gepubliceerd op 21 december 2021
Koninklijk besluit houdende gelijkstelling van de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de pandemie, veroorzaakt door het coronavirus, in het stelsel der jaarlijkse vakantie van de werknemers, voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en ingevolge uitzonderlijke weersomstandigheden van 14 en 15 juli 2021 voor de periode van 14 juli 2021 tot en met 31 december 2021
7 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit houdende gelijkstelling van de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de pandemie, veroorzaakt door het coronavirus, in het stelsel der jaarlijkse vakantie van de werknemers, voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en ingevolge uitzonderlijke weersomstandigheden van 14 en 15 juli 2021 voor de periode van 14 juli 2021 tot en met 31 december 2021
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, artikel 3, gewijzigd bij de wet van 28 maart 1975 en de koninklijke besluiten van 15 februari 1982 en 10 juni 2001, en de artikelen 10, eerste lid, en 11, gewijzigd door het koninklijk besluit van 10 juni 2001;
Gelet op het advies nr. 2250 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 26 oktober 2021;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 oktober 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 23 november 2021;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de bevoegde administratieve instellingen zo vlug mogelijk de nodige maatregelen moeten kunnen nemen teneinde de controle van de aangiften te kunnen uitvoeren ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de pandemie, veroorzaakt door het coronavirus en de overstromingen;
Overwegende door de noodzaak om rechtszekerheid te creëren met betrekking tot de arbeidsrelaties. Werkgevers en werknemers moeten immers zo vlug mogelijk op de hoogte worden gesteld van de bepalingen inzake de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht voor de berekening van het vakantiegeld.
Gelet op het advies 70.540/1 van de Raad van State, gegeven op 1 december 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de berekening van het bedrag van het vakantiegeld en van de vakantieduur van de personen vermeld in artikel 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers worden met effectief gewerkte dagen gelijkgesteld, voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021, de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de pandemie, veroorzaakt door het coronavirus, voor de werknemers die een erkenning van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht genoten hebben.
Art. 2.Voor de berekening van het bedrag van het vakantiegeld en van de vakantieduur van de personen vermeld in artikel 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers worden met effectief gewerkte dagen gelijkgesteld, voor de periode van 14 juli tot en met 31 december 2021, de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de uitzonderlijke weersomstandigheden van 14 en 15 juli 2021 voor de werknemers die een erkenning van de tijdelijke werkloosheid covid wegens overmacht genoten hebben.
Art. 3.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 december 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE