gepubliceerd op 08 april 2000
Koninklijk besluit betreffende een driemaandelijkse steekproefenquête naar de ontwikkeling van de lonen in de nijverheid uitgevoerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek
7 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit betreffende een driemaandelijkse steekproefenquête naar de ontwikkeling van de lonen in de nijverheid uitgevoerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek, inzonderheid op de artikelen 1 en 16, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985, en op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1994 betreffende de steekproefonderzoekingen door het Nationaal Instituut voor de Statistiek naar de lonen, de wedden en de arbeidsduur in de handel, nijverheid en diensten, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 december 1998;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Statistiek, gegeven op 17 maart 1999;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het Nationaal Instituut voor de Statistiek houdt elk jaar een driemaandelijkse steekproefenquête in januari, april, juli en oktober naar de globale evolutie van de lonen van de mannelijke arbeiders vanaf 21 jaar in bepaalde sectoren van de nijverheid.
Art. 2.§ 1. Aan deze enquête zijn onderworpen de vestigingen van ondernemingen die 10 of meer aan de sociale zekerheid onderworpen werknemers in dienst hebben en waarvan de economische activiteiten vallen onder de secties C (winning van delfstoffen, behalve steenkoolmijnen), D (be- en verwerkende nijverheid) en F (bouwnijverheid) van de statistische nomenclatuur van economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, NACE Rev.1. genoemd. § 2. De vestigingen van de ondernemingen die de inlichtingen moeten verstrekken worden aangewezen overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van de wet van 4 juli 1962 door de Minister die het Nationaal Instituut voor de Statistiek onder zijn bevoegdheid heeft of door zijn afgevaardigde en volgens de selectiemethode die in bijlage I van dit besluit is beschreven.
Art. 3.De enquête gebeurt aan de hand van de inlichtingen verzameld door middel van het vragenformulier dat overeenstemt met het model vervat in bijlage II van dit besluit.
Art. 4.De inlichtingen dienen verstrekt te worden door de verantwoordelijken van de in artikel 2, § 1, bedoelde vestigingen van de ondernemingen, die bericht ontvangen van hun verplichting deze inlichtingen te verstrekken.
Het vragenformulier wordt hun van ambtswege toegezonden.
Art. 5.Het behoorlijk ingevuld vragenformulier voor de maanden januari, april, juli en oktober moet aan het Nationaal Instituut voor de Statistiek worden toegezonden respectievelijk voor 15 februari, 15 mei, 15 augustus en 15 november.
Art. 6.Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 19 tot 23 van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek.
Art. 7.De bijlagen bij dit besluit kunnen worden gewijzigd door de Minister die de statistiek onder zijn bevoegdheid heeft.
Art. 8.Het koninklijk besluit van 4 oktober 1994 betreffende de steekproefonderzoekingen door het Nationaal Instituut voor de Statistiek naar de lonen, de wedden en de arbeidsduur in de handel, nijverheid en diensten, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 december 1998, wordt opgeheven voor wat betreft het bijzonder steekproefonderzoek.
Art. 9.De informatie die krachtens dit besluit wordt verzameld, mag later voor andere vormen van statistische en wetenschappelijke verwerking worden gebruikt, overeenkomstig de doelstellingen van de enquête.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000.
Art. 11.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 februari 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, R. DEMOTTE
BIJLAGE I Selectiemethode De keuze van de vestigingen van de ondernemingen bedoeld in artikel 2, § 1, van dit besluit geschiedt aan de hand van de lijst van de bestaande vestigingen en ondernemingen die 10 of meer werknemers in dienst hebben.
De vestigingen van de ondernemingen worden geselecteerd overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van de wet van 4 juli 1962, door de Minister die het Nationaal Instituut voor de Statistiek onder zijn bevoegdheid heeft of door zijn afgevaardigde of door een toevallige trekking volgens een methode die, voor alle personen begrepen in eenzelfde categorie, dezelfde waarschijnlijkheid tot verplichte aangifte inhoudt.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 7 februari 2000 betreffende een driemaandelijkse steekproefenquête naar de ontwikkeling van de lonen in de nijverheid uitgevoerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, R. DEMOTTE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld