Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 december 2008
gepubliceerd op 18 maart 2009

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008204094
pub.
18/03/2009
prom.
07/12/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 DECEMBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie".

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 december 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en van Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie" (Overeenkomst geregistreerd op 11 februari 2008 onder het nummer 86833/CO/327.02) A. OPRICHTING

Artikel 1.Door deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid richt het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie een fonds voor bestaanszekerheid op, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie", waarvan de statuten hierna worden bepaald.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de beschutte werkplaatsen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie en op de werknemers die zij tewerkstellen.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel.

Onder "paritair subcomité" wordt verstaan : het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2006 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd vóór 30 juni van elk jaar, met effect op 1 januari van het volgende jaar.

De opzegging moet betekend worden per aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité.

B. STATUTEN HOOFDSTUK I. - Benaming en maatschappelijke zetel

Art. 4.Op 1 januari 2006 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie". De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd Handelskaai 48 te 1000 Brussel. Deze zetel kan elders verplaatst worden bij eenparige beslissing van de raad van beheer, bepaald in artikel 11. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 5.Het fonds opgericht door deze overeenkomst heeft tot doel de herverdeling van de financiële middelen waarover het beschikt om de volgende sociale voordelen, ten gunste van de werknemers bedoeld in artikel 2, te financieren, toe te kennen en te verdelen : 1. brugpensioen;2. technische en beroepsopleiding;3. psycho-sociale vorming;4. vakbondsopleiding;5. vakbondspremie. Bovendien zal het fonds alle andere toe te kennen voordelen kunnen toekennen. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 6.De middelen van het fonds zijn samengesteld : A. rechtstreeks 1. uit een percentage van de bijdragen die door de beschutte werkplaatsen per kwartaal worden gestort aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;2. uit de eventuele som van interesten die voortkomen uit deze gekapitaliseerde middelen. B. onrechtstreeks 1. een trimestriële tegemoetkoming toegekend door de "Service bruxellois francophone des personnes handicapées" aan de erkende beschutte werkplaatsen, zoals bepaald in artikel 40 van het besluit 99/262/B van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de goedkeuring van de tegemoetkomingen en de subsidies toegekend aan de erkende beschutte werkplaatsen, zoals gewijzigd door het besluit van 6 februari 2002.

Art. 7.De bijdragen worden geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 8.De beheerskosten van het fonds worden jaarlijks bepaald door de paritaire raad van beheer, bedoeld in artikel 11.

Deze kosten worden in de eerste plaats gedekt : 1. door de middelen bedoeld in artikel 6;2. door de interesten van deze middelen en, eventueel, bijkomend, door een inhouding op de vastgelegde middelen, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door voornoemde raad van beheer. HOOFDSTUK IV Rechthebbenden, toekenning en betaling van de voordelen

Art. 9.De werknemers van de ondernemingen bedoeld in artikel 2 hebben recht op de sociale voordelen, waarvan het bedrag, de aard en de toekenningsvoorwaarden worden bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het paritair subcomité.

Art. 10.De betaling van de voordelen mag in geen geval ondergeschikt zijn aan de storting van de bijdragen die door de werkgever verschuldigd zijn. HOOFDSTUK V. - Beheer

Art. 11.Het fonds wordt beheerd door een paritaire raad van beheer, samengesteld uit vier effectieve leden en uit een vertegenwoordiger van de "Service bruxellois francophone des personnes handicapées" die een raadgevende stem en een vetorecht heeft.

Deze leden worden aangeduid door het paritair subcomité, voor de helft op voordracht van de representatieve werkgeverorganisaties en voor de andere helft op voordracht van de representatieve werknemersorganisaties.

De leden van het beheerscomité worden aangeduid voor een periode die wordt vastgelegd door het paritair subcomité.

Het mandaat als lid van de raad van beheer neemt een einde in geval van ontslag of overlijden, als de duur van dit mandaat is afgelopen, als de organisatie die het lid heeft voorgedragen om zijn vervanging vraagt of als de betrokkene geen lid mee is van de organisaties die hem heeft voorgedragen.

Het nieuwe lid voltooit, in voorkomend geval, het mandaat van zijn voorganger.

De mandaten van de leden van de raad van beheer zijn vernieuwbaar.

Art. 12.De leden van de raad van beheer gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen die door het fonds werden aangegaan. Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van het beheersmandaat dat zij hebben ontvangen.

Art. 13.De raad van beheer kiest een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, beurtelings uit de werknemersafvaardiging en uit de werkgeversafvaardiging. Elke representatieve organisatie beschikt over een mandaat, ofwel van voorzitter, ofwel van ondervoorzitter.

De raad van beheer duidt eveneens de perso(o)n(en) aan die belast is (zijn) met het secretariaat.

Art. 14.De raad van beheer beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds, binnen de grenzen gesteld door de wet en door deze statuten.

Tenzij andersluidende beslissing van de raad van beheer, treedt die in al zijn handelingen op en handelt hij in rechte via de voorzitter en de ondervoorzitter gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een lid van de raad daartoe door de raad van beheer aangesteld.

De raad van beheer heeft onder meer als opdrachten : 1. over te gaan tot de eventuele aanwerving en ontslag van het personeel van het fonds;2. controle uit te oefenen en alle nodige maatregelen te nemen voor de uitvoering van deze statuten;3. de beheerskosten vast te stellen, evenals de hoedanigheid van de jaarlijkse inkomsten die deze kosten dekken;4. in de maand maart van elk jaar een schriftelijk verslag te bezorgen over de uitvoering van zijn taak aan het paritair subcomité.

Art. 15.De raad van beheer vergadert tenminste een maal per semester ten zetel van het fonds, ofwel op uitnodiging van de voorzitter, ambtshalve handelend, ofwel op vraag van tenminste de helft van zijn leden, ofwel op vraag van een van de vertegenwoordigde organisaties.

De uitnodigingen moeten de agenda vermelden. De notulen worden opgesteld door de secretaris aangeduid door de raad van beheer en ondertekend worden door diegene die de vergadering heeft voorgezeten.

De uittreksels uit deze notulen worden ondertekend door de voorzitter en de ondervoorzitter.

Het beheerscomité kan experts en/of technici uitnodigen.

Art. 16.De raad van beheer kan slechts geldig vergaderen en beslissen als tenminste de helft van zowel de leden van de werknemersafvaardiging als van de werkgeversafvaardiging aanwezig is. HOOFDSTUK VI. - Verdeling van de aanwending van de middelen

Art. 17.Vanaf 1 januari 2006, na vermindering van de beheerskosten, wordt de aanwending van de middelen van het fonds als volgt verdeeld : - Vorming : 26 pct. - Brugpensioen : 48 pct. - Vakbondspremie : 26 pct..

Wat vorming betreft wordt het beschikbare bedrag in drie gelijke derden verdeeld. Het eerste is bestemd voor de financiering van de technische en beroepsopleiding, het tweede voor de financiering van de psycho-sociale vorming en het derde voor de financiering van de vakbondsopleiding.

De raad van beheer van het fonds moet toezien op het goede beheer van het fonds voor bestaanszekerheid, meer bepaald door elke maatregel te nemen die nodig is om de voortzetting van de betaling van de brugpensioenen te waarborgen.

De raad van beheer komt elk jaar samen om een schatting te maken van het aantal toekomstige bruggepensioneerden en bruggepensioneerden. HOOFDSTUK VII. - Controle - Balans en rekeningen

Art. 18.De balans en de jaarrekeningen van het afgelopen boekjaar worden jaarlijks afgesloten op 31 december. Zij worden gereviseerd en goedgekeurd door de raad van beheer vóór 30 juni van het volgend jaar.

Art. 19.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, duidt het paritair subcomité een revisor of accountant aan voor de controle van het beheer van het fonds.

Die moet, minstens een maal per jaar, verslag uitbrengen aan het paritair subcomité.

Meer nog, hij deelt de raad van beheer van het Fonds regelmatig de resultaten mee van zijn onderzoeken en doet de aanbevelingen die hij nodig acht. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening

Art. 20.Het fonds wordt opgericht voor onbepaalde duur. Het wordt ontbonden door het paritair subcomité, mits een opzeggingstermijn van zes maanden wordt nageleefd, betekend bij een aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair subcomité. Voornoemd paritair subcomité beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds, na de betaling van de passiva.

Deze bestemming moet in overeenstemming zijn met het doel waarmee het fonds werd opgericht.

Art. 21.Het paritair subcomité duidt de vereffenaars aan onder de leden van de raad van beheer.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 december 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^