gepubliceerd op 26 januari 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de ploegenpremie
7 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de ploegenpremie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de ploegenpremie.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 januari 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister Van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1995 Ploegenpremie (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 1995 onder het nummer 38264/CO/112) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van artikel 5, § 6 van het protocol van nationaal akkoord 1993-1994 van 23 maart 1993, geregistreerd onder het nummer 32481/CO/112.
Art. 2 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden of de werksters. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten
Art. 3.Premie voor ploegenarbeid.
Het loon van de werklieden die ploegenarbeid verrichten (vroege en late shift) wordt verhoogd met 10 pct.
Art. 4.Premie voor nachtarbeid.
Het loon van de werklieden die nachtarbeid verrichten (tussen 20 uur en 6 uur) wordt verhoogd met 20 pct.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de ondernemingen binnen dewelke reeds een collectieve of individuele overeenkomst betreffende de bezoldiging van ploegen- en/of nachtarbeid bestaat, noch op die binnen dewelke een bijzondere vergoeding wordt toegekend voor ploegen- en/of nachtarbeid, hetzij via uurlonen die het barema overschrijden of via iedere andere vorm van bezoldiging, op de datum van invoegetreding van onderhavige overeenkomst. HOOFDSTUK III. - Duur van de overeenkomst
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 1994 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd, mits een opzegging van drie maanden betekend met een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf en aan de in dat paritair comité vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX