Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 februari 2006
gepubliceerd op 16 februari 2006

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 2002 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen die voor binnenlandse reizen worden gebruikt en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen en van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2006014012
pub.
16/02/2006
prom.
07/02/2006
ELI
eli/besluit/2006/02/07/2006014012/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 2002 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen die voor binnenlandse reizen worden gebruikt en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen en van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid der schepen, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de wet van 3 mei 1999 en bij het koninklijk besluit nr. 241 van 31 december 1983;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 maart 2002 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen die voor binnenlandse reizen worden gebruikt en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen en van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 maart 2003 en van 26 oktober 2004;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op advies 39.374/4 van de Raad van State, gegeven op 7 december 2005 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 maart 2002 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen die voor binnenlandse reizen worden gebruikt en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen en van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 maart 2003 en van 26 oktober 2004 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In de eerste zin worden de woorden « Voor de toepassing van dit besluit ter omzetting van richtlijn 98/18/EG van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 1998 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen, gewijzigd bij richtlijn 2002/25/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 maart 2002 en bij richtlijn 2003/75/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 juli 2003 wordt verstaan onder : » vervangen door de woorden « Voor de toepassing van dit besluit ter omzetting van richtlijn 98/18/EG van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 1998 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen, gewijzigd bij richtlijn 2002/25/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 maart 2002, bij richtlijn 2002/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 november 2002, bij richtlijn 2003/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 april 2003 en bij richtlijn 2003/75/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 juli 2003, wordt verstaan onder : »;2° Artikel 1, 1°, wordt vervangen als volgt : « 1° « internationale verdragen » : het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974 (het Solas-verdrag van 1974) en het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen van 1966, tezamen met de protocollen en wijzigingen daarvan, in de versies die van kracht zijn;»; 3° Artikel 1, 2°, wordt vervangen als volgt : « 2° « Intact Stability Code » : de « Code inzake de stabiliteit in onbeschadigde toestand voor alle onder de IMO-instrumenten vallende scheepstypen », zoals vervat in resolutie A.749 (18) van de algemene vergadering van de IMO van 4 november 1993, in de versie die van kracht is; »; 4° Artikel 1, 3°, wordt vervangen als volgt : « 3° « HSC Code » : de « Internationale code voor de veiligheid van hogesnelheidsvaartuigen », zoals vervat in resolutie MSC 36 (63) van de Maritieme Veiligheidscommissie van de IMO van 20 mei 1994, in de versie die van kracht is;»; 5° Artikel 1, 4°, wordt vervangen als volgt : « 4° « GMDSS » : het Wereldomvattend Maritiem Satelliet-Communicatiesysteem als beschreven in hoofdstuk IV van het Solas-verdrag van 1974, in de versie die van kracht is;»; 6° Artikel 1 wordt aangevuld als volgt : « 7°bis : « ro-ro passagiersschip » : een schip dat meer dan twaalf passagiers vervoert en uitgerust is met ro-ro-laadruimten of speciale categorieën ruimten, zoals omschreven in voorschrift II-2/A/2 in bijlage I;»; 7° Artikel 1, 8°, wordt vervangen als volgt : « 8° « een hogesnelheidspassagiersvaartuig » : een hogesnelheidsvaartuig als omschreven in hoofdstuk X, voorschrift 1, van het SOLAS-verdrag van 1974, dat bestemd is voor het vervoer van meer dan twaalf passagiers;worden niet als hogesnelheidspassagiersvaartuigen beschouwd, passagiersvaartuigen van de klassen B, C of D die in zeewateren binnenlandse reizen ondernemen indien : - hun waterverplaatsing niet groter is dan 500 m3, en - hun maximumsnelheid als gedefinieerd in paragraaf 1.4.30 van de HSC Code lager ligt dan 20 knopen; »; 8° Artikel 1 wordt aangevuld als volgt : « 10°bis : « leeftijd » : de leeftijd van het schip uitgedrukt in jaren en gerekend vanaf de datum van oplevering;»; 9° In artikel 1, 18°, eerste lid, worden de woorden « De lijst van die zeegebieden wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.» vervangen door de woorden « De lijst van die zeegebieden wordt gepubliceerd in een openbare databank die kan worden geraadpleegd op de internetsite van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. »; 10° Artikel 1 wordt aangevuld als volgt : « 32° : « personen met verminderde mobiliteit » : personen voor wie het gebruik van het openbaar vervoer bijzondere moeilijkheden meebrengt, met inbegrip van ouderen, gehandicapten, personen met zintuiglijke gebreken, rolstoelgebruikers, zwangere vrouwen, en personen die kleine kinderen begeleiden.».

Art. 2.§ 1. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende : « Art. 5.bis. Eisen met betrekking tot de stabiliteit en het opleggen van ro-ro-passagiersschepen : 1° Alle ro-ro-passagiersschepen van de klassen A, B en C, waarvan de kiel werd gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium bevond op of na 1 oktober 2004, voldoen aan de artikelen 5, 7 en 8 van het koninklijk besluit van 21 november 2005 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen.2° Alle ro-ro-passagiersschepen van de klassen A en B, waarvan de kiel werd gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium bevond vóór 1 oktober 2004, voldoen op 1 oktober 2010 aan de artikelen 5, 7 en 8 van het koninklijk besluit van 21 november 2005 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen, tenzij zij op die datum of op een latere datum waarop zij 30 jaar oud worden, maar in geen geval later dan 1 oktober 2015, worden opgelegd.». § 2. In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 5ter ingevoegd, luidende : «

Art. 5ter.Veiligheidseisen ten behoeve van personen met verminderde mobiliteit : 1° De passende maatregelen moeten worden genomen, zo mogelijk op basis van de richtsnoeren in bijlage IV, opdat personen met verminderde mobiliteit veilig toegang kunnen hebben tot alle passagiersschepen van de klassen A, B, C en D en alle voor openbaar vervoer gebruikte hogesnelheidspassagiersvaartuigen, waarvan de kiel werd gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium bevond op of na 1 oktober 2004.2° Bij de aanpassing van de passagiersschepen van de klassen A, B, C en D en de voor openbaar vervoer gebruikte hogesnelheidspassagiersvaartuigen, waarvan de kiel werd gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium bevond vóór 1 oktober 2004, moeten de richtsnoeren van bijlage IV toegepast worden, voor zover dat in economisch opzicht redelijk en uitvoerbaar is.». § 3. Aan hetzelfde koninklijk besluit wordt een bijlage IV toegevoegd overeenkomstig de tekst bij dit besluit.

Art. 3.In artikel 5, § 1, 2°, § 2, 1°, a) en § 3, 1°, van hetzelfde besluit vervallen de woorden « als gewijzigd op 17 maart 1998 ».

In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt § 3, 7°, opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking dertig dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.Onze minister bevoegd voor mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage « Bijlage IV Richtsnoeren voor veiligheidseisen voor passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen ten behoeve van personen met verminderde mobiliteit (zoals bedoeld in artikel 5ter ) Bij de toepassing van de richtsnoeren in deze bijlage houden de schepen zich aan circulaire MSC/735 van 24 juni 1996 van de IMO, getiteld : « Recommendation on the design and operation of passenger ships to respond to elderly and disabled persons needs ». 1. Toegang tot het schip Het schip moet zo zijn gebouwd en uitgerust dat iemand met verminderde mobiliteit zich gemakkelijk en veilig kan inschepen en ontschepen en van toegang tot de dekken is verzekerd hetzij zonder hulp hetzij door middel van loopbruggen of liften.Wegwijzers naar zo'n toegang moeten zijn aangebracht bij de andere toegangen tot het schip en op andere geschikte plaatsen overal op het schip. 2. Wegwijzers De ten behoeve van de passagiers op een schip aangebrachte wegwijzers moeten voor personen met verminderde mobiliteit (waaronder personen met een zintuiglijke handicap) bereikbaar en gemakkelijk leesbaar zijn en geplaatst zijn op strategische punten.3. Middelen om mededelingen te doen De exploitant moet aan boord van het schip over de middelen beschikken om visueel en mondeling mededelingen te doen, bijvoorbeeld over vertragingen, wijzigingen van de dienstregeling en de dienstverlening aan boord, aan personen met uiteenlopende vormen van verminderde mobiliteit.4. Alarm Het alarmsysteem en de alarmknoppen moeten zo zijn ontworpen dat het toegankelijk is voor en waargenomen wordt door alle passagiers met verminderde mobiliteit waaronder personen met een zintuiglijke handicap en leermoeilijkheden.5. Bijkomende eisen om de mobiliteit binnen het schip te verzekeren Leuningen, gangen en gangpaden, deuropeningen en deuren moeten de verplaatsing van een persoon in een rolstoel gemakkelijk maken. Liften, autodekken, passagierslounges, accommodatieruimten en toiletten moeten zo zijn ingericht dat zij redelijkerwijs en relatief toegankelijk zijn voor personen met verminderde mobiliteit. » Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 februari 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 2002 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen die voor binnenlandse reizen worden gebruikt en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen en van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^