7 JULI 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 21 maart 1997 waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Raeren en Kelmis van algemeen nut wordt verklaard

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1° en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 21 maart 1997 waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Raeren en Kelmis van algemeen nut wordt verklaard, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 21 maart 1997 waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Raeren en Kelmis van algemeen nut wordt verklaard.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE Bijlage 21. MÄRZ 1997 - Königlicher Erlass zur Anerkennung der Gemeinnützigkeit der sofortigen Inbesitznahme bestimmter Parzellen auf dem Gebiet der Gemeinden Raeren und Kelmis ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 23. Juli 1926 zur Gründung der Nationalen Gesellschaft der Belgischen Eisenbahnen, insbesondere des Artikels 1bis, ersetzt durch das Gesetz vom 21. März 1991;

Aufgrund des Gesetzes vom 26. Juli 1962 bezüglich der Enteignungen zum Nutzen der Allgemeinheit und der Konzessionen für den Bau von Autobahnen, abgeändert durch das Gesetz vom 7. Juli 1978, insbesondere des Artikels 5;

Aufgrund des Gesetzes vom 21. März 1991 zur Umstrukturierung bestimmter öffentlicher Wirtschaftsunternehmen, insbesondere des Artikels 10 § 2 Nr. 2;

Aufgrund des Königlichen Erlasses Nr. A/96178/B48.2.5/B vom 1. Oktober 1996;

In der Erwägung, dass die am 23. August 1996 vom Minister der Wallonischen Region ausgestellte Baugenehmigung sowie Detailstudien Änderungen zur Folge haben in bezug auf die Inbesitznahme der Parzellen, die auf den dem Königlichen Erlass Nr. A/96178/B48.2.5/B vom 1. Oktober 1996 beigefügten Plänen Nr. ET-D1-752000-HT1, ET-D1-753000-HT1 und ET-D1-754000-HT1 angegeben sind, mit dem Ziel, Begradigungsarbeiten auf der Linie 37 zwischen Lontzen und der deutschen Grenze zur Verbesserung der Durchfahrt der klassischen und Hochgeschwindigkeitszüge vorzunehmen;

In der Erwägung, dass es zur Verwirklichung des obenerwähnten Ziels notwendig ist, die Parzellen, die auf den Plänen Nr. ET-D1-752000-HT2, ET-D1-753000-HT2 und ET-D1-754000-HT2 angegeben sind und auf dem Gebiet der Gemeinden Raeren und Kelmis liegen, in Besitz zu nehmen;

In der Erwägung, dass der Ministerrat am 19. Juli 1991 die Bauplanung der Hochgeschwindigkeitslinien gebilligt hat;

In der Erwägung, dass der Ministerrat am 16. Februar 1996 beschlossen hat, der NGBE durch Vermittlung einer gemischtwirtschaftlichen Finanzierungsgesellschaft die Geldmittel zu bewilligen, die nötig sind zur vollständigen Durchführung des Projekts des Hochgeschwindigkeitszuges im Jahre 2005;

In der Erwägung, dass die Hochgeschwindigkeitslinie zwischen Lüttich und der deutschen Grenze gemäss dem am 5. Juli 1996 vom Ministerrat gebilligten Zehnjahres-Investitionsplan 1996-2005 der NGBE so schnell wie möglich und spätestens im Monat Juni des Jahres 2005 in Betrieb genommen werden muss;

In der Erwägung, dass es wegen der für die Arbeiten erforderlichen Frist notwendig ist, die betreffenden Parzellen sofort zum Nutzen der Allgemeinheit in Besitz zu nehmen;

Auf Vorschlag Unseres Ministers des Transportwesens, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir :

Art. 1.Im Rahmen der Anlage der Hochgeschwindigkeitslinie Brüssel-Köln (Teilstrecke Löwen-Lüttich) erfolgt die sofortige Inbesitznahme bestimmter Parzellen, die auf dem Gebiet der Gemeinden Raeren und Kelmis liegen und in den vorliegendem Erlass beigefügten Plänen Nr. ET-D1-752000-HT2, ET-D1-753000-HT2 und ET-D1-754000-HT2 aufgenommen sind, zum Nutzen der Allgemeinheit.

Art. 2.In Ermangelung einer gütlichen Abtretung werden die auf den obenerwähnten Plänen angegebenen, zur Durchführung der betreffenden Arbeiten notwendigen Parzellen gemäss den Bestimmungen des Gesetzes vom 26. Juli 1962 bezüglich der Enteignungen zum Nutzen der Allgemeinheit und der Konzessionen für den Bau von Autobahnen, insbesondere des Artikels 5, enteignet und in Besitz genommen.

Art. 3 Der Königliche Erlass Nr. A/96178/B48.2.5/B vom 1. Oktober 1996 wird aufgehoben, was die Landentnahmen betrifft, die auf den diesem Erlass beigefügten Plänen Nr. ET-D1-752000-HT1, ET-D1-753000-HT1 und ET-D1-754000-HT1 angegeben sind und auf dem Gebiet der Gemeinden Raeren und Kelmis liegen.

Art. 4.Unser Minister des Transportwesens ist mit der Ausführung vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 21. März 1997 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister des Transportwesens, M. DAERDEN Anlage zum Königlichen Erlass vom 21. März 1997 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE