gepubliceerd op 22 juni 2009
Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)
7 JUNI 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek (PC 140) ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, artikel 51, § 1, vervangen bij de wet van 30 december 2001;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, gegeven op 4 mei 2009;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de laatste maanden, in een klimaat van recessie, de economische toestand is achteruitgegaan, in het bijzonder voor de verhuisondernemingen en ondernemingen voor meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten die onder het Paritair Comité voor het vervoer en logistiek ressorteren;
Overwegende dat in het huidige klimaat van recessie, de economische activiteit in deze ondernemingen wezenlijk achteruitgaat door de vermindering van bestellingen;
Overwegende dat het onmogelijk is om op korte termijn de evolutie van de crisis te voorspellen en dus de eventuele herneming van de activiteiten;
Overwegende dat de huidige economische toestand het spoedig invoeren van een regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt voor de verhuisondernemingen en ondernemingen voor meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten die onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek ressorteren.
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de verhuisondernemingen en ondernemingen voor meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten die onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek ressorteren.
Art. 2.Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden volledig worden geschorst, mits ervan kennis wordt gegeven door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de aanplakking niet inbegrepen.
De aanplakking kan worden vervangen door een geschreven kennisgeving aan iedere werkloos gestelde werkman, ten minste zeven dagen op voorhand, de dag van de kennisgeving niet inbegrepen.
Art. 3.De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag dertien weken niet overschrijden. Wanneer de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst de voorziene maximumduur heeft bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren, alvorens een nieuwe volledige schorsing kan ingaan.
Art. 4.Met toepassing van artikel 51, § 1, vijfde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, vermeldt de in artikel 2 bedoelde kennisgeving de datum waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst ingaat, de datum waarop deze schorsing een einde neemt en de data waarop de werklieden werkloos gesteld worden.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 4 mei 2009 en treedt buiten werking op 1 januari 2010.
Art. 6.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 juni 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 30 december 2001, Belgisch Staatsblad van 31 december 2001.