezoldigingen. De door de Koning benoemde bestuurders zetelen in de raad met dezelfde machten en voorrechten als de door de algemene vergadering benoemde bestuurders.
Art. 21.De raad van bestuur vertegenwoordigt de vereniging in gerechtszaken, zowel als eiser als verweerder. De rechtsvorderingen worden ingesteld op vervolgingen en benaarstigingen van de voorzitter.
Art. 22.De raad van bestuur vergadert bij oproeping door de voorzitter of op verzoek van drie bestuurders.
Hij kan slechts geldig beraadslagen indien de meerderheid van de leden aanwezig is.
Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 8 van de statuten worden de beslissingen genomen bij volstrekte meerderheid van de stemmers, waarbij de stem van de voorzitter doorslaggevend is bij staking van stemmen.
Zij worden opgetekend in een bijzonder register in de vorm van procesverbalen ondertekend door de voorzitter en de aanwezige vice-voorzitter(s).
Door de voorzitter of, bij diens ontstentenis door één van de vice-voorzitters kunnen ondertekende uittreksels ervan afgegeven worden.
Art. 23.De mandaten van bestuurders zijn onbezoldigd. Er kunnen echter vergoedingen toegekend worden voor onkosten die de aanwezige leden gehad hebben voor hun verplaatsing of voor de volbrenging van bijzondere door de raad van bestuur bepaalde opdrachten.
V. Rekeningen balansen en nazicht
Art. 24.Het boekjaar vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december van ieder kalenderjaar.
Art. 25.Op het einde van ieder boekjaar, sluit de raad van bestuur de rekeningen af en legt hij die voor aan de gewone algemene vergadering tegelijkertijd met een verslag over zijn werking gedurende het afgelopen boekjaar.
De raad van bestuur maakt de balans op en de rekening van de inkomsten en uitgaven van het boekjaar, welke voor goedkeuring worden voorgelegd aan de gewone algemene vergadering.
Hij maakt eveneens de begroting op voor het volgende boekjaar.
Art. 26.Het beheer van de bestuurders en de rekeningen worden nagezien door twee commissarissen.
De ene wordt door de Koning aangewezen en de andere wordt door de algemene vergadering buiten de raad van bestuur benoemd voor een duur van zes jaar.
Deze commissarissen hebben de opdracht de boeken en de kastoestand na te zien en samen verslag uit te brengen bij de bevoegde Minister en aan de gewone algemene vergadering betreffende de controle die zij uitgeoefend hebben.
VI. Slotbepalingen
Art. 27.Voor al wat niet in deze statuten bepaald is, wordt uitdrukkelijk verwezen naar de bepalingen van de wet van 27 juni 1921 betreffende de v.z.w. in de mate waarin deze bepalingen niet strijdig zijn met die van de Wet.
Art. 28.In alle gevallen van ontbinding, op welk ogenblik en om welke reden ook, zullen de netto sociale activa, na betaling van de passiva en de lasten, verdeeld worden tussen enerzijds de Staat en anderzijds de tot deze vereniging toegetreden verzekeringsondernemingen volgens de verhouding die bepaald wordt door artikel 7, lid 3 van de Wet betreffende de financiering van het Fonds.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 mei 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET