gepubliceerd op 20 maart 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 augustus 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen
7 JANUARI 1998. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 augustus 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, inzonderheid op titel III;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven- en zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 augustus 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 januari 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 augustus 1995 Tewerkstelling van personen behorend tot risicogroepen (Overeenkomst registreerd op 26 februari 1996 onder het nummer 40842/CO/102.08)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers, werknemers en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk.
Onder "werknemers" verstaat men de werknemers en de werksters.
Art. 2.In het kader van het centraal akkoord van 7 december 1994 en van titel III, hoofdstuk II van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, wordt overeengekomen om 0,15 pct. van de aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid aangegeven loonsom in 1995 en 0,20 pct. ervan in 1996 aan te wenden voor opleidingsacties ten voordele van werknemers of werklozen die behoren tot de risicogroepen.
Art. 3.Vanaf 1 januari 1995, zullen de ondernemingen van de sector die onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk ressorteren ten minste 0,15 pct. per jaar besteden van de loonsom aangegeven aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid, aan initiatieven voor vorming en tewerkstelling. Voor 1996, wordt dit bedrag op 0,20 pct. gebracht.
Art. 4.Een v.z.w. "Paritair Fonds voor de vorming van de werklieden van de marmersector" int de gelden. Ze beheert en wendt de bijdrage aan voor de specifieke vorming voor de beroepen in de marmersector, volgens beslissing van de beheerraad van deze v.z.w. De sociale zetel van deze v.z.w. is gevestigd te 1040 Brussel, Belliardstraat 51 of op elke andere plaats in België bij beslissing van de raad van beheer van deze v.z.w.
Art. 5.Ter compensatie van de uitvoering van deze overeenkomst vragen de partijen aan Mevrouw de Minister van Tewerkstelling en Arbeid een vrijstelling voor de sector van de bijdragen van 0,15 pct. vanaf 1 januari 1995 en van 0,20 pct. in 1996, die gedurende de jaren 1995 en 1996 aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid moeten worden gestort.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 3 april 1995, Belgisch Staatsblad van 22 april 1995.