7 JANUARI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de eindejaarspremie (vlas) (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de eindejaarspremie (vlas).

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 januari 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de landbouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2019 Eindejaarspremie (vlas) (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2019 onder het nummer 153340/CO/144) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de door hen tewerkgestelde werknemers, die ressorteren onder het Paritair Comité voor de landbouw en waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit de vlasteelt, de hennepteelt, de eerste verwerking van vlas en/of hennep. Onder "eerste verwerking" wordt verstaan : het scheiden van de verschillende onderdelen van de plant.

Zijn uitgesloten : de werknemers die tewerkgesteld worden in de sector en die bedoeld worden in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969, Belgisch Staatsblad van 5 december 1969, inzake sociale zekerheid. § 2. Met de term "werknemers" worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Toekenningsmodaliteiten

Art. 2.Aan alle werknemers die minstens 3 maand tewerkgesteld zijn bij één van de in artikel 1 bedoelde werkgevers, wordt een eindejaarspremie toegekend.

Deze tewerkstelling moet niet samenvallen met de referteperiode zoals vermeld in artikel 3.

Deze tewerkstellingsvoorwaarde geldt niet voor werknemers die werden ontslagen of op SWT of rustpensioen werden gesteld.

Art. 3.Het bedrag van de eindejaarspremie, vóór alle afhoudingen, is vastgesteld op 8,5 pct. van de lonen die werden verdiend tijdens het vierde kwartaal van het voorgaande jaar en het eerste, het tweede en derde kwartaal van het lopend jaar voor de gewerkte en gelijkgestelde dagen.

Onder "gelijkgestelde dagen" wordt verstaan : de dagen van arbeidsonderbreking zoals bepaald in artikel 16 van het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers van 30 maart 1967 (Belgisch Staatsblad van 6 april 1967).

Onder "lonen" wordt verstaan : de onbegrensde brutolonen die aan 100 pct. worden aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 4.De uitbetaling van de eindejaarspremie gebeurt door de werkgever tussen 20 december en 31 december van het lopend jaar. HOOFDSTUK III. - Tussenkomst van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de landbouw"

Art. 5.Jaarlijks in de eerste helft van de maand december, stellen de werkgevers, of de sociale secretariaten waarbij zij zijn aangesloten, een lijst op waarop alle werknemers van de onderneming aangegeven zijn, met vermelding van : a) de brutolonen voor de gewerkte en gelijkgestelde dagen aan 100 pct. voor het vierde kwartaal van he voorgaande jaar en het eerste, tweede en derde kwartaal van het lopend jaar; b) de bruto eindejaarspremie : 8,5 pct.op de brutolonen vermeld onder a) hierboven;c) de RSZ-werknemersbijdrage;d) het bruto belastbaar bedrag;e) de bedrijfsvoorheffing die van toepassing is op het wettelijk vakantiegeld van de werknemers;f) het door de werkgever uit te betalen netto bedrag. Een exemplaar van voormelde lijst wordt voor kennisgeving en mogelijkheid tot controle vóór 15 december overgemaakt aan de werkgevers- en werknemersorganisaties.

Art. 6.Wanneer de werkgever de eindejaarspremie aan zijn werknemers niet uitbetaalt binnen de in artikel 4 bepaalde termijn, kunnen de werknemers zich voor uitbetaling van deze vergoeding wenden tot het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de landbouw". Dit fonds betaalt hen de netto eindejaarspremie uit in de plaats van de werkgever die in gebreke blijft.

Deze waarborg van betaling geldt niet wanneer de werknemers bij sluiting van een onderneming, zoals bepaald in de artikelen 3 tot 5 van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen sluiten betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen, de eindejaarspremie ontvangen vanwege het "Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers".

De raad van beheer van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de landbouw" bepaalt de modaliteiten volgens welke de werknemers hun aanvraag tot uitbetaling van de eindejaarspremie bij dit fonds kunnen indienen.

Art. 7.De werknemers, aan wie het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de landbouw" de eindejaarspremie uitbetaalt, machtigen dit fonds om in hun naam het bedrag van de eindejaarspremie in te vorderen bij de werkgever, die de vergoeding overeenkomstig de artikelen 2 tot 4 van deze overeenkomst verschuldigd is. Dit bedrag wordt, te rekenen vanaf de uitkeringsdag, vermeerderd met een verhoging van 10 pct. en met een nalatigheidsintrest die dezelfde is als deze toegepast voor de bijdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2019. Zij geldt voor een onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden die per aangetekend schrijven wordt verstuurd aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de landbouw en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE