gepubliceerd op 20 januari 2020
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de vorming
7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 18 september 2019Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/09/2019 pub. 17/12/2019 numac 2019042815 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de vorming (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 18 september 2019Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/09/2019 pub. 17/12/2019 numac 2019042815 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, betreffende de vorming.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 januari 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in brandstoffen Collectieve arbeids overeenkomst van 18 september 2019Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/09/2019 pub. 17/12/2019 numac 2019042815 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Vorming (Overeenkomst geregistreerd op 16 oktober 2019 onder het nummer 154483/CO/127)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van de artikelen 11 tot 20 van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk.
Art. 3.De KMO's of werkgevers die minder dan 10 werknemers tewerkstellen, worden formeel uitgesloten uit het toepassingsgebied.
De werkgevers die minimum 10 maar minder dan 20 werknemers tewerkstellen, beschikken gemiddeld over minimum één dag opleiding per jaar per voltijds equivalent.
Art. 4.De sociale partners engageren zich om elke werknemer de mogelijkheid te geven vorming te genieten gedurende de arbeidstijd.
Deze vormingsmogelijkheden kunnen zowel intern op de plaats van de tewerkstelling als extern van de onderneming georganiseerd worden.
De vorming kan zowel door de werkgever ingericht worden als door opleidingsderden, hiertoe gemandateerd door de werkgever.
Art. 5.§ 1. In uitvoering van artikelen 3 en 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt aan de werknemers een collectieve opleidingstijd op het niveau van de onderneming toegekend.
Er wordt een groeipad afgesproken waarbij de opleidingsinspanningen minstens twee dagen per voltijds equivalent bedragen en geleidelijk worden opgetrokken om een niveau te bereiken van vijf dagen gemiddeld per jaar.
Er wordt afgesproken dat voor 2019-2020 een verhoging van 0,2 dagen per jaar wordt nagestreefd. § 2. Een individuele opleidingstijd per werknemer wordt op het niveau van de onderneming toegekend binnen de collectieve opleidingstijd zoals bepaald in § 1 van dit artikel en binnen het globale vormings- en opleidingsplan van de onderneming zoals bepaald in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 6.§ 1. De opleidingstijd zoals toegekend in toepassing van artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan uitsluitend worden opgenomen in het kader van het vormings- of opleidingsplan van de onderneming zoals opgemaakt in overleg tussen de werkgever en de werknemers. § 2. In overleg met de werknemers (ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk of vakbondsafvaardiging en bij ontstentenis daarvan het personeel) voert elke onderneming een aangepast vormings- en opleidingsbeleid, waarbij een globaal vormings- en opleidingsplan wordt opgemaakt, rekening houdend met onder meer de wettelijke bepalingen waaraan de onderneming onderworpen is.
Art. 7.Voor ondernemingen waar in het kader van het vormings- en opleidingsbeleid reeds een vormings- of opleidingstijd, -recht of -krediet wordt toegekend aan de werknemers, geldt dat de opleidingstijd zoals bepaald in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst integraal deel uitmaakt van de bestaande maatregelen inzake vormings- of opleidingstijd, -recht of -krediet op het niveau van de onderneming.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 2020.
De Minister van Werk, N. MUYLLE